Uitspraak: Nader onderzoek nodig als klant te maken heeft met liquiditeitsproblemen

Sinds 2015 heeft een cosmeticabedrijf de jaarrekeningen laten samenstellen door een accountantskantoor. Dit kantoor verzorgde ook de loonadministratie en de ib-, vpb- en ob-aangiften. Per boekjaar wordt een controleberekening en een suppletieaangifte verzocht. Over 2009 tot en met 2017 heeft een accountant-administratieconsulent de jaarrekeningen samengesteld. Deze accountant-administratieconsulent gaat later werken bij een administratiekantoor.

Er zijn gezondheidsproblemen geconstateerd bij de dga. Hierdoor ontstaan grote achterstanden in de administratie. Over de boekjaren 2006 en 2007 zijn alleen concept-jaarrekeningen opgemaakt. Het bedrijf besluit over te stappen op een geautomatiseerd boekhoudsysteem om zo de achterstanden bij te werken. De jaarrekening van 2006 en 2007 worden vastgesteld. Op het kantoor van het bedrijf worden de boekhoudsystemen ingevuld. De accountant heeft geen toegang tot dit systeem.

De Belastingdienst heeft in 2015 middels een boekenonderzoek vastgesteld dat in 2010 tot en met 2013 te weinig omzetbelasting is betaald. Daarom worden naheffingsaanslagen opgelegd en ook een vergrijpboete. In 2019 gebeurt hetzelfde voor de boekjaren 2014 tot en met 2018. Er is te weinig omzetbelasting afgedragen door een verkeerd percentage te hanteren.

Een externe partij gaat op verzoek van de dga bekijken welke rol verschillende betrokkenen hebben gespeeld. Daarnaast worden zowel het accountants- als het administratiekantoor aansprakelijk gesteld. Ook wordt een klacht tegen de accountant ingediend bij de Kamer.

De klacht

Volgens de dga heeft de accountant:

  • a. het bedrijf ten onrechte geadviseerd de marge op een aantal verkochte producten te verbeteren door een lager btw-tarief af te dragen;
  • b. geen of onvoldoende controle uitgeoefend dan wel toezicht gehouden op de administratie van het bedrijf, met name op de btw-administratie, de fiscale verwerking daarvan en de daaruit resulterende (fiscale) verplichtingen;
  • c. de dga niet of onvoldoende geïnformeerd, ook niet naar aanleiding van de boekenonderzoeken door de Belastingdienst;
  • d. de dga en de aandeelhouders ten onrechte niet gewezen op de gevolgen van het niet tijdig doen van aangifte en/of het niet tijdig afdragen van de verschuldigde omzetbelasting.

Beoordeling

Klachtonderdeel a wordt ongegrond verklaard. De onderdelen b, c en d worden gegrond verklaard. Het is niet doorslaggevend bij welke ledengroep iemand staat ingeschreven, maar er dient te worden gekeken naar welke werkzaamheden zijn verricht. Na de overstap heeft de accountant nog steeds samenstellingswerkzaamheden uitgevoerd. Het handelen dient te worden getoetst aan de VGBA en de NV COS. Daarnaast zou de accountant niet hebben geweten dat de btw niet correct werd aangegeven, aangezien hij alleen de taak had de jaarrekeningen op te stellen. Eens per jaar kreeg hij de stukken om de jaarcijfers te kunnen vaststellen. Klager heeft volgens de Kamer niet aangetoond dat de accountant een rol had bij het hanteren van onjuiste btw-tarieven.

De werkzaamheden van de accountant omvatten niet het toezicht houden op de administratie van het cosmeticabedrijf. De Kamer legt het klachtonderdeel als volgt uit: bij het samenstellen van de jaarrekening is onvoldoende onderzoek gedaan naar de administratie. Dit lag wel voor de hand aangezien er problemen waren met de Belastingdienst. De accountant mag uitgaan van de betrouwbaarheid en volledigheid van de informatie die hij verkrijgt. Daarom hoeft niet te worden gevraagd naar nadere informatie. Dit is anders indien hij constateert dat de verstrekte gegevens onjuist, onvolledig of anderszins onbevredigend zijn.

Het bedrijf had liquiditeitsproblemen. De accountant was op de hoogte van de problemen. Toch heeft de accountant blindelings vertrouwd op de informatie die hij verkreeg. De accountant had nader onderzoek moeten doen naar de juistheid en volledigheid van de informatie.

Een accountant moet zorg dragen voor de medewerkers voor wie hij verantwoordelijk is qua opleiding en begeleiding (artikel 14 VGBA). De accountant heeft op de zitting aangegeven dat het wellicht beter had geweest dat hij meer toezicht had gehouden op de werkzaamheden van de medewerkers. De Kamer is het eens met deze constatering. Een accountant die jaarrekeningen vaststelt moet zich houden aan diverse standaarden als hij vermoed dat sprake is van fraude of overtredingen van wet- en regelgeving. De accountant heeft het management niet geïnformeerd. Klager heeft het echter niet aannemelijk gemaakt dat de accountant wist van de fiscale fraude, maar wel dat hij wist dat de suppletieaangiften niet tijdig werden gedaan. Hij was zich bewust van de mogelijke risico’s. Daarom had de dga hierover moeten worden geïnformeerd.

Maatregel

Er wordt een berisping opgelegd. De accountant heeft in strijd met het fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid gehandeld. Daarnaast is hij afgegaan op de informatie die is verstrekt, zonder nader onderzoek te doen terwijl hij op de hoogte was van de liquiditeitsproblemen.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Monique Ebben

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Rob Silvertand

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant