De klagers verwijten de notaris dat hij de depots niet goed heeft beheerd én dat hij ten onrechte niet overgaat tot afwikkeling. Echter, de notaris kan niet overgaan tot afwikkeling van de depots gezien de depotovereenkomsten. De klachten worden dan ook ongegrond verklaard.
Het procesverloop
Klaagster heeft een relatie gehad met de heer X en zij hadden ook diverse onderneming. Een van die ondernemingen is de klager. Klaagster en klager (klagers) hebben diverse procedures gevoerd tegen de heer X. Uiteindelijk is er overeengekomen dat er een bindend adviseur benoemd zal worden. De kosten voor deze adviseur zouden worden voldaan uit een te vormen depot bij de notaris. Er is in 2012 een depotovereenkomst overeengekomen tussen klaagster en de heer X, waarin is overeengekomen dat er een bedrag van € 74.172,96 in depot zal worden gehouden bij de notaris.
In deze overeenkomst is opgenomen dat de notaris mag overgaan voor het overige slechts tot uitbetaling aan partijen indien er aan een van de drie voorwaarden wordt voldaan. In 2012 is er een depotovereenkomst opgesteld waarin is overeengekomen dat onderneming A € 81.000 verschuldigd is aan onderneming B en dat dit in depot wordt gestort bij de notaris. In deze overeenkomst is opgenomen dat de notaris mag voor het overige slechts tot uitbetaling aan partijen overgaan indien:
(1) hij van beide partijen schriftelijk een gelijkluidende opdracht hiertoe ontvangt, waarbij beide partijen verplicht zijn aan deze opdracht zo spoedig mogelijk hun medewerking te verlenen,
(2) na een rechterlijke uitspraak die in kracht van gewijsde is gegaan dan wel uitvoerbaar bij voorraad is verklaard of
(3) op basis van een duidelijke instructie die blijkt uit het bindend advies van de accountant zoals vermeld in de aangehechte overeenkomst, of een andere schriftelijke instructie van de bindend adviseur aan de notaris, waarbij de bindend adviseur de wettelijke en statutaire bepalingen die van toepassing zijn op onderneming B in acht dient te nemen.
Op 9 mei 2019 is de heer X overleden. De directe erfgenaam heeft de nalatenschap verworpen. Klagers hebben meerdere keren aan de notaris verzocht om over te gaan tot afwikkeling van de depots en om deze uit te keren. Klaagster heeft als bestuurder van de klager op 18 januari 2020 opdracht gegeven aan de notaris om een erfgenamenonderzoek uit te voeren. De bedragen, althans het restant daarvan, staan nog steeds in depot bij de notaris. Inmiddels is er een vereffenaar benoemd voor de nalatenschap van de heer X.
De klacht
Ten eerste verwijten de klagers de notaris dat hij klachtwaardig heeft gehandeld ten aanzien van de wijze waarop hij de twee depots meent te moeten beheren en afwikkelen. De klagers stellen dat de doelstellingen waarvoor het depot van € 74.000 is verstrekt niet meer aan de orde zijn. Er komt geen bindend advies meer, want de heer X is overleden. Het tweede depot van € 81.000 is ook niet meer nodig omdat de € 81.000 oorspronkelijk eigendom was van onderneming B en ten gevolge van het faillissement van deze vennootschap wordt de slotuitkering eigendom van de klager. Klagers hebben de notaris meerdere keren verzocht om uitbetaling van de depots maar deze wil dat alleen doen na een vonnis van de rechtbank.
Ten tweede verwijten de klagers de wijze waarop de notaris omgaat met een door hem aan klager verstrekte opdracht tot onderzoek naar de erfgenamen van de heer X. Klaagster heeft als bestuurder van klager op 18 januari 2020 opdracht gegeven aan de notaris tot het instellen van een erfgenamenonderzoek. De kosten daarvan zijn in totaal € 9.427,85. Het onderzoek is niet afgerond omdat klaagster de kosten te hoog vond. De notaris weigert om de uitkomsten van het onderzoek met haar te delen. Hij stelt dat dit valt onder zijn geheimhoudingsplicht.
De beoordeling
Klacht 1
De klagers verwijten de notaris dat hij de depots niet goed heeft beheerd én dat hij ten onrechte niet overgaat tot afwikkeling. Over het beheer van de depots overweegt de kamer dat de notaris het beheer heeft gekregen doordat hij het protocol van de oud-notaris heeft overgenomen. Een groot deel van deze verwijten zien op het beheer door de oud-notaris. Dit kan daarom niet de thans aangeklaagde notaris worden verweten. Daarnaast overweegt de Kamer dat het klagers sinds 2013 al bekend is hoe de depots beheerd worden. Het beheer van de depots is daarmee een praktijk die klagers al lang bekend is. In ieder geval al meer dan drie jaar voordat de klacht is ingediend. Dit betekent dat klagers op dit klachtonderdeel niet-ontvankelijk zijn.
Ten aanzien van de afwikkeling van de depots overweegt de Kamer dat de notaris daartoe niet kan overgaan. In tegenstelling tot wat klagers stellen is het door het overlijden van de heer X niet duidelijk wie de rechthebbenden zijn. Uit de depotovereenkomsten kan de notaris slechts in drie situaties overgaan tot uitbetaling. Geen van die situaties heeft zich nu nog voorgedaan. Er is geen gelijkluidende opdracht van partijen om over te gaan tot uitkering, er is ook geen rechterlijke uitspraak of advies van de bindend adviseur. De notaris kan daardoor de depots niet uitkeren. Dit klachtonderdeel is ongegrond.
Klacht 2
Klager heeft de notaris opdracht gegeven om een erfgenamenonderzoek uit te voeren om te kijken wie de erfgenamen zijn van de heer X. De kosten voor het onderzoek zijn voorgefinancierd uit de depots. Uit dat onderzoek kwamen 197 personen in beeld. Klager heeft de notaris daarna verzocht om het onderzoek niet meer voort te zetten. Klager heeft aan de notaris verzocht om aan haar de gegevens te verstrekken die hij heeft gevonden, en dat heeft de notaris geweigerd. De notaris stelt dat hij die persoonsgegevens niet aan klager kan overhandigen. Daartoe overweegt de kamer dat dit onderdeel ongegrond is. Klager was opdrachtgever maar geen erfgenaam. Daarom heeft zij geen recht om te weten wie de erfgenamen zijn.
De kamer overweegt dat duidelijk is geworden dat klaagster en de notaris een bespreking hebben gehad over wat er moet gebeuren met de depots. Volgens de notaris heeft hij daarbij twee wegen voorgesteld, namelijk het laten benoemen van een vereffenaar of het uitvoeren van een erfgenamenonderzoek. Volgens klaagster is het gesprek niet zo gegaan. De kamer begrijpt dat partijen allebei niet hadden verwacht dat er zoveel potentiële erfgenamen zouden worden gevonden. De notaris had aan klagers een duidelijkere toelichting kunnen geven over de gang van zaken en wat er zou gebeuren als er wel (veel) erfgenamen werden gevonden. Aan klagers had duidelijker verteld kunnen worden dat zij slecht opdrachtgever zijn en geen erfgenaam, waardoor zij niet over alle informatie uit het onderzoek mogen beschikken. Dat de gegevens niet worden verstrekt, daarop ziet de klacht, is echter geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.
De beslissing
De Kamer voor het notariaat verklaart de klagers niet-ontvankelijk voor zover de klacht ziet op het beheer van de depots. Daarnaast verklaart de Kamer de klacht ongegrond voor zover de klacht ziet op de afhandeling van de depots en verklaart zij klacht 2 ongegrond.
Hier kunt u de gehele uitspraak van de Kamer voor het notariaat lezen.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant