Uitspraak: Accountants hebben bij managementovereenkomst niet in strijd met enig fundamenteel beginsel gehandeld

In deze zaak staan de fundamentele beginselen in de tuchtrechtspraak centraal.

Betrokkenen zijn allen als accountant-administratieconsulent ingeschreven. Zij hebben een persoonlijke houdstervennootschap en zijn een managementovereenkomst aangegaan met X. In deze management is een non-concurrentie- en relatiebeding opgenomen.

De uitspraak van de Accountantskamer

Klager verwijt betrokkene het volgende.

  • het opnemen van een non-concurrentiebeding en relatiebeding in de managementovereenkomst is in strijd met de fundamentele beginselen van integriteit en onafhankelijkheid;
  • op de website van X doen betrokkenen het voorkomen dat zij een accountantscontrole als bedoeld in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek (BW) mogen uitvoeren en dat is misleidend, omdat ze daartoe niet bevoegd zijn.

De Accountantskamer heeft het eerste klachtonderdeel ongegrond verklaard. Het tweede klachtonderdeel is ongegrond verklaard. Aan betrokkene is geen maatregel opgelegd. Naar het oordeel van de Accountantskamer is het opnemen van een non-concurrentie- en relatiebeding niet in strijd met enig fundamenteel beginsel.

Appellant voert aan dat het oordeel van de accountantskamer dat het non concurrentiebeding en het relatiebeding niet onrechtmatig zijn omdat sprake is van een breed gebruik van deze bedingen, naar zijn aard onbegrijpelijk is. Volgens appellant kan er door de bedingen een financiële afhankelijkheid ontstaan die maakt dat een accountant op negatieve wijze wordt beïnvloed.

Het hoger beroep is uitsluitend gericht tegen de ongegrondverklaring van het eerste klachtonderdeel. In zijn grief betoogt appellant dat het opnemen van een concurrentie- en relatiebeding in de managementovereenkomst in strijd is met de fundamentele beginselen van integriteit en onafhankelijkheid, nu daarmee in de hand wordt gewerkt dat de accountants niet de vrije mogelijkheid hebben om X te verlaten.

Anders dan appellant, ziet het College geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de betrokkenen de bedingen in strijd met één of meerdere fundamentele beginselen zijn overeengekomen. Appellant heeft niet geconcretiseerd en onderbouwd waarom de bedingen zodanig beperkend zijn dat zij niet in deze vorm door betrokkenen mochten worden overeengekomen. De algemeen geformuleerde stelling van appellant dat sprake kan zijn van een financiële prikkel voor de accountants om X niet te verlaten, is onvoldoende om in dit concrete geval van betrokkenen een schending van één of meerdere fundamentele beginselen aan te nemen.

De beslissing

Het College verklaart het hoger beroep ongegrond.

Lees hier de hele uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Monique Ebben

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant