Betrokkene is van mede-eigenaar en dagelijks beleidsbepaler van D Accountants. De accountantspraktijk van betrokkene is op 18 september 2013 onderworpen aan een toetsing op grond van de destijds geldende Verordening op de kwaliteitstoetsing NOvAA. Op 8 november 2013 heeft een aanvullende toetsing plaatsgevonden omdat een aan het accountantskantoor verbonden administratiekantoor ten onrechte niet in de toetsing was betrokken.
Dit eindoordeel hield in dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk van betrokkene in opzet en werking op belangrijke onderdelen niet voldeed en verbetering behoefde. Het tweede verbeterplan dat betrokkene inleverde werd goedgekeurd.
Op 18 november 2015 heeft de hertoetsing op basis van de dossiers van vier samenstellingsopdrachten plaatsgevonden. Bij brief van 10 februari 2016 heeft de Raad het eindoordeel van de hertoetsing aan betrokkene toegezonden, inhoudende dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk van betrokkene in opzet en werking niet voldeed aan het bepaalde bij of krachtens de Wet op het accountantsberoep (Wab).
Inmiddels laat het kantoor van betrokkene zich begeleiden door E, dit is een kennis- en adviescentrum voor accountantskantoren.
De klacht
Volgens klaagster heeft betrokkene er niet voor gezorgd heeft dat de accountantspraktijk, waarbij hij werkzaam is, ten tijde van de hertoetsing voldeed aan het bepaalde bij of krachtens de Wab, doordat hij als dagelijks beleidsbepaler er niet voor heeft zorg gedragen dat de interne beheersing van de accountantspraktijk voldeed aan de daaraan te stellen eisen heeft hij de fundamentele beginselen professionaliteit en vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden. Aan deze klacht is ten grondslag gelegd dat de toetsers tijdens de hertoetsing van 18 november 2015 tekortkomingen hebben geconstateerd doordat de gebruikte rapportgenerator onjuist is ingericht waardoor samengestelde rapporten onvolledig en onjuist zijn.
Ten aanzien van samenstellingsopdracht 01 en 04 hebben de toetsers onder andere geconstateerd dat de opdrachtvoorwaarden niet vastliggen in een schriftelijke (getekende) opdrachtbevestiging of anderszins in het dossier vastgelegd zijn.
Daarnaast ontbreken in dossiers 01 en 02 de statuten van de cliënten, blijkt uit dossier 01 niet dat betrokkene de identiteit van de cliënten voldoende heeft vastgesteld en heeft betrokkene in dit dossier de waarderingsgrondslagen onvoldoende toegelicht in de jaarrekening.
Voor samenstellingsopdracht 02 hebben zij tevens onder andere geconstateerd dat betrokkene de waarderingsgrondslagen noch in het dossier heeft opgenomen, noch in de jaarrekening en dat hij heeft verzuimd vergelijkende cijfers op te nemen en geen toelichting heeft gegeven op het ontbreken van deze cijfers.
Ten aanzien van samenstellingsopdracht 04 hebben de toetsers geconstateerd dat betrokkene onvoldoende aandacht heeft besteed aan de materiële posten in de jaarrekening, dat gegevens ontbreken met betrekking tot de externe financiering van het bedrijf en dat er geen aansluiting is gemaakt tussen de in de jaarrekening opgenomen omzet en de omzet zoals deze blijkt uit de omzetbelastingadministratie terwijl sprake was van een verschil.
Het verweer
Betrokken heeft aangegeven sinds de toetsing in 2013 geen assurance-opdrachten meer uit te voeren. Daarnaast heeft hij de oorzaken van de bevindingen van de toetsers toegelicht. Deze heeft hij niet betwist. Ook wordt volgens betrokkene op het kantoor aandacht besteed aan nieuwe software en aan een overstap op volledig digitale dossiers. Volgens betrokkene wordt gelet daarop hard gewerkt aan een verbetering ten aanzien waarvan hij de overtuiging heeft dat deze in de loop van 2017 verder vorm wordt gegeven en per 1 januari 2018 volledig is gerealiseerd.
De beoordeling
Betrokkene heeft naar het oordeel van de Accountantskamer er geen zorg voor gedragen dat zijn accountantspraktijk ten tijde van de hertoetsing van 18 november 2015 voldeed aan de eisen. Hij heeft daarmee het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden. De door betrokkene genoemde omstandigheden brengen niet met zich dat betrokkene hiervan geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt, aldus de Accountantskamer. De klacht wordt gegrond verklaard. Aan betrokkene wordt de maatregel van berisping opgelegd.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant