Een accountantskantoor heeft over de periode 2000 tot en met 2015 nooit een aangifte vennootschapsbelasting ingediend. Het betreffende kantoor is een naamloze vennootschap waarvan de directeur alle aandelen houdt. De directeur verricht ook zelf de werkzaamheden. Buiten de NV heeft de directeur ook een eenmanszaak.
Het gaat met name om het jaar 2012. Het kantoor had een uitnodiging ontvangen, een herinnering en werd aangemaand. Er is vervolgens een aanslag Vpb 2012 van ambtswege opgelegd. Daarnaast is ook een verzuimboete en een beschikking belastingrente opgelegd. De zaak werd bij de rechtbank aangebracht. De rechtbank oordeelde echter dat het aangiftebiljet (wat pas in bezwaar werd ingediend) niet als voldoende kan worden beschouwd. De bewijslast werd omgekeerd en verzwaard. De rechtbank was niet overtuigd van het feit dat de aanslag de aanslag te hoog zou zijn vastgesteld. Er is immers rekening gehouden met de gegevens die bekend waren en daarom is sprake van een redelijke schatting. Het hof sloot zich aan bij het oordeel van de rechtbank.
Het accountantskantoor liet het er niet bij zitten en besloot de zaak aan de Hoge Raad voor te leggen. Het accountantskantoor stelt dat geen sprake is van een redelijke schatting. Ook wordt een beroep gedaan op de schending van een goede procesorde.
Een advocaat-generaal heeft een advies geschreven voor de Hoge Raad. De directeur-grootaandeelhouder van het accountantskantoor heeft zelf geen enkel jaar aangifte van de inkomstenbelasting gedaan. De bewijslast wordt in de zaken omgekeerd en verzwaard. Ten aanzien van de procesorde wordt het kantoor in het gelijk gesteld. Wel is het onduidelijk gebleven wat de daadwerkelijke omvang is van de betaalde personeelskosten.
De Hoge Raad moet zich buigen over de vraag of de personeelskosten op een juiste manier zijn berekend en of de procesorde niet is geschonden. Deze uitspraak volgt nog.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant