
In maart 2014 voerde een toezichthouder van het Bureau Financieel Toezicht (BFT) een grondig onderzoek uit naar de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) bij het accountantskantoor van X. De resultaten van dit onderzoek werden vastgelegd in een onderzoeksrapport dat op 20 januari 2015 werd gepubliceerd. Uit het rapport bleek dat er één dossier was waarin de Wwft was overtreden, specifiek met betrekking tot het cliëntonderzoek en de meldingsplicht.Gelden zonder duidelijke herkomst en overtreding van de Wwft
Bij het accountantskantoor van X werden drie leningen uit het buitenland ontvangen, met een totaalbedrag van € 245.420,-. Opvallend was dat X geen duidelijke herkomst kon geven van deze gelden, en nog zorgwekkender was dat deze leningen niet gemeld werden als ongebruikelijke transacties, hoewel ze afkomstig waren uit landen die op de ‘high risk and non-cooperative jurisdictions’-lijst van de Financial Actions Task Force (FATF) stonden. Daarnaast waren de gelden afkomstig uit onbekende bronnen en waren de voorwaarden niet gebruikelijk of zakelijk. In strijd met de Wwft was X ook nalatig in het uitvoeren van het cliëntonderzoek en trad hij oneerlijk en onoprecht op door het antedateren en manipuleren van stukken met betrekking tot de verificatie van de uiteindelijk belanghebbenden.
Procedure bij de accountantskamer en uitspraak
Na het onderzoek startte het BFT een procedure bij de accountantskamer, waarbij alle klachten ongegrond werden verklaard, behalve één. Het BFT was het niet eens met deze uitspraak en ging in hoger beroep.
Verplichte melding van ongebruikelijke transacties
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (het College) benadrukte dat volgens artikel 15 van de Wwft elke ongebruikelijke transactie gemeld dient te worden. Het College beoordeelde de drie ontvangen leningen als aanzienlijk, vooral omdat er geen schriftelijke leningsovereenkomsten, aflossingsschema’s, rentevergoedingen of zekerheidstelling waren. De herkomst van deze gelden was onduidelijk. Bovendien was het feit dat de gelden mogelijk uit landen kwamen die op de FATF-lijst stonden een extra risico. X had genoeg aanleiding om te vermoeden dat deze transacties verband konden houden met witwassen of financieren van terrorisme. Het College oordeelde dat X verplicht was om deze transacties te melden.
Identiteit niet geverifieerd
Het College constateerde ook dat X de identiteit van de uiteindelijk belanghebbenden niet goed had geverifieerd, wat eveneens in strijd was met de Wwft.
Het hoger beroep van het BFT werd op de genoemde punten gegrond verklaard, en daarmee werd de tuchtuitspraak van de Accountantskamer vernietigd.
Hier kunt u de volledige uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven lezen.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.
Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant