Uitspraak: Accountant handelt in strijd met twee fundamentele beginselen

In 2007 hebben een aantal huisartsen een huisartsenmaatschap gevormd. Ze hebben destijds in privé gezamenlijk een pand gekocht voor de vestiging van het medisch centrum. De aankoopsom bedroeg € 2.750.000,-. De onderhandse verkoopwaarde in verhuurde staat was in 2006 getaxeerd op € 3.100.000,-.

De aankoopsom is volledig gefinancierd en het pand wordt voor ongeveer 80% in privé aan derden verhuurd. Hiervoor zijn de huisartsen een samenwerkingsverband aangegaan.

Huisartsen: accountant heeft in strijd gehandeld met de gedrags- en beroepsregels

De accountant stelde tot en met 2009 de jaarcijfers op van de huisartsenmaatschap en het samenwerkingsverband. Ook verzorgde hij de inkomstenbelasting voor de huisartsen en hun partners. De huisartsen zijn van mening dat de accountant in strijd heeft gehandeld met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. De klachten van de huisartsen zijn als volgt.

  1. Vanaf 2008 heeft de accountant de kosten van het deel van het bedrijfspand, dat in gebruik was bij de huisartsengemeenschap, niet in mindering gebracht op de aangifte inkomstenbelasting.
  2. Dit deel heeft hij zowel opgegeven in box 1 en de gehele waarde in box 3.
  3. Sinds 2009 is bij de inkomstenbelasting uitgegaan van een te hoge WOZ-waarde.
  4. De accountant heeft niet adequaat gereageerd op vragen van de huisartsen.
  5. Ten aanzien van één van de huisartsen heeft de accountant zelfs een onjuiste/niet van toepassing zijnde waarde drukkende factor gehanteerd.

Een accountant dient zijn diensten nauwgezet, grondig en tijdig uit te voeren

Klacht 1, 2, 3 en 5 worden door de Accountantskamer ongegrond verklaard. Huisartsen moeten door middel van feiten en omstandigheden aannemelijk maken dat de accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. In dit geval hebben de huisartsen dit niet voldoende aannemelijk gemaakt. Dit door bijvoorbeeld te weinig bewijs te overleggen aan de Accountantskamer. Klacht 4 acht de Accountantskamer wel gegrond. Het fundamentele beginsel ‘vakbekwaamheid en zorgvuldigheid’ houdt in dat de accountant een professioneel dienst nauwgezet, grondig en tijdig uitvoert. De vragen die zijn gesteld door de huisartsen zijn niet beantwoord. Van een accountant mag worden verwacht dat hij op zijn minst correct en tijdig reageert. Hij heeft dus in strijd met het de fundamentele beginselen gehandeld.

De klacht van de huisartsen is gedeeltelijk gegrond verklaard. De Accountantskamer kijkt bij de beslissing naar de aard en de ernst van het verzuim. Ook kijkt hij naar de omstandigheden waaronder het verzuim heeft plaatsgevonden en of de accountant al eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld. In dit geval is de accountant nog niet eerder tuchtrechtelijk veroordeeld. De Accountantskamer vindt in deze zaak een waarschuwing passend.

Hier kunt u de volledige uitspraak van de Accountantskamer lezen.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.

Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Jamiro van de Wiel

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant