Uitspraak: Tuchtrecht heeft ook betrekking op bestuurder van de NBA

Eind 2017 krijgen drie ex-bestuurders van de NBA te maken met klachten die tegen hen zijn ingediend. De klachten worden door registeraccountants ingediend. De registeraccountants zijn van mening dat de bestuurders:

  • a. hun invloed hebben aangewend om mkb-kantoren zwaar te straffen voor kwaliteitsgebreken, terwijl zij tegen oob-kantoren geen enkele maatregel hebben getroffen;
  • b. hun invloed hebben aangewend om te zorgen voor regelgeving die oob-kantoren grote commerciële voordelen biedt ten opzichte van alle andere NBA-leden;
  • c. geen invloed hebben aangewend om als bestuur een evenwichtige afspiegeling van de accountantsgroep te vormen;
  • d. niet hebben gezorgd voor een evenwichtige samenstelling van de Accountantskamer, de Raad voor Toezicht en de Bezwarencommissie;
  • e. niet elke vorm en schijn van belangenverstrengeling tussen beroepsorganisatie en bestuursleden hebben vermeden door aanwezig te zijn bij de stemming over regelgeving die oob-kantoren grote commerciële voordelen biedt tegenover alle andere NBA-leden;
  • f. niet elke vorm en schijn van belangenverstrengeling tussen beroepsorganisatie en bestuursleden hebben vermeden door geen maatregelen te nemen naar aanleiding van AFM-rapporten, waaruit bleek dat de kwaliteit bij hun eigen organisatie tekortschoot en dus wet- en regelgeving niet werd nageleefd;
  • g. niet elke vorm en schijn van belangenverstrengeling tussen beroepsorganisatie en bestuursleden hebben vermeden door te weigeren een klacht in te dienen tegen een bepaald oob-kantoor.

Oordeel

De Kamer heeft aangevoerd dat de klachtonderdelen niet zijn geconcretiseerd en ook niet zijn onderbouwd. Zo is er geen duidelijkheid over welke individuele bijdragen de bestuursleden zouden hebben geleverd en wat voor maatregel wordt verlangd. De registeraccountants hebben slechts betoogd dat in strijd met de wet en regelgeving is gehandeld. Daarbij wordt verwezen naar collectief gehuldigde standpunten en op collectief handelen en nalaten. Daardoor is het niet duidelijk geworden in welke mate de bestuursleden persoonlijk verwijtbaar hebben gehandeld. De klacht is ongegrond.

Daarnaast zijn de klachtonderdelen ook onvoldoende onderbouwd. Er kan niet in zijn algemeenheid worden gesteld dat de bestuursleden niet hadden mogen beslissen over kwesties die oob-kantoren betreffen. Daarnaast is niet duidelijk geworden wanneer de bestuursleden dan verwijtbare gedragingen zouden hebben verricht. De registeraccountants hebben eveneens niet aannemelijk kunnen maken dat de beginselen van een goed NBA-bestuur zijn geschonden. Ook op basis hiervan wordt de klacht ongegrond verklaard.

Beroep

Zowel de registeraccountants als de bestuursleden besluiten in hoger beroep te gaan. De bestuursleden stellen dat de Kamer had moeten oordelen dat de klacht niet-ontvankelijk was. Dit zou komen doordat het niet gaat om enig persoonlijk, beroepsmatig handelen, een tuchtrechtprocedure niet bedoeld is om het handelen van een bestuursorgaan aan de kaart te stellen, een discussie bij de ledenvergadering van de NBA moest worden gevoerd en verwijten met betrekking tot de samenstelling van de Accountantskamer.

De registeraccountants stellen dat klachtonderdelen a tot en met d ten onrechte ongegrond zijn verklaard. Zij stellen dat de onderdelen wel voldoende zijn onderbouwd. De feiten die zijn aangevoerd zouden berusten op informatie die openbaar is en dat de bestuursleden de feiten ook niet hebben weersproken. Daarnaast ligt het niet voor de hand dat het persoonlijke belang van de bestuursleden geen rol hebben gespeeld binnen het beleid.

In beroep

Ook in beroep worden de gronden ongegrond verklaard. Het tuchtrecht gaat over toetsbare gedragingen in de individuele beroepsuitoefening. Het gaat in dit geval wel over enig persoonlijk, beroepsmatig handelen. Het handelen van een NBA-bestuurslid kan ook onder het tuchtrecht worden gebracht (artikel 42 Wab). De Kamer heeft de klacht dus terecht wel inhoudelijk beoordeeld.

Klager moet feiten en omstandigheden aanvoeren die de klacht inkleuren. In dit geval zijn geen concrete, individuele gedragingen genoemd waaruit zou kunnen blijken dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Een dergelijke onderbouwing ontbreekt ook in hoger beroep. De klacht wordt ongegrond verklaard; er wordt geen maatregel opgelegd.

Conclusie

Ook NBA-bestuursleden kunnen vallen onder het tuchtrecht. In dit geval was de klacht niet voldoende concreet en onvoldoende onderbouwd.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Jip van Vlokhoven

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Jip van Vlokhoven

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant