
In deze nalatenschapskwestie rondom de overleden [P] heeft klaagster de notaris beschuldigd van onzorgvuldig handelen en gebrek aan onpartijdigheid. De notaris zou klaagster onvolledig hebben geïnformeerd bij het verzoek tot ondertekening van een verklaring.
De nalatenschap
Klaagster heeft samengewoond met [P]. In april 2006 heeft [P] een samenlevingsovereenkomst gesloten met klaagster en tevens bij testament over zijn nalatenschap beschikt. Daarbij heeft erflater klaagster, althans de dochter van klaagster tot zijn erfgenamen en (opvolgend) executeurs van zijn nalatenschap benoemd. Hierbij is onder meer bepaald dat voor zover er beschikkingen zijn ten behoeve van klaagster, deze slechts gelden indien erflater ten tijde van overlijden met klaagster een gemeenschappelijke huishouding voert. In juni 2022 is [P] overleden. In augustus 2022 heeft de zus van erflater bij de bank een zogenaamde verklaring verwantschap getekend. Hierin geeft zij aan over het vermogen van [P] te beschikken zonder Verklaring van Erfrecht.
Erflater heeft onder bewind gestaan en er was een mentor benoemd. De bewindvoerder heeft de zus van erflater verzocht de door hem opgestelde eindrekening en verantwoording te tekenen. Op deze wijze is de zus van erflater ermee bekend geraakt dat erflater samen met klaagster een woning in eigendom had waarvan de woon- en hypotheeklasten werden voldaan door klaagster. In verband hiermee heeft de zus van erflater contact gezocht met de notaris.
Onduidelijkheid over de erfgenamen
De notaris stuurt op 12 oktober 2022 klaagster een brief met een verklaring ter bevestiging van de beëindiging van de samenwoonrelatie, waarin wordt aangegeven dat de gemeenschappelijke huishouding is beëindigd. Tevens ontvangt de dochter van klaagster een brief met het verzoek een verklaring houdende opdrachtverlening en aanvaarding van de executeursbenoeming te ondertekenen. Op 27 oktober 2022 herinnert de notaris klaagster aan de verklaring en verzoekt deze retour te sturen.
Op 24 november 2022 informeert de notaris de advocaat van klaagster dat een verklaring van erfrecht nog niet is opgemaakt, aangezien tot dusver onbekend is wie de erfgenamen van [P] zijn. Daarnaast geeft de notaris aan dat de broer en zus van [P] de notaris hebben verzocht haar werkzaamheden te beëindigen.
Klaagster stelt dat de notaris niet voldaan heeft een haar zorgplicht door klaagster niet zorgvuldig en niet volledig te informeren over de rechtsgevolgen van het ondertekenen van de aan klaagster toegestuurde verklaring. Daarnaast zou de notaris niet voldoende onpartijdig hebben gehandeld.
Geen sprake van onzorgvuldig en onpartijdig handelen
De kamer dient te beoordelen of de notaris onzorgvuldig en onpartijdig heeft gehandeld. Ingevolge artikel 93 van de Wet op het notarisambt zijn notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris betaamt.
In deze zaak heeft de tuchtkamer geoordeeld dat de klachten van klaagster tegen de notaris ongegrond zijn. Klaagster verwijt de notaris dat zij op basis van informatie van de familie van erflater aannam dat klaagster geen gezamenlijke huishouding meer met erflater voerde, en haar verzocht een verklaring te tekenen zonder volledige informatie te verstrekken. De kamer erkent dat de notaris in de brief van 12 oktober 2022 voorbarig was in het gebruik van de term ‘erfgenamen’, maar oordeelt dat de notaris dit later heeft rechtgezet in een brief van 24 november 2022. Daarnaast oordeelt de kamer dat de notaris geen oneigenlijke druk heeft uitgeoefend op klaagster om de verklaring te ondertekenen met de herinnering die zij heeft gestuurd.
Conclusie
Op grond van het voorgaande komt de kamer tot de conclusie dat de brief van 12 oktober weliswaar anders geformuleerd had moeten worden, maar de notaris heeft met haar brief van 24 november 2022 aan de advocaat van klaagster voldoende recht gezet dat zij nog geen standpunt had ingenomen met betrekking tot het erfgenaamschap. Een en ander vormt naar het oordeel van de kamer onvoldoende grond voor het verwijt dat de informatie die de notaris klaagster als geheel heeft gegeven, onzorgvuldig of onvolledig zou zijn. Ook van partijdig handelen is niet gebleken. Er is aldus geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van de notaris.
Klik hier voor de volledige uitspraak van de Kamer voor het notariaat.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw notaris over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Neem dan contact met ons op.

Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant