In een zaak tussen twee aandeelhouders van een bedrijf en een notariskantoor stond de vraag centraal of de notaris terecht een opdracht weigerde om een hypotheekakte te passeren. Deze weigering had gevolgen voor het bedrijf, waaronder een boete van €110.000 vanwege het niet nakomen van een koopovereenkomst. De aandeelhouders eisten compensatie van de notaris voor de geleden schade, maar de rechtbank gaf hen geen gelijk.
De feiten
Twee aandeelhouders van een bedrijf dat vastgoed wilde aankopen, waren betrokken bij een transactie met een koopsom van €1.100.000. Om de aankoop te financieren, had het bedrijf een hypothecaire lening geregeld met behulp van een notaris. Tijdens het proces kwamen complicaties naar voren. Het bleek onduidelijk wie de daadwerkelijke aandeelhouders en uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) van het bedrijf waren. Bovendien ontbraken cruciale documenten, zoals een aandeelhoudersregister. Deze onduidelijkheid en tegenstrijdige verklaringen leidden ertoe dat de notaris twijfels had over de rechtmatigheid van de transactie. Uiteindelijk weigerde de notaris de hypotheekakte op te stellen, waarna het bedrijf de koopovereenkomst niet kon nakomen en een boete verschuldigd werd.
Het geschil
De aandeelhouders van het bedrijf stelden dat de notaris zijn verplichtingen had verzaakt en eisten een schadevergoeding van €110.000, plus een voorschot van €50.000 op verdere schade. Volgens hen had de notaris door zijn weigering de overeenkomst met het bedrijf geschonden. Het notariskantoor voerde aan dat de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) hen verplichtte om zorgvuldig onderzoek te doen naar de identiteit van hun cliënten. Dit onderzoek bleek niet uitvoerbaar, mede doordat de aandeelhouders tegenstrijdige informatie hadden gegeven. Daarnaast werden er sterke aanwijzingen gevonden voor onregelmatigheden binnen de transactie, wat leidde tot de beslissing om de opdracht te weigeren.
De beoordeling
De rechtbank stelde vast dat de notaris zorgvuldig had gehandeld. De onduidelijkheden rondom de aandeelhouders en de identiteit van de UBO’s vormden gegronde redenen voor de weigering. Ook was er sprake van andere signalen die duidden op een ongebruikelijke transactie, waaronder mogelijke betrokkenheid van een persoon met een frauduleus verleden. De notaris was wettelijk verplicht om geen medewerking te verlenen aan een transactie wanneer het cliëntenonderzoek niet goed afgerond kon worden. De rechtbank oordeelde dat de weigering gerechtvaardigd was en dat de notaris niet tekortgeschoten was in zijn verplichtingen. De vorderingen van de aandeelhouders werden afgewezen, en zij werden veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van ruim €10.000.
Zorgplicht advocaten
Heeft u een klacht of vraag over de rol van uw of een andere notaris, neem dan vrijblijvend contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant