Uitspraak: Accountant maakt geld over namens stichting aan buitenlandse rekening na frauduleus betaalverzoek

Accountant B is bestuurder/penningmeester geweest van een stichting. Deze stichting heeft als doel het organiseren van kamermuziekevenementen. De leden van het bestuur van de stichting ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Accountant B was bevoegd om betalingen voor de stichting te doen en heeft daarnaast jaarrekeningen en begrotingen opgesteld.

Accountant maakt geld over van stichting aan buitenlandse rekening

Op 12 april 2017 heeft Accountant B een e-mail ontvangen uit naam van de voorzitter, waarin wordt gevraagd of hij een bankoverschrijving naar het buitenland kan doen. Accountant B heeft een uur later teruggemaild dat hij dit wel kan doen, maar dat hij daarvoor de bankgegevens en het bedrag nodig heeft. Het blijkt te gaan om een bedrag van € 9.500,-. Accountant B maakt het geld over en laat per e-mail weten dat de betaling gelukt is. In reactie op deze e-mail krijgt Accountant B nog een e-mail of hij nogmaals kan bevestigen dat de betaling is gelukt. Daarnaast wordt gevraagd of er nog een betaling gedaan kan worden.

Frauduleus betaalverzoek

Enkele dagen later heeft Accountant B aangifte gedaan van oplichting/fraude. In het proces-verbaal staat onder andere dat Accountant B heeft verklaard dat de stichting nooit geld over maakt naar dat desbetreffende land. Accountant B stelt dat de betaling niet heel vreemd was aangezien de voorzitter op vakantie was. Accountant B zegt het vermoeden te hebben dat de voorzitter dit bedrag privé nodig had en dit later terug zou storten. Later viel het Accountant B op dat het e-mailadres waar de e-mails van verstuurd werden, niet het standaard emailadres van de voorzitter was. Hij heeft vervolgens direct contact opgenomen met de voorzitter om de betaling te controleren. De voorzitter vertelde echter dat hij geen mails heeft verzonden en al helemaal niet heeft gevraagd om geld over te maken. De bank kon toen echter de betaling niet meer stopzetten.

Bestuur van stichting houdt accountant aansprakelijk voor het overmaken naar buitenlandse rekening

De voorzitter van de stichting heeft accountant B per e-mail van 25 april 2017 laten weten dat het bestuur hem aansprakelijk houdt voor het overmaken van het geld, op grond van een frauduleus e-mail verzoek. Volgens de voorzitter is het de rol van de penningmeester om de financiële gang van zaken te bewaken.

Uiteindelijk heeft de stichting een klacht ingediend tegen Accountant B. Volgens de stichting heeft Accountant B gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. Er liggen twee verwijten ten grondslag aan de klacht, te weten:

1. Accountant B heeft op basis van een ongebruikelijk betalingsverzoek een, voor de stichting ongebruikelijk hoog, bedrag overgemaakt zonder de juistheid van dit verzoek vast te stellen.
2. Accountant B heeft de stichting onder druk gezet om geen tuchtklacht in te dienen, door de stichting aansprakelijk te stellen voor schade die hij zou lijden indien er een klacht zou worden ingediend.

Accountant heeft in strijd gehandeld met belang van goede uitoefening van accountantsberoep

De Accountantskamer oordeelt dat, op grond van de gedrags- en beroepsregels voor accountants, de accountant nauwgezet had moeten reageren. De Accountantskamer stelt dat zelfs indien Accountant B ervan uit had mogen gaan dat de e-mail afkomstig was van de voorzitter, het nog niet gepast was om op grond van deze enkele e-mail geld van de stichting over te maken aan een buitenlandse rekening. Dit geldt juist omdat Accountant B zich als penningmeester ervan bewust moet zijn geweest dat er sprake was van een ongeregeld betalingsverzoek. Ook het feit dat de betaling moest worden overgemaakt naar een ander land dan het land waar de voorzitter verbleef, had Accountant B in zijn overwegingen moeten betrekken. Volgens de Accountantskamer diende Accountant B op zijn minst vooraf telefonisch contact op te nemen met de voorzitter. Door dit na te laten, heeft Accountant B gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

Waarschuwing voor het geld overmaken naar een buitenlandse rekening

Wat betreft klachtonderdeel b. overweegt de Accountantskamer dat voorop gesteld moet worden dat een accountant zich in het belang van een goede uitoefening van zijn beroep altijd toetsbaar moet opstellen. Een accountant mag dan ook geen druk uitoefenen om zo te voorkomen dat er een tuchtklacht wordt ingediend tegen hem. Accountant B had in een brief opgenomen dat indien de Stichting een tuchtklacht tegen hem in zou stellen, hij de Stichting aansprakelijk zou houden voor de eventuele schade die Accountant B daardoor zou lijden. De Accountantskamer stelt dat het opnemen van een dergelijke passage in het algemeen als een drempel voor het indienen van een tuchtklacht wordt ervaren. Accountant B heeft daarom naar het oordeel van de Accountantskamer gehandeld in strijd met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep. De Accountantskamer verklaart beide onderdelen van de klacht gegrond en legt Accountant B de maatregel van een waarschuwing op.

Hier kunt u de volledige uitspraak van de Accountantskamer lezen.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Rob Silvertand

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Jamiro van de Wiel

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant