Uitspraak: Hof bevestigt de beslissing van de kamer, klacht niet-ontvankelijk verklaard

Een klacht tegen een notaris omdat hij onzorgvuldig zou hebben gehandeld. Hij zou de akte hebben gepasseerd zonder zich ervan te vergewissen dat klaagster de Nederlandse taal voldoende machtige was om de inhoud daarvan zonder aanwezigheid van een tolk te kunnen begrijpen. De kamer voor het notariaat heeft de klacht niet ontvankelijk verklaard. De klaagster gaat in hoger beroep bij het Gerechtshof Amsterdam.

Het procesverloop

Klaagster haar moedertaal is Spaans. Sinds februari 2006 woont zij in Nederland, waar zij destijds een relatie heeft gekregen met de man, met wie zij in 2008 is gaan samenwonen. Eind 2008 heeft een kantoorgenoot van de notaris voor klaagster en de man een samenlevingscontract opgesteld. Deze kantoorgenoot heeft de betreffende akte in het bijzijn van klaagster en de man gepasseerd. Bij het passeren is ook een beëdigd tolk Spaans/Nederlands aanwezig geweest, die de akte mede heeft ondertekend.

In verband met hun voorgenomen huwelijk heeft de man de notaris opdracht gegeven om tussen hem en klaagster huwelijkse voorwaarden op te stellen. De kandidaat-notaris die de conceptakte huwelijkse voorwaarden heeft opgesteld, heeft die conceptakte ter beoordeling gestuurd naar het e-mailadres van de man. Op 30 augustus 2012 zijn klaagster en de man bij de notaris geweest en heeft de notaris een akte huwelijkse voorwaarden gepasseerd. Klaagster en de man zijn op 5 september 2012 met elkaar gehuwd onder uitsluiting van elke gemeenschap van goederen.

In 2020 heeft klaagster bij de rechtbank een verzoek ingediend tot het treffen van voorlopige voorzieningen bij echtscheiding. De man heeft op 26 oktober 2020 een verweerschrift ingediend tegen de gevraagde voorzieningen. In dat verweerschrift is verwezen naar de akte huwelijkse voorwaarden. De gemachtigde van klaagster heeft de notaris bij brief van 20 november 2020 bericht dat klaagster, die in 2012 maar weinig Nederlands kon verstaan, pas bij de echtscheidingsprocedure van de advocate van de man had begrepen dat zij in 2012 bij de notaris een akte huwelijkse voorwaarden had ondertekend.

De klacht

Klaagster verwijt de notaris dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld omdat hij de akte huwelijkse voorwaarden heeft gepasseerd zonder dat klaagster vooraf op de hoogte was van de inhoud van die huwelijkse voorwaarden en zonder dat de notaris zich bij het passeren van de akte naar behoren ervan heeft overtuigd dat zij de Nederlandse taal voldoende machtig was om de inhoud daarvan zonder aanwezigheid van een tolk te kunnen begrijpen

De beoordeling

De Kamer heeft in de bestreden beslissing de klacht van klaagster tegen de notaris niet-ontvankelijk verklaard. (De volledige uitspraak kunt u hier lezen)

Op grond van artikel 99 lid 21 van de Wet op de notarisambt, kan een klacht slechts worden ingediend binnen drie jaar na de dag waarop de tot klacht gerechtigde persoon kennis heeft genomen van het handelen of nalaten dat tot tuchtrechtelijke maatregelen aanleiding kan geven. Indien de klacht wordt ingediend na verloop van drie jaar na de dag waarop de klager heeft kennisgenomen of redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van het handelen of nalaten van de notaris waarop de klacht betrekking heeft, wordt de klacht niet-ontvankelijk verklaard.

De wettelijke driejaarstermijn begint te lopen op de dag waarop de klager heeft kennisgenomen of redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van het handelen of nalaten van de notaris waarop de klacht betrekking heeft. Niet is vereist dat klager ook bekend is met de juridische beoordeling van dat handelen of nalaten. De beslissing tot niet-ontvankelijkverklaring blijft achterwege indien de gevolgen van het handelen of nalaten redelijkerwijs pas later bekend zijn geworden. In dat geval verloopt de termijn voor het indienen van een klacht een jaar na de datum waarop de gevolgen redelijkerwijs als bekend geworden zijn aan te merken. Volgens de wetsgeschiedenis is het stellen van een termijn vanuit een oogpunt van rechtszekerheid nuttig en nodig omdat de notaris niet tot in lengte van jaren moet kunnen worden achtervolgd met onderzoeken over zijn handelen.

Met de kamer is het hof van oordeel dat klaagster vanwege het verstrijken van de vervaltermijn niet-ontvankelijk is in haar klacht. Klaagster heeft op 30 augustus 2012 kennis genomen of redelijkerwijs kunnen nemen van het verweten handelen en/of nalaten van de notaris. Op dat moment is de vervaltermijn van drie jaar gaan lopen. Het hof zal de beslissing van de kamer daarom bevestigen.

De beslissing

Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt de bestreden beslissing van de kamer.

Hier kunt u de gehele uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam lezen.

Zorgplicht advocaten

van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Monique Ebben

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Monique Ebben

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant