Uitspraak: Klacht over nalatigheid notaris bij opstellen en passeren testament

Klaagster is zes jaar getrouwd geweest met de heer A. In 1977 is zij van hem gescheiden. Uit dit huwelijk, het derde huwelijk van A, zijn twee zonen voortgekomen. Eén van de zonen, zoon B, had een nauwe band met zijn broer en zijn moeder.

Op 9 september 2019 heeft oud-(kandidaat-)notaris een uur met zoon B gesproken. Vervolgens is een concepttestament opgemaakt, die nog diezelfde dag is getekend, nadat de notaris deze met zoon B had doorgenomen. Die bespreking duurde ook ongeveer een uur. In zijn testament heeft zoon B zijn dochter tot zijn erfgename benoemd.

Op 28 december 2020 heeft zoon B een eind gemaakt aan het leven van zijn dochter en daarna aan zijn eigen leven.

Op 20 januari 2021 heeft klaagster telefonisch gesproken met de notarisklerk. Bij e-mail van 27 januari 2021 heeft klaagster de notaris bericht geen vertrouwen meer te hebben in de dienstverlening en heeft zij de notaris verzocht de werkzaamheden voor de verklaring van erfrecht over te dragen aan een andere, door klaagster opgegeven, notaris.

Mr. P. heeft namens klaagster contact opgenomen met een medewerkster van het notariskantoor. Mr. P. vermeldt dat de dochter eerder is overleden dan zoon B. Dat betekent dat zijn erfgenamen de personen zijn conform de wettelijke erfopvolging. Het is volgens mr. P. niet aannemelijk dat erflater heeft bedoeld om de halfbroer/zussen en/of hun kleinkinderen erfgenamen te laten zijn. Hij wil dan ook graag weten wat er over de erfopvolging is gesproken voorafgaand aan het optellen van het testament.

De medewerkster van het kantoor heeft vervolgens aangegeven dat de notaris in het kader van de geheimhoudingsplicht de zaak niet met mr. P. kan bespreken.

De klacht

Klaagster heeft als kern van de klacht vermeld dat de notaris weigert uitleg te geven over de gang van zaken rondom het opstellen en passeren van het testament van zoon B, zich ten onrechte beroepend op haar geheimhoudingsplicht, terwijl de notaris ook niet heeft uitgelegd waarom zij op die vragen geen antwoord kan geven.

Het verweer

De notaris stelt dat hij zij zich terecht op haar geheimhoudingsplicht heeft beroepen. Over de gang van zaken die heeft geleid tot het opstellen van het testament heeft de notaris openheid van zaken gegeven. De notaris is echter niet verplicht openheid van zaken te geven over de inhoud van het met zoon B besprokene.

De beoordeling

De kamer overweegt dat hoewel de notaris heeft verklaard dat in het algemeen wordt gevraagd naar halfbroers en halfzussen, zij op de vraag of in deze zaak is geïnformeerd naar eerdere huwelijken van de ouders van zoon B met een beroep op haar geheimhoudingsplicht geen antwoord heeft gegeven. De kamer heeft geen aanleiding om aan te nemen dat de notaris zich ten onrechte op haar geheimhoudingsplicht beroept.

De kamer is van oordeel dat de notaris voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij zoon B de nodige voorlichting over de gevolgen van het testament heeft gegeven. De notaris heeft de kamer ter zitting desgevraagd bevestigd dat zij aandacht heeft besteed aan de gevolgen van een eventueel vooroverlijden van de dochter. De kamer heeft geen reden om daaraan te twijfelen.

De beslissing

De kamer verklaart de klacht ongegrond.

Lees hier de hele uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u een geschil met uw notaris over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Neem dan hier contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Monique Ebben

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant