Uitspraak: Accountant doet te weinig controle naar administratie en deponeerde geen jaarrekeningen: doorhaling

Een accountant was directeur grootaandeelhouder van een accountantskantoor. In 2017 heeft het kantoor de portefeuille verkocht en de bedrijfsvoering vrijwel geheel gestaakt. Een van de klanten was een fysiotherapeut die een praktijk had samen met drie andere medewerkers. Therapeuten werden op basis van een zzp-constructie ingezet. In de periode 2011 tot en met 2016 was het accountantskantoor verantwoordelijk voor de administratie van de fysiotherapiepraktijk. De loonafdeling regelde de salarissen, de accountant stelde de jaarrekeningen samen en deed de aangiften. De medeweker van de loonafdeling is bij het accountantskantoor in dienst getreden, maar heeft de salarisadministratie van de fysiotherapiepraktijk nog wel verzorgd.

In 2018 besluit de fysiotherapiepraktijk een econoom in te schakelen omdat zij vindt dat de bedrijfsresultaten op onverklaarbare wijze achterblijven in vergelijking met de omzet. De econoom stelt dat de salarissen van de medewerkers op een verkeerde wijze is berekend. De werkgeversloonlasten zijn ten onrechte voor de rekening van de fysiotherapiepraktijk gerekend. Omgerekend hebben de medewerkers sinds 2011 bruto 15% te veel aan salaris ontvangen.

De fysiotherapiepraktijk poogt in overleg te treden met het accountantskantoor. Het kantoor wordt aansprakelijk gesteld voor de schade, maar het kantoor wijst de oud-medewerker van de fysiotherapiepraktijk aan. De ex-werknemer van de loonafdeling heeft geen dekkende verzekering. De polis is geroyeerd en het narisico is niet verzekerd.

De fysiotherapiepraktijk bekijkt de andere verhaalsmogelijkheden, maar stelt dat er zelfs na 2015 geen jaarrekeningen meer zijn gepubliceerd. De accountant wordt daarvoor aansprakelijk gesteld.

Oordeel Accountantskamer

De klacht is deels verjaard, omdat al voor 2016 geconstateerd had kunnen worden dat de loonberekeningen niet juist waren. Zij had de eigen opgaven kunnen vergelijken met de salarisspecificaties. De klacht is wel ontvankelijk voor de werkzaamheden na 1 januari 2016.

De accountant heeft geen toezicht gehouden op de werkzaamheden van de afdeling loonadministratie, ook niet toen duidelijk werd dat de resultaten achterbleven. De accountant heeft onvoldoende uitvoering gegeven aan hetgeen in artikel 14 van de VGBA is geregeld. In artikel 3, lid 1, van de VGBA staat voorts dat elk handelen of nalaten van de accountant onderworpen is aan het fundamentele beginsel van professionaliteit.

Dat jaarrekeningen ontbreken en omdat er geen deugdelijke verzekering is afgesloten met een uitlooprisico van ten minste twee jaar, wordt een doorhaling passend geacht. Naar het oordeel van de Kamer moet een doorhaling door de duur van een maand worden opgelegd.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Monique Ebben

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant