Uitspraak: Accountant doorgehaald na partijdigheid en misleiding

In deze zaak moet een accountant na een faillissement een rapport opstellen van feitelijke bevindingen. Het aangeleverde rapport wordt als onvoldoende beschouwd door de klager.

Achtergrond van de zaak

De klager is curator in het faillissement van een vennootschap waarvan de bestuurders onbehoorlijk gehandeld hebben. De curator geeft aan dat er via complexe structuren vermogensbestanddelen uit de onderneming zijn gehaald en dat hierdoor de bezittingen van het bedrijf afgenomen zijn. De bestuurders en de vennootschap, hier de gedaagden, hebben de accountant verzocht een rapport van feitelijke bevindingen op te stellen met als doel de beoordeling van de administratie zodat besloten kon worden of dit normaal bedrijfsbeleid kon zijn.

Toen de accountant het rapport leverde, besloot de curator dat dit rapport niet voldeed aan de normen waaraan deze dient te voldoen en dreigde met het indienen van een klacht. De accountant weigerde het rapport in te trekken en de curator diende de klacht in. De klager had vier bezwaren tegen het geleverde rapport:

  • 1- Het rapport voldeed niet aan de eisen voor een rapport van feitelijke bevindingen zoals gesteld wordt in de regelgeving die zich richt op accountants.
  • 2- De conclusies die in het rapport werden getrokken waren onjuist.
  • 3- De accountant had niet gemeld dat hij partijdig was en voor een van de betrokken partijen werkte.
  • 4- De accountant wilde geen verantwoording afleggen.

De beoordeling van de Accountantskamer

Volgens de Verordening Gedrags- en Beroepsregels Accountants (VGBA) moet de accountant niet alleen in het belang van zijn opdrachtgever te werk gaan, maar met inachtneming van het algemeen belang. Dit betekent dat de rapportage volledig, juist en objectief dient te zijn.

Klachtonderdeel a: Het rapport voldeed niet aan de eisen voor een rapport van feitelijke bevindingen.

De accountant had het rapport ook met de rechtbank moeten overleggen aangezien het rapport ook voor deze bedoeld was. Dit is niet gebeurd en er is dan ook sprake van strijd met de normen van zorgvuldigheid. Verder moest de accountant uitsluitend de objectieve feiten rapporteren, maar deze trok conclusies in het rapport. De Accountantskamer stelt dat de accountant in strijd handelde met de regelgeving omtrent vakbekwaamheid en acht dit deel van de klacht daarom gegrond.

Klachtonderdeel b: De conclusies die in het rapport werden getrokken waren onjuist.

De accountant heeft de feiten gebaseerd op door de opdrachtgever verstrekte documenten. Hij had moeten aangeven dat zijn aannames van zijn opdrachtgever niet heeft gecontroleerd. Het nalaten hiervan is in strijd met de vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. De accountant heeft aangenomen dat de loonheffing op een goede wijze werd betaald en geen onderzoek gedaan naar de werknemers die daadwerkelijk in dienst waren. Wat onvoldoende zorgvuldig is.

Hij heeft niet gecontroleerd of de huur betaald werd en een post van bijna €75.000,- opgenomen zonder onderzoek naar de juistheid. De accountant had meer onderzoek moeten doen naar de jaarrekeningen en niet de gegevens hieruit overnemen. Er is tot slot onterecht geconcludeerd dat de administratie voldeed aan de wettelijke eisen, er had meer onderzoek moeten plaatsvinden omtrent het faillissement. De Accountantskamer acht ook alle verwijten van dit onderdeel gegrond.

Klachtonderdeel c: De accountant had niet gemeld dat hij partijdig was en voor een van de betrokken partijen werkte.

De Accountantskamer bepaald dat de accountant als partijdeskundige heeft gehandeld aangezien hij door een van de partijen is ingehuurd. De accountant moet normaal gesproken in dit soort gevallen aangeven of hij onafhankelijk is. Dit is niet gebeurd en dat maakt het onduidelijk in welke rol hij handelde. Dit klachtonderdeel wordt gegrond verklaard.

Klachtonderdeel d: De accountant wilde geen verantwoording afleggen.

De accountantskamer stelt dat de accountant in zijn recht stond toen hij een klacht indiende jegens de klager. Aangezien de klacht diende ter beoordeling. Dit onderdeel van de klacht wordt ongegrond verklaard door de Accountantskamer.

De Accountantskamer bepaald dat de accountant voor de duur van een maand doorgehaald wordt vanwege het schenden van de fundamentele beginselen bij het uitoefenen van zijn beroep. Gedurende deze periode mag hij zijn beroep niet uitoefenen. Hij toonde geen berouw of zelfreflectie.

Zorgplicht advocaten

Bent u van mening dat uw financiële dienstverlener, zoals een accountant, niet handelt met inachtneming van de verplichte vakbekwaamheid en zorgvuldigheid? Dan zijn wij van Zorgplicht advocaten hier om u bij te staan. Neem contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten voor aanvullende informatie over uw situatie.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Rob Silvertand

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant