Klager dient bij de Kamer voor het notariaat een klacht in tegen een oud-notaris. Hij stelt dat de oud-notaris heeft nagelaten om klager voorafgaande aan het passeren van de akte van levering te informeren over het ten behoeve van klager op de woning rustende voorkeursrecht.
Het procesverloop
De oud-notaris is tot [datum] 2022 notaris geweest. Hij is gedefungeerd en heeft hij eigen verzoek de hoedanigheid van kandidaat-notaris gekregen. Op 25 november 1982 hebben de ouders van klager een aantal onroerende zaken verkocht en geleverd aan hun zes kinderen, onder wie klager. Klager heeft bij die akte voor zichzelf gehandeld en in hoedanigheid van gevolmachtigde van een broer en drie zussen gehandeld. Een van de onroerende zaken betrof een woning. Bij dezelfde akte in november 1982 hebben klager en de andere 5 kinderen de woning toegedeeld en geleverd aan een van hen, namelijk aan de broer. In de akte is ten aanzien van de woning een voorkeursrecht tot koop, huur of gebruik ten behoeve van klager opgenomen.
De broer, aan wie de woning was toegedeeld, overlijdt in augustus 2017. Hij heeft zijn drie zussen als erfgenamen achtergelaten en zij hebben de nalatenschap zuiver aanvaard. Tot die nalatenschap behoorde onder andere de woning. In december 2017 hebben de zussen de woning verkocht aan de zoon van klager. Hier is ook door de oud-notaris een akte van levering gepasseerd. Op 9 augustus 2021 heeft de toenmalige advocaat van klager, aan de oud-notaris te kennen geven kort te willen overleggen. Hij geeft aan dat er in de akte van levering een voorkeursrecht staat vermeld ten gunste van de klager. Echter, de zussen hebben de klager daar nooit over geïnformeerd. De advocaat van klager heeft, in de periode augustus-november, herhaaldelijke toezeggingen gestuurd naar de oud-notaris, maar enige reactie blijft uit.
De klacht
Bij brief van 24 november 2021 heeft klager een klacht geformuleerd tegen de oud-notaris. Allereerst stelt de klager in deze klacht dat hij niet op de hoogte was van het in de akte van 25 november 1982 ten behoeve van hem opgenomen voorkeursrecht ten aanzien van de woning. De notaris heeft nagelaten om hem, voorafgaand aan het passeren van de akte van levering op 9 februari 2018, daarover te informeren. Indien klager daarvan wel op de hoogte was geweest, had hij daarvan gebruik gemaakt. Klager is pas begin 2020 op de hoogte geraakt van de akte uit 1982 en het daarin opgenomen voorkeursrecht. Daarnaast stelt de klager dat de notaris in de eerstgenoemde akte, van 25 november 1982, gevestigde erfdienstbaarheden niet heeft opgenomen in de laatstgenoemde akte van 9 februari 2018. Tot slot stelt de klager dat de notaris is tekortgeschoten in de communicatie met de advocaat van de klager.
Het verweer
De oud-notaris voert als verweer hiertegen aan dat de klachttermijn is verstreken. Hij stelt dat de klager ten tijde van de levering van de woning aan zijn zoon wel degelijk op de hoogte van de akte van 9 februari 1982 en het daarin opgenomen voorkeursrecht. Klager is bij die akte namelijk opgetreden voor zichzelf en namens een broer en drie zussen. Daarnaast geeft de oud-notaris aan dat de de woning in eerste instantie – net voor de Kerst in 2017 – wel degelijk is verkocht aan klager, maar heeft hij zich daarna teruggetrokken. Vervolgens hebben de drie zussen de woning verkocht en geleverd aan de zoon van klager. Ook stelt de oud-notaris dat er wellicht sprake is van een opzetje tussen klager en de zoon om hem, als (oud-)notaris, met een aansprakelijkheidstelling te benadelen.
De beoordeling
Op grond van de Wet op het notarisambt kan een klacht slechts worden ingediend binnen drie jaar. Geteld vanaf de dag na de tot klacht gerechtigde persoon kennis heeft genomen van het handelen of nalaten dat tot tuchtrechtelijke maatregelen aanleiding kan geven. Indien de klacht wordt ingediend na verloop van drie jaar, wordt de klacht niet-ontvankelijk verklaard. De wettelijke driejaarstermijn begint te lopen op de dag waarop de klager heeft kennisgenomen of redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van het handelen of nalaten van de (oud-)notaris, waarop de klacht betrekking heeft.
Uit de akte van 25 november 1982 blijkt dat klager bij het passeren van die akte aanwezig is geweest en dat hij de akte voor zichzelf en als gevolmachtigde van een broer en drie zussen heeft getekend. De stelling van klager dat hij tot begin 2020 niet bekend was met de akte en het daarin opgenomen voorkeursrecht, houdt alleen al hierom geen stand. Verder is gesteld noch gebleken dat klager in februari 2018 niet op de hoogte was van de in die maand door de oud-notaris gepasseerde akte van levering, waarbij de woning – die is gelegen naast de woning van klager – aan de zoon is geleverd. De Kamer is daarom van oordeel dat klager kort na het passeren van de akte van levering op 9 februari 2018 kennis heeft genomen of redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van het vermeende nalaten van de oud-notaris. Aangezien de klacht op 30 november 2021 door klager is ingediend, is de driejaarstermijn verstreken.
De klager heeft tijdens de mondelinge behandeling het tweede en derde klachtonderdeel ingetrokken. Hier hoeft niet meer op in te worden gegaan. De oud-notaris heeft tijdens de mondelinge behandeling erkend dat de in de akte van 25 november 1982 opgenomen erfdienstbaarheden hadden moeten worden vermeld in de akte van levering van 9 februari 2018. Daarbij heeft de oud-notaris het aanbod aan klager gedaan om dit door middel van een rectificatie of aanvulling op laatstgenoemde akte kosteloos te herstellen. De Kamer spreekt de hoop uit dat de oud-notaris klager op deze wijze alsnog enigszins tevreden kan stellen.
De beslissing
Op grond van het voorgaande is de Kamer van oordeel dat de klacht te laat is ingediend en daarom niet-ontvankelijk is. De Kamer komt daarmee niet toe aan de inhoudelijke beoordeling van het door klager aan het adres van de oud-notaris gemaakte verwijt.
Hier kunt de gehele uitspraak van de Kamer voor het notariaat lezen.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant