Uitspraak: Accountantskamer verklaart klacht niet-ontvankelijk vanwege verlopen klachttermijn

Betrokkene (Y1) heeft als externe accountant de jaarrekening 2010 van BV2 gecontroleerd en de jaarrekening 2011 van BV2 beoordeeld, de andere betrokkene (Y2) was destijds manager van deze opdrachten. Tot zijn overlijden was B eigenaar van BV1. BV1 was enig aandeelhouder van verschillende vennootschappen, waaronder BV3, BV4 en BV5. BV5 houdt 99% van de aandelen van Bedrijf1. Bij de jaarrekening 2010 heeft Y1 op 31 januari 2012 een controle verklaring met oordeelsonthouding afgegeven. Hij heeft hierbij aangeven dat hij niet in staat was om voldoende controle-informatie te verkrijgen. Ook heeft hij gewezen op een onzekerheid in verband met de continuïteit van de onderneming. Bij de jaarrekening 2011 heeft Y1 op 30 januari 2013 een beoordelingsverklaring met een onthouding van conclusie afgegeven. Wederom was hij niet in staat voldoende geschikte informatie te verkrijgen.

Klagers hebben in de tweede helft van 2015 het gevoel gekregen dat er iets niet in orde was met de jaarrekeningen van BV2. In de loop van 2016 kregen klagers het sterke vermoeden dat de werkzaamheden van betrokkenen veel tekortkomingen vertoonden.

Handelen in strijd met geldende gedrags- en beroepsregels

Betrokkenen hebben volgens klagers gehandeld in strijd met de voor hen geldende gedrags- en beroepsregels. Zij hebben verschillende redenen gegeven voor deze klacht:

  • Het verschil in eigen vermogen en het resultaat van BV2 is niet toegelicht;
  • Betrokkenen hebben ten onrechte in de toelichting op de jaarrekeningen vermeld dat het eigen vermogen gebaseerd op veronderstelde continuïteit nagenoeg gelijk is aan het eigen vermogen gebaseerd op liquidatie;
  • Betrokkenen hebben ten onrechte niet toegelicht waarom de latente belastingverplichting in 2011 verdwenen lijkt te zijn;
  • Betrokkenen hebben ten onrechte geen toelichtingen op posten in de jaarrekeningen over de jaren 2010 en 2011 opgenomen, onder meer niet bij de posten “overige vorderingen”, mutaties in deelnemingen, waarde vervoermiddelen, belastinglatentie, leaseverplichtingen en verloop van zekerheden;
  • Betrokkenen hebben ten onrechte geen waarschuwing afgegeven in verband met het risico op faillissement van BV4, het risico van een nieuw bestuur van BV2 en het risico van de verhuizing van BV3 in 2012;
  • Betrokkenen hebben ten onrechte niet toegelicht dat de onzekerheid over de continuïteit van BV4 de continuïteit van de holding in gevaar bracht.
  • Betrokkenen hebben ten onrechte niet aangegeven dat de vorderingen op bedrijf2, bedrijf3, BV4, BV5 en bedrijf1 oninbaar waren, zonder dat hiervoor voorzieningen waren getroffen;
  • Betrokkenen hebben ten onrechte niet aangegeven dat de jaarrekeningen geen getrouw beeld geven voor wat betreft de vorderingen op de bedrijf2, bedrijf3, BV4, BV5 en bedrijf1 en voor wat betreft de waarde van het bedrijfspand van BV2.

Op grond van art. 22, eerste lid, Wtra (oud) worden klachten waar tussen het moment van het verweten handelen of nalaten en het moment van indiening van de klacht zes jaar zit, niet in behandeling genomen. Ook kan geen klacht meer in behandeling worden genomen indien op het moment van indienen van de klacht drie jaren voorbij zijn nadat klager geconstateerd of redelijkerwijs had kunnen constateren dat het verweten handelen of nalaten heeft plaatsgevonden. Voor de zesjaarstermijn is 1 januari 2013 bepalend, bij de driejaarstermijn 1 januari 2016.

Niet-ontvankelijk en ongegrond

De klacht die betrekking heeft op de jaarrekening is naar het oordeel van de Accountantskamer, gezien het bovenstaande, niet-ontvankelijk. Dit vanwege de overschrijding van de zesjaarstermijn.

Het klachtonderdeel betreffende fouten bij de jaarrekening 2011 is ontvankelijk. De Accountantskamer acht dit onderdeel ongegrond. De overwegingen van de Accountantskamer omtrent dit klachtonderdeel vindt u in de hele uitspraak vanaf 4.5.

De Accountantskamer verklaart de klacht omtrent de jaarrekening 2010 dus niet-ontvankelijk en de klacht omtrent de jaarrekening 2011 ongegrond.

Klik hier voor de hele uitspraak

Zorgplicht Advocaten

Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Jamiro van de Wiel

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant