In de nasleep van een nalatenschap ontstaat een geschil tussen erfgenamen en de kandidaat-notaris, belast met executeurswerkzaamheden. De erfgenamen betwisten het handelen van de kandidaat- notaris en stellen dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld. Dit leidt tot een tuchtrechtelijke procedure, waarin het tuchtcollege beoordeelt of de kandidaat-notaris in strijd heeft gehandeld met de geldende beroepsnormen.
Het testament
Op 10 oktober 2019 is erflaatster overlijden. Klagers zijn twee van de vier kinderen van erflaatster. Het testament van 23 november 2006 regelt de nalatenschap van erflaatster. De vier kinderen van erflaatster zijn hierin benoemd tot haar erfgenamen. Stichting [C] is hierbij benoemd tot executeur. Stichting [C] is verbonden aan het notariskantoor, waaraan ook de kandidaat-notaris is verbonden.
In mei 2021 hebben de erfgenamen aan de kandidaat-notaris verzocht om haar taak af te ronden en het beheer over te dragen aan de erfgenamen. Zonder toestemming van klagers heeft de kandidaat- notaris vervolgens een conceptakte van verdeling opgesteld. Hiervoor heeft de kandidaat-notaris een einddeclaratie van €6473,50 in rekening gebracht. Het saldo van de nalatenschap wil de kandidaat- notaris pas uitkeren aan de erfgenamen als zij de akte van verdeling waarin de einddeclaratie van de kandidaat-notaris is opgenomen, ondertekenen.
Onzorgvuldig handelen
Klagers betwisten het handelen van de kandidaat-notaris. Ze stellen dat de kandidaat-notaris onzorgvuldig heeft gehandeld. Ze heeft de werkzaamheden niet uitgevoerd, zoals van een (professioneel) executeur mag worden verwacht. Ze beschuldigen haar van onzorgvuldigheid, vertraging in het uitkeren van erfdelen, en het opstellen van een conceptakte zonder toestemming. Daarnaast klagen ze over het feit dat de kandidaat-notaris niet kenbaar heeft gemaakt welke werkzaamheden zij heeft uitgevoerd en zijn ze het niet eens met de kosten die in rekening zijn gebracht.
De kandidaat-notaris voert verweer, benadrukkend dat executeursbevoegdheden bij Stichting [C] liggen. Ze wijst de klacht over onzorgvuldigheid en hoge kosten af, stellende dat zij zorgvuldig handelde en de kosten redelijk waren.
Gehouden aan beroepsnormen
Het tuchtcollege stelt vast dat de executeursbevoegdheden bij Stichting [C] liggen en niet direct bij de kandidaat-notaris. Klagers kunnen executeurskwesties niet rechtstreeks tegen haar indienen. Daar doet niet aan af dat ook bij werkzaamheden die niet zijn voorbehouden aan een notaris, zoals het uitvoeren van werkzaamheden voor een executele-stichting, de notaris of kandidaat-notaris nog steeds gebonden is aan de beroepsnormen. Een notaris kan zich dan ook niet tuchtrechtelijk verschuilen achter een executele-stichting.
Ter beoordeling staat dan ook of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in art. 93 Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. Bij die tuchtrechtelijke toets worden de executeurswerkzaamheden op zich, zo mag uit hetgeen eerder werd overwogen blijken, hoogstens marginaal getoetst.
Beoordeling
De Kamer stelt dat het in deze situatie niet om een eenvoudig te behandelen boedel gaat. Boedels als deze onderstrepen dat de kandidaat-notaris met alle belangen rekening heeft te houden. Niet is gebleken dat ze die zorgvuldigheidsnorm heeft geschonden. Het verwijt dat ze heeft getracht een verdeling tot stand te brengen strekt haar eerder tot eer. Het zoeken van een uitweg is naar alle betrokkenen toe zorgvuldig, terwijl ze in de correspondentie daarover ook de mogelijkheid heeft genoemd de verdere verdeling aan de gezamenlijk erfgenamen te laten.
Dat ze voor die conceptverdeling, die naast de eind-rekening-en-verantwoording weinig om het lijf heeft, onevenredige kosten zou hebben gedeclareerd is evenmin gebleken. Hoewel een wat uitgebreider urenspecificatie verwijten had kunnen voorkomen, blijkt, marginaal toetsend, niet dat de kandidaat-notaris onterecht veel of anderszins onjuist heeft gedeclareerd aan Stichting [C].
Het verwijt dat de kandidaat-notaris geen tussentijdse rekening en verantwoording heeft afgelegd en geen boedelbeschrijving heeft opgesteld, wordt afgewezen. Het tuchtcollege stelt dat dit niet als onzorgvuldig handelen kan worden beschouwd, omdat er geen eerdere verzoeken van erfgenamen waren.
Het tuchtcollege merkt op dat het debat over het executeursloon nog steeds gaande is. Het niet voldaan zijn van het executeursloon leidt tot onduidelijkheid over het uiteindelijke saldo van de nalatenschap en de uit te keren bedragen. Hierdoor is er op dit moment geen grond voor overdracht van beheer aan erfgenamen, en er wordt geconcludeerd dat er geen sprake is van onzorgvuldig handelen.
Concludeert acht de Kamer het handelen van de kandidaat-notaris niet in strijd met de beroepsnormen. De kandidaat-notaris heeft zijn zorgplicht niet geschonden. De klacht van klagers is ongegrond.
Klik hier voor de volledige uitspraak van de Kamer voor het notariaat.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw notaris over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Neem dan contact met ons op.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant