
Een registeraccountant die het aandurfde een erfrecht aangifteformulier in te dienen voor een failliet kledingbedrijf heeft een berisping opgelegd gekregen door de Accountantskamer. Volgens de tuchtrechter had de AA de opdracht wel mogen aannemen, maar had hij zorgvuldiger moeten handelen.
Aanleiding
De betreffende BV is de moedermaatschappij van drie andere bedrijven die actief zijn in de kledingindustrie, waarvan er één actief is in inkoop. Een van de filialen bevindt zich in Duitsland. Het moederbedrijf leende € 6 miljoen van een ander bedrijf. Deze vordering is in 2019 overgenomen door een andere BV, die enkele maanden later de resterende schuld kwijtschold in ruil voor een betaling van € 500.000.
Een dochteronderneming van een Duits bedrijf wordt failliet verklaard. Ze verwierf met haar aankoop van BV een kledingvoorraad ter waarde van 6 miljoen euro. Een andere partij zal deze aandelen na faillissement voor € 2,5 miljoen overnemen via een zogenaamde monetarisering overeenkomst. Dit bedrag wordt echter overgemaakt aan het moederbedrijf en niet aan de BV die de kleding heeft geleverd. Deze reserveert de betaling in de rekening-courant relatie met de kopende BV. Daarnaast is € 3 miljoen gereserveerd voor de aflossing van een lening van een failliet Duits bedrijf.
Omvallen moederbedrijf
Daarna gaat ook de inkoop BV failliet en na enige tijd zal de curator het faillissement van de moeder-BV aanvragen. Feitelijk heeft de gekochte BV een schuld van circa 3,7 miljoen euro. De AA wordt momenteel gevraagd om de jaarrekening 2018 op te stellen voor de moedermaatschappij. Daarnaast stelt hij taxatierapporten op over de mutaties die zich hebben voorgedaan tussen de vervolgens failliet verklaarde inkoop BV en haar Duitse klanten. In september 2019 ging ook het moederbedrijf BV failliet.
De curator van de gekochte BV heeft niets gezien en zal een rechtszaak aanspannen tegen AA. Er staat geschreven dat het bedrijf een bevel tot consolidatie van schulden heeft ontvangen, hoewel het al faillissement had aangevraagd. Dit beroep wordt echter afgewezen.
De Accountantskamer heeft geoordeeld dat het aanvragen van faillissement geen grond is om de overdracht te weigeren. “Dit geldt ook als de accountant weet of behoort te weten dat de gecombineerde jaarrekening zal worden gebruikt in een faillissementsprocedure.” Evenmin geldt dat hij een waarschuwingsbevel voor “Dit verandert alleen als het voor de accountant duidelijk is of moet zijn dat de opdrachtgever de controleplicht omzeilt. In dit geval niet, zoals hij zonder bezwaar al meerdere keren heeft verduidelijkt: een plan om een rechter-commissaris op te lichten. “het feit dat de schikking pas werd getroffen nadat de faillissementsaanvraag was ingediend, veronderstelt dat het niet genoeg is om te doen.”
Niet kritisch genoeg
Volgens de Accountantskamer heeft de AA een fout gemaakt bij de uitvoering van het voorlopige bevel. Met het faillissement en bepaalde grote posten in de jaarrekening, had hij niet tevreden mogen zijn met de eenvoudige informatie die zijn (indirecte) manager verstrekte over de verdeling van leningen en kosten. Bovendien is dit een compilatie taak voor de accountantsorganisatie en er zijn geen andere accountants aangetroffen die de controletaak hebben uitgevoerd. Omdat over deze toerekening niets is vastgelegd, kunnen betrokken partijen nadere vragen stellen over de toedeling van leningen en kosten. Evenmin kunnen partijen eenvoudig afgaan op verklaringen dat de (indirecte) directeur zou het tekort goedmaken: de accountants zouden de continuïteitsveronderstellingen van het bestuur nader moeten onderbouwen.
We hadden het bestuur moeten aanmoedigen om het te onderzoeken, te kwantificeren en uit te leggen waarom in de jaarrekening. Bovendien kon, vanwege de aanzienlijke verliezen op investeringen in 2018 en 2019, de waardering van de jaarrekening 2017 niet zomaar worden gebruikt als basiszorg voor inbreuken.
AA gebruikte echter te sterke termen in haar rapport. “Dit voorbeeld vond een aanklacht van [Buying BV] tegen [Duitse BV-splitsing] van € 2.584.151,25 per 31 maart 2019, schreef de functionaris in het rapport. Dit is een conclusie die suggereert dat een mate van zekerheid moet worden vermeden bij het rapporteren van feiten en bevindingen, gezien de bepalingen van paragraaf 5 van SA 4400N en de bijbehorende toelichting van A22.
AA niet partijdig
Klachten dat AA de indruk wekte partijdig te zijn, zijn afgewezen. Het is niet voldoende om aan te nemen dat er omstandigheden zijn die de naleving van de beginselen in gevaar kunnen brengen. Het leidt niet tot standpunten, en er is geen reden waarom partijen niet cliënten mogen assisteren bij de hoorzitting.”
Klachten zijn deels terecht en leiden tot waarschuwingen. “Er werd geoordeeld dat betrokkene in strijd met de beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid heeft gehandeld. Er werd ook van uitgegaan dat dit een bespreking was van ongebruikelijke zaken waarvan van auditors zou worden verwacht dat ze bijzondere aandacht besteden aan de naleving van de Core Principles.”
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant