Uitspraak: Notaris wordt beticht van onvoldoende informatieverstrekking bij geldleningsovereenkomst  

In deze zaak klaagt [eiser] over de advisering bij een geldleningsovereenkomst door de notaris. [Eiser] beweerde dat de notaris tekortschoot in zijn zorgplicht door onvoldoende informatie te verstrekken over de geldleningsovereenkomst.

Geldleningsovereenkomst

[Eiser] heeft samen met [X] de notaris in 2017 opdracht gegeven om een akte op te stellen in verband met de verkoop van een pand door [eiser] aan [X]. De notaris heeft deze opdracht aanvaard.

Omdat [X] een bedrag van €70.000 tekortkwam om de koopsom aan [eiser] te betalen, hebben [eiser] en [X] afgesproken dat [eiser] dit bedrag aan [X] zou lenen. De notaris heeft in verband met deze lening onderzocht of deze verstrekt zou kunnen worden met een hypotheek op een ander pand dat aan [X] toebehoorde. Dit bleek niet mogelijk te zijn, omdat de eerste hypotheekhouder op dat pand daarvoor geen toestemming wilde verlenen. De notaris heeft [X] toen geadviseerd om in overleg met [eiser] ter zake van de lening andere afspraken, ter meerdere zekerheid voor [eiser], te maken en die in een notariële akte van geldlening vast te laten leggen. De notariële akte van geldlening is vervolgens door de notaris opgesteld en op 20 december 2017 gepasseerd.

Toen in 2018 [X] zijn betalingsverplichting tegenover [eiser] uit hoofde van de lening niet voldeed, heeft [eiser] geprobeerd zich te verhalen op het eerdergenoemde pand. Dit is niet gelukt, mede omdat in 2019 bleek dat er na 2017 toch nog meer hypotheken op dat pand waren gevestigd en het pand inmiddels door [X] is verkocht.

[Eiser] probeert nu de schade die zij stelt te hebben geleden vanwege de niet-nakoming van de leningsovereenkomst door [X] te verhalen op de notaris. Zij verwijt de notaris dat zij [eiser] in 2017 onvoldoende heeft geïnformeerd over de notariële akte van geldlening en de mogelijkheden van verhaal op [X] bij niet-betaling. Volgens [eiser] had de notaris aan [eiser] moeten uitleggen dat een notariële akte van geldlening iets anders is dan een notariële hypothecaire geldlening. De notaris heeft hiermee haar zorgplicht tegenover [eiser] geschonden.

Juridisch kader

Naar het oordeel van de rechtbank heeft de notaris haar zorgplicht tegenover [eiser] niet geschonden. In hoger beroep zal het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigen. Het hof beargumenteert haar standpunt als volgt.

Ten eerste wordt gesteld wat de zorgplicht van de notaris inhoudt. Een notaris dient ten opzichte van zijn opdrachtgever de zorgvuldigheid in acht te nemen die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. De inhoud van de zorgplicht van de notaris hangt mede af van de inhoud van de aan hem gegeven opdracht, van de maatschappelijke achtergrond van de partijen die zich tot hem hebben gewend en van de kennis waarvan mag worden verondersteld dat partijen die bezitten.

De omstandigheden van het geval kunnen meebrengen dat de notaris bij het verlijden van een akte niet kan volstaan met een zakelijke toelichting op de inhoud van de aktes, maar gehouden is tot het geven van verdergaande informatie, en met name tot het wijzen op specifieke aan de voorgenomen rechtshandelingen verbonden risico’s. De zorgplicht van de notaris vindt evenwel haar grens daar waar de notaris goede grond heeft te vertrouwen dat de belanghebbende zichzelf reeds op de hoogte heeft gesteld of dat deze tevoren reeds voldoende inzicht had in hetgeen was vereist voor het intreden van de rechtsgevolgen die zijn beoogd met de in de akte opgenomen rechtshandelingen.

Standpunten van partijen

Partijen zijn het over dit uitgangspunt eens, maar verschillen van mening over het antwoord op de vraag of de notaris in dit geval goede grond had te vertrouwen dat [eiser] op de hoogte was of reeds voldoende inzicht had in wat nodig was voor het intreden van de rechtsgevolgen die zijn beoogd met de in de notariële akte van geldlening opgenomen rechtshandelingen.

[Eiser] is van mening dat haar door de notaris onvoldoende is uitgelegd dat er geen hypotheekrecht voor de lening van [eiser] aan [X] kon worden gevestigd en wat het verschil was tussen een geldlening met een hypothecaire zekerheid en een notariële akte van geldlening. De notaris is er ten onrechte van uitgegaan dat [eiser] dat zelf al had begrepen. Dat de notariële akte van geldlening bovendien door de bestuurders van [eiser] gegeven volmachten werden gepasseerd, bracht met zich mee dat op de notaris een extra zorgplicht rustte zich van de kennis en het begrip over de inhoud van die akte bij [eiser] te vergewissen.

De notaris heeft zich verweerd door te wijzen op haar correspondentie met [eiser] en [X], waaruit blijkt dat van een hypotheekrecht voor [eiser] geen sprake kon zijn. Dat blijkt ook uit de correspondentie die door en met de adviseurs van [eiser], en in de cc. de bestuurders, is gevoerd over de in de akte van geldlening op te nemen door [X] ten behoeve van [eiser] af te leggen positieve en negatieve hypotheekverklaring ten aanzien van het eerdergenoemde pand van [X].

Verder heeft zij opgemerkt dat de afspraken rond de geldlening zijn geformuleerd door partijen zelf en dat zij niet meer heeft gedaan dan deze vastleggen. Door de inhoudelijke reactie van de adviseurs van [eiser] op de door haar rondgestuurde concept-akte van geldlening mocht zij er in deze context op vertrouwen dat [eiser] op de hoogte was van en voldoende inzicht had in de rechtsgevolgen van de in die akte opgenomen rechtshandelingen.

Beoordeling

Het hof is van oordeel dat de notaris in dit geval goede grond had om erop te vertrouwen dat [eiser] reeds zelf op de hoogte was van en inzicht had in de inhoud en consequenties van de notariële akte van geldlening. Het hof legt hieraan ten grondslag dat de notaris ten eerste aan [X] heeft gemeld dat een tweede hypotheek op het pand van [X] als zekerheid voor de lening van [eiser] niet mogelijk was en heeft daarbij verzocht dat met [eiser] te bespreken. De notaris is vervolgens na overleg tussen partijen op de hoogte gesteld van de voorwaarden van de lening. De notaris heeft het concept van de notariële akte van geldlening daarna naar beide partijen toegestuurd.

Uit voorgaande is op te maken dat de akte van geldlening is bepaald door partijen en hun adviseurs. De notaris heeft daarnaast uitdrukkelijk schriftelijk opgemerkt dat er geen hypothecaire zekerheid voor de lening kon/zou worden gevestigd. Bovendien heeft [eiser] op geen enkel moment nadere uitleg aan de notaris gevraagd, terwijl de notaris hier wel de kans voor heeft gegeven. Tegen die achtergrond had de notaris goede grond om erop te vertrouwen dat [eiser] geen nadere uitleg over de notariële akte van geldlening nodig had.

Geconcludeerd kan worden dat de notaris zijn zorgplicht tegenover [eiser] niet heeft geschonden.

Klik hier voor de volledige uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u een geschil met uw notaris over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Neem dan contact met ons op.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Jip van Vlokhoven

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant