Een accountant wordt het verwijt gemaakt dat hij schuldeisers onvoldoende heeft gewaarschuwd voor de financiële positie van de inmiddels failliete bakkerij. Volgens de schuldeisers zijn zij door de accountant misleid, aangezien hij een continuïteitsverklaring heeft afgegeven in het jaarverslag van 2016. Daarom is verzocht om de accountant een maatregel op te leggen voor zijn gedrag.
Schuldeisers zijn de verhuurder van het pand waarin de bakkerij was gevestigd en de leverancier voor bakkerijbenodigdheden. De verhuurder is de voormalig eigenaar van de bakkerij en tevens ex-werkgever van de huidige eigenaar. De betreffende bakkerij is in 2015 in financiële problemen gekomen. De twee schuldeisers hebben in 2016 los van elkaar verzocht om een gesprek met de eigenaar om te achterhalen hoe het met het bedrijf ging. In april dat jaar hebben gesprekken plaatsgevonden, waarbij ook een medewerker van het kantoor van de accountant aanwezig was. Deze medewerker zou tijdens het gesprek hebben aangegeven dat de financiële problemen van de bakkerij voor het nieuwe jaar zouden zijn verdwenen. De leverancier heeft toen besloten de producten aan de bakkerij te blijven leveren.
De verhuurder heeft begin 2018 opnieuw verzocht om een gesprek, aangezien het huurcontract aan een verlenging onderhevig was. Ook bij dit gesprek was de accountant aanwezig. Tijdens dit gesprek zou zijn gezegd dat de bakkerij in gesprek was met de bank om een lening van 45.000 euro te verkrijgen om daarmee het pand te kunnen kopen. De ouders van de eigenaar zouden voor de aankoop garant staan. De verhuurder besloot daarop het huurcontract met nog eens vijf jaar te verlengen.
In de zomer van 2018 is de bakkerij failliet verklaard. De verhuurder zou nog een bedrag van 60.000 euro te goed hebben en de leverancier een bedrag van 70.000 euro. De accountant wordt hierop aangesproken. Hij zou immers een te rooskleurig beeld hebben geschetst en in het jaarverslag van 2016 ten onrechte een continuïteitsparagraaf hebben opgenomen. In 2016 had de bakkerij namelijk te kampen met een verlies van 59.472 euro. Ook zou de accountant aan de verhuurder hebben geweigerd het jaarverslag te verstrekken. De accountant heeft zich verweerd door te stellen dat dit is gedaan op nadrukkelijk verzoek van de eigenaar.
De accountant heeft aangegeven dat er in de continuïteitsparagraaf duidelijk is gesproken over de verliezen. Toch vond de accountant het reëel dat de onderneming kon worden voortgezet. Dit beeld zou ook nog in 2018 tijdens het gesprek reëel zijn geweest. Pas in het voorjaar van 2018 was de situatie wankel. Ook met de Belastingdienst was een betalingsregeling getroffen. Helaas hield de eigenaar zich niet aan de betalingsregeling, waardoor de regeling niet werd verlengd. Ook kon vader niet garant staan wegens ziekte. Daarom heeft de eigenaar medio 2018 zelf het faillissement aangevraagd.
Het is nu afwachten wat de rechter over deze zaak gaat oordelen. Klik hier voor het volledige nieuwsartikel.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant