Uitspraak: Notaris wordt beticht van slordigheid bij opstellen en passeren testament

In een recente uitspraak van de Kamer voor het notariaat is een klacht tegen een notaris behandeld. De klacht betrof onder meer de opstelling en het passeren van een testament, waarbij de notaris beschuldigd werd van slordigheid en het verdraaien van de woorden van de testateur.

Het testament

Op 19 maart 2020 vond ten kantore van de notaris een bespreking onder vier ogen plaats met de testateur voor de opstelling van een testament en hierbij de herroeping van eerdere wilsbeschikkingen. De neef van klaagster had hiertoe initiatief genomen.

Op 20 maart 2020 werd het concept van het testament, vergezeld van een toelichting, naar de testateur gestuurd. De neef van klaagster vroeg de notaris vriendelijk om het testament in een groter lettertype af te drukken, wat de notaris doorstuurde naar een medewerker van het kantoor.

Op 2 april 2020 stuurde een medewerker van het notariskantoor de brief, het concept van het testament en de toelichting nogmaals per post naar de testateur. Op 6 april 2020 werd het testament gepasseerd, achter een doorzichtige glazen deur in de hal van het notariskantoor, vanwege de lockdownmaatregelen als gevolg van de Covid-19-pandemie. De neef van klaagster was aanwezig bij het passeren van het testament.

Het testament bepaalde dat de twee kinderen van de testateur erfgenamen waren, waarbij de zoon een erfdeel ter grootte van de legitieme portie ontving. Daarnaast werd een bedrag van €10.000 gelegateerd aan een specifieke stichting. De neef van klaagster werd benoemd tot executeur van de nalatenschap, waarvoor hij een vergoeding van € 2.500 ontving.

Slordigheid van de notaris

Klaagster bekritiseert de notaris vanwege slordigheid en vindt haar niet geloofwaardig. Klaagster suggereert dat de notaris de woorden van de testateur verdraaid heeft en betwist de inhoud van zijn laatste wil. Klaagster beweert dat de testateur zijn zoon zo min mogelijk wilde nalaten en betwist de benoeming van zijn zoon als erfgenaam van de legitieme portie. Klaagster beweert ook dat het legaat aan de stichting €2.500 zou moeten zijn, in lijn met de wens van de moeder van klaagster die in 2009 overleed. Het testament wijkt volgens klaagster totaal af met de in een eerdere door notaris [X] opgestelde conceptakte, waarbij de passeerafspraak door die notaris werd afgezegd. Volgens klaagster heeft testateur dit concept aan de notaris laten zien bij de bespreking van 19 maart 2020.

Testateur heeft het concepttestament met de toelichting niet kunnen lezen door een verminderde visus. De neef van klaagster heeft de notaris verzocht om het in een groter lettertype te sturen. Alleen de toelichting is toen in een groter lettertype verzonden, op 2 april 2020 en niet eerder. Dat de notaris op 2 april 2020 telefonisch met testateur heeft gesproken kan volgens klaagster niet waar zijn omdat de telefoon van testateur in die periode niet werkte. Vóór ondertekening van het testament had de notaris testateur moeten vragen of hij het had gelezen. Het testament is hem bij het passeren niet (beknopt) voorgelezen en/of voorgehouden.

Verweer

De notaris verweert zich tegen deze beschuldigingen. Ten eerste ontkent de notaris dat de testateur haar het concept-testament van notaris [X] heeft overhandigd tijdens het gesprek op 19 maart 2020. Het enige dat de notaris toen wist is dat er een passeerafspraak was gemaakt bij die notaris en dat die afspraak was afgezegd.

De notaris heeft de besproken zaken vastgelegd in een concept-testament dat op 20 maart 2020 naar de testateur is gestuurd. Een deel van de bespreking is vanwege de geheimhoudingsplicht niet gedetailleerd beschreven. De notaris benadrukt hierbij dat zij geen enkel belang heeft om de instructies van de testateur niet op te volgen.

Op 2 april 2020 heeft de notaris in een telefoongesprek met testateur de inhoud van het concepttestament en de verdere gang van zaken afgestemd. Testateur had de notaris gebeld, omdat hij wilde verifiëren of in het testament wel een legaat van € 10.000 aan de stichting was opgenomen en niet van € 2.500, zoals vermeld in de toelichting bij het testament. In die toelichting is per abuis € 2.500 opgenomen. Dat bedrag betreft echter het loon van de executeur en niet het legaat. De inhoud van het concept-testament stemde geheel overeen met hetgeen op 19 maart 2020 was besproken.

Vanwege de Covid-19-pandemie was fysiek contact met de testateur niet mogelijk na 19 maart 2020. Het testament moest snel worden opgesteld en gepasseerd. Op 6 april 2020 vond het passeren plaats achter een glazen afscheidingsdeur, in lijn met het beleid van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB). De notaris heeft, zoals gebruikelijk, de koptekst en de slotparagraaf voorgelezen en de strekking besproken, met verwijzing naar de bespreking van 19 maart 2020.

De notaris concludeert dat de beschuldigingen van klaagster onjuist en beledigend zijn en niet worden ondersteund door feiten of door klaagster overgelegde documenten.

Beoordeling

Op grond van artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen. De tuchtrechter toetst of hun handelen of nalaten in strijd is met het bepaalde in de Wna en andere toepasselijke bepalingen. Ook kan de tuchtrechter toetsen of zij voldoende zorg in acht hebben genomen ten opzichte van de (rechts)personen voor wie zij optreden en of zij daarbij hebben gehandeld zoals een behoorlijk beroepsbeoefenaar behoort te doen.

De notaris heeft verklaard dat zij op 19 maart 2020 met de testateur heeft gesproken en zijn wensen heeft vastgelegd. De testateur was een oude man met trillende handen, maar hij wist wel wat hij wilde. Testateur wilde wel dat zijn zoon erfgenaam werd, maar dat hij niet meer zou krijgen dan waarop hij recht had. Ook was testateur expliciet over de hoogte van het legaat aan de stichting. De notaris heeft vervolgens een concepttestament met toelichting aan de testateur verzonden en nog eens in een telefoongesprek besproken. Bij het passeren van de akte op 6 april 2020 was de neef van klaagster op afstand aanwezig.

De kamer oordeelt als volgt. De notaris heeft voldoende onderbouwd dat hetgeen zij schriftelijk heeft vastgelegd berust op de door testateur uitgesproken uiterste wil in het gesprek met de notaris van 19 maart 2020 en later in het telefoongesprek van 2 april 2020. De kamer heeft geen reden om aan te nemen dat, anders dan klaagster stelt, dat telefoongesprek niet heeft plaatsgevonden, gelet op hetgeen de notaris daarover heeft verklaard. De kamer constateert dat er sprake is van een gebrekkige vastlegging van de door de notaris verzonden e-mails/brieven in het dossier. De kamer acht dat echter in dit geval niet tuchtrechtelijk niet verwijtbaar in het licht van de prille, chaotische coronasituatie van maart/april 2020.

De kamer acht aannemelijk dat de notaris zich bij het passeren heeft gehouden aan de daarvoor geldende voorschriften, ondanks dat een en ander wegens omstandigheden in een niet-gebruikelijke ruimte diende plaats te vinden, te weten dat zij heeft geverifieerd dat testateur gerechtigd was te tekenen en dat hetgeen hij tekende overeenkwam met zijn eerder uitgesproken wil. De kamer heeft de klacht dan ook ongegrond verklaard.

Klik hier voor de volledige uitspraak van de Kamer voor het notariaat.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u een geschil met uw notaris over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Neem dan contact met ons op.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Rob Silvertand

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant