De Kamer voor het Notariaat heeft een uitspraak gedaan met betrekking tot een zaak waarin de notaris werd beschuldigd van nalatigheid in de uitvoering van een praktisch onuitvoerbaar testament.
Testament van erflater
Op 3 maart 2022 is erflater overleden. Hij was de vader van klaagster en had ook nog een zoon. Op het moment van overlijden woonde erflater samen met mevrouw [X] op hetzelfde adres. Hoewel ze niet getrouwd waren en niet als partners waren geregistreerd, hadden ze op 18 maart 2008 een samenlevingsovereenkomst gesloten, opgesteld door notaris [T] (hierna te noemen: de voorganger van de notaris), waarin een verblijvensbeding was opgenomen.
Uit de verklaring van erfrecht die de notaris op 18 mei 2022 heeft verleden, blijkt dat erflater op 18 maart 2008 een testament heeft opgesteld, eveneens bij de voorganger van de notaris. In dit testament is het vruchtgebruik van de woning gelegateerd aan de partner en worden beide kinderen tot erfgenamen benoemd.
In september 2019 heeft erflater een aanvullend testament opgesteld bij de notaris, waarbij de zoon werd onterfd en klaagster als enige erfgenaam en executeur werd benoemd. Het testament van 2008 bleef voor het overige van kracht. Onder de last tot afgifte van het legaat van vruchtgebruik aan de partner is klaagster gerechtigd tot de gehele nalatenschap. De waarnemer van de notaris heeft de akte tot vestiging van het vruchtgebruik gepasseerd.
Klagers hebben de notaris een aangetekende brief verstuurd, waarin ze een oplossing vroegen voor de situatie dat de bank-hypotheekhouder de hypotheek opeiste. De notaris heeft hier niet op geantwoord.
Onuitvoerbaar testament
Klagers stellen de notaris verantwoordelijk voor het feit dat het testament van 18 maart 2008 praktisch niet uitvoerbaar is gebleken. Op grond van het testament verkreeg de partner na het overlijden van erflater het vruchtgebruik van de woning en klaagster verkreeg de blote eigendom. Het testament is praktisch onuitvoerbaar, omdat ten eerste de hypotheek op naam van erflater stond en niet mede op naam van de partner. En ten tweede omdat de bank de hypotheek opeiste en de bestaande hypotheek niet op naam van klaagster wilde zetten, omdat zij niet woonachtig was in de woning. De bank beschouwt een woning “in verhuurde staat” als te risicovol.
Verder heeft de notaris door het passeren van de akte afgifte legaat het vruchtgebruik op de woning van erflater gevestigd zonder te controleren of de bank hiermee akkoord ging.
Tenslotte verwijten klagers de notaris dat hij niet heeft gereageerd op de aangetekende brief, waarin zij hem verzoeken om met een oplossing te komen voor het probleem dat bij hen was ontstaan doordat de bank de hypotheek opeiste.
Tuchtrecht ziet op persoonlijk handelen of nalaten van de notaris
Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 93 Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt.
Voor zover de klacht ziet op de praktische onuitvoerbaarheid van het testament van 18 maart 2008 overweegt de Kamer het volgende. Het notarieel tuchtrecht is een vorm van rechtspraak dat erop toeziet dat notarissen zich aan de gedragsregels van hun beroep houden. Hierbij gaat het om het persoonlijk handelen of nalaten van een notaris. Het testament uit 2008 is gepasseerd door de voorganger van de notaris. Hoewel hij de voorganger was van de notaris, is niet gebleken dat de notaris enige bemoeienis heeft gehad met het tot stand komen en passeren van het testament van 2008. Het aanvullend testament van 10 september 2019 dat wel door de notaris is gepasseerd, zag niet op het vruchtgebruik. Dit brengt met zich mee dat dit klachtenonderdeel ongegrond is.
Verder wordt de notaris verweten dat het vruchtgebruik op de woning is gevestigd zonder dat de bank hiermee akkoord ging. Vaststaat dat de akte van afgifte legaat/vestiging vruchtgebruik is gepasseerd door mr. [Y], als waarnemer van de notaris. De notaris was protocolhouder, maar feitelijk niet betrokken. Het enkele feit dat de notaris protocolhouder is betekent niet dat hij tuchtrechtelijk verantwoordelijk is. Ook dit klachtenonderdeel is ongegrond.
Dringende situatie
Tenslotte is de notaris verweten dat hij niet heeft gereageerd op de aangetekende brief. Voldoende staat vast dat de notaris en zijn kantoor de aangetekende brief van 14 september 2022 niet hebben beantwoord. Evenzeer is duidelijk dat klagers in de brief aandacht vroegen voor een nijpende situatie, die in hun visie was ontstaan door de vestiging van het vruchtgebruik.
Van een notaris mag worden verwacht dat hij aan hem in zijn hoedanigheid gerichte correspondentie beantwoordt. Niet elk nalaten een brief te beantwoorden is echter direct klachtwaardig. In dit geval is het onbeantwoord laten van deze brief dat wel, omdat het de notaris duidelijk had moeten zijn dat het voor klagers een dringende situatie was, die samenhing met een akte die op zijn kantoor was gepasseerd. Het nalaten is klachtwaardig, wat er ook zij van de juistheid van hun visie en ook al behoorde het verzoek tot het vinden van een oplossing niet tot de opdracht. Een verklaring die het nalaten rechtvaardigt is uitgebleven. Dit klachtonderdeel is gegrond. Echter, het gegronde klachtenonderdeel rechtvaardigt naar het oordeel van de kamer geen maatregel.
Klik hier voor de volledige uitspraak van de Kamer voor het notariaat.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw notaris over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Neem dan contact met ons op.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant