Deze zaak draait om de afwikkeling van een nalatenschap door de notaris. In november 2016 is erflater overleden. Klaagster, haar broer en zus zijn als erfgenamen aangewezen in een testament uit 1993. Op 11 april 2017 heeft de notaris in deze nalatenschap een verklaring van erfrecht afgegeven.
De voormalige woning van erflater is door de erfgenamen verkocht. De opbrengst staat bij notaris M. in depot. Bij brief van 10 januari 2019 heeft de notaris de erfgenamen een eindvoorstel gedaan voor afwikkeling van de nalatenschap. De erfgenamen zijn het niet eens geworden over dit eindvoorstel.
De klacht
Klaagster verwijt de notaris dat hij de nalatenschap van haar ouders niet behoorlijk afwikkelt. Zij baseert haar klacht op het volgende:
- De verkoop van de woning is ten onrechte afhankelijk gemaakt van de taxatie van sieraden en de eventueel daaruit voortvloeiende aanspraak op verrekening, terwijl niet vaststaat dat bedoelde sierraden tot de nalatenschap behoren.
- Klaagster is door de notaris onrechte aangesproken op een schuld aan de nalatenschap; uit de aangifte erfbelasting blijkt volgens klaagster dat daarvan geen sprake is.
- De notaris staat en onrechte toe dat de zus van klaagster de afwikkeling van de nalatenschap traineert waardoor onnodig kosten worden gemaakt voor het depot van de erfenis bij notaris M.
De beoordeling
Klachtonderdeel 1
De kamer overweegt dat uit hetgeen over en weer is aangevoerd, niet kan worden afgeleid dat hier sprake is van feiten of omstandigheden op grond waarvan aannemelijk is dat de voorwaarde van taxatie van de sieraden voor medewerking aan de verkoop van de woning door bemoeienis van de notaris is gesteld. Een en ander ligt bij de zus van klaagster. Het eerste klachtonderdeel wordt daarom ongegrond verklaard.
Klachtonderdeel 2
De kamer stelt vast dat de notaris uiteindelijk heeft voorgesteld de vermeende vordering bij gebrek aan bewijs buiten de afhandeling van de nalatenschap te houden. Niet gebleken is dat aanspraak op betaling van de beweerdelijke schulden is gemaakt. Het tweede klachtonderdeel is ongegrond.
Klachtonderdeel 3
Uit het eindvoorstel dat de notaris in januari 2019 aan de erfgenamen heeft gedaan, volgt dat de notaris rechtstreeks op afwikkeling van de nalatenschap koerst, onder meer door verdeling van het depot van de verkoopopbrengst voor te stellen, zo overweegt de kamer. Als onweersproken staat verder vast dat de zuster van klaagster dit eindvoorstel heeft geaccepteerd, terwijl klaagster het juist heeft afgewezen. Ook het derde klachtonderdeel is ongegrond.
De beslissing
De kamer verklaart de klacht op alle onderdelen ongegrond.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw notaris over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Neem dan hier contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant