Uitspraak: Accountant krijgt maatregel van tijdelijke doorhaling opgelegd vanwege tegenwerken kwaliteitsonderzoek

Accountant krijgt maatregel tijdelijke doorhaling opgelegd vanwege tegenwerken kwaliteitsonderzoek

Accountant Y is eigenaar en dagelijks beleidsbepaler van accountantskantoor X. Op 19 mei 2016 ontvangt hij een brief van de Raad voor Toezicht. In deze brief wordt een kwaliteitstoetsing van accountantskantoor X aangekondigd. Dit onderzoek zal plaatsvinden op 23 en 24 augustus 2016.

In verband met een strafrechtelijk onderzoek wordt er bij accountantskantoor X op 28 juni 2016 een inval gedaan door de inspectie SZW. Accountant Y wordt in dit onderzoek tweemaal gehoord omdat hij verdacht wordt van betrokkenheid bij fraude. Uiteindelijk volgt in december 2017 een veroordeling en krijgt accountant Y een gevangenisstraf van 6 maanden wegens betrokkenheid bij door zijn cliënt gepleegde valsheid in geschrifte.
Ondanks het strafrechtelijk onderzoek besluit de Raad voor Toezicht de kwaliteitstoetsing te laten plaatsvinden. Op 23 augustus beginnen onderzoekers A en B met het kwaliteitsonderzoek bij accountantskantoor X. Op de eerste dag van het onderzoek lopen zij tegen een dossier aan dat niet compleet blijkt te zijn. Onderzoeker B heeft dit direct met Y besproken. Naar aanleiding hiervan heeft accountant Y op 24 augustus de ontbrekende stukken alsnog opgesteld. Met deze stukken heeft hij data uit het verleden gegeven en vervolgens toegevoegd aan het dossier.

Accountant Y krijgt spijt van het toevoegen van de stukken en biedt op 26 augustus 2016 aan de onderzoekers zijn excuses aan. Hij stelt dat het strafrechtelijk onderzoek en de kwaliteitstoetsing hem als persoon zeer geraakt hebben.
De bevindingen van de onderzoekers resulteren in het eindoordeel van 9 februari 2017. Het eindoordeel houdt in dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing op belangrijke onderdelen niet aan de vereisten voldoet.

Accountantskamer legt een tijdelijke doorhaling van drie maanden op

Begin 2018 dient de NBA een klacht in tegen accountant Y bij de Accountantskamer. De klacht houdt in dat Y de kwaliteitstoetsing van accountantskantoor X heeft tegen gewerkt en de uitkomst van het onderzoek heeft willen beïnvloeden. Dit heeft Y gedaan door tenminste drie documenten later toe te voegen aan een dossier en de datum van deze documenten in het verleden te leggen.

De Accountantskamer verklaard de klacht gegrond. Accountant Y heeft toegegeven dat hij de documenten op 24 augustus 2016 heeft opgesteld. Daarmee komt voor de tuchtrechter vast te staan dat Y oneerlijk en onoprecht heeft opgetreden in zijn beroepsmatige betrekkingen. Dit levert een schending op van de fundamentele beginselen van integriteit en professionaliteit. De Accountantskamer legt Y een tijdelijke doorhaling op voor de duur van drie maanden.

Accountant stelt dat maatregel te zwaar is

Accountant Y is van mening dat de opgelegde maatregel veel te zwaar is. Dit is voor hem aanleiding om in hoger beroep te gaan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Zijn stelling onderbouwt Y met drie argumenten. In de eerste plaats heeft de Accountantskamer gesuggereerd dat accountant Y enkel zichzelf wilde bevoordelen. Hij stelt zelf dat dit niet het geval was. Hij werd gedreven door de verantwoordelijkheid die hij had voor accountantskantoor X en haar negen personeelsleden. Ten tweede is door de tuchtrechter onvoldoende meegewogen dat accountant Y onder zeer hoge druk stond vanwege het strafrechtelijk onderzoek en de kwaliteitstoetsing. Als laatste voert Y aan dat een andere accountant enkel een berisping heeft gekregen voor het aanpassen van factuurgegevens gedurende een boekenonderzoek dat door de Belastingdienst werd verricht.

College van Beroep voor het bedrijfsleven sluit zich aan bij oordeel Accountantskamer

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven is van oordeel dat het hoger beroep ongegrond is. Het College overweegt dat een tuchtrechter bij het opleggen van een maatregel vooral kijkt naar de aard en ernst van de gedraging. Vervolgens kan er betekenis worden toegekend aan de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden.

Het beroep van accountant Y ziet enkel op de maatregel en dus blijft voor het College vaststaan dat Y fundamentele beginselen van professionaliteit en integriteit heeft geschonden. Het College sluit zich aan bij de stelling van de Accountantskamer dat dit een ernstige schending is. Met zijn handelen heeft accountant Y willens en wetens het accountantsberoep in diskrediet gebracht. Hoewel accountant Y vrij snel na zijn handelen, bij e-mail van 26 augustus 2016, zijn excuses heeft aangeboden is de opgelegde maatregel passend en gebonden.

Klik hier voor de volledige uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zorgplicht Advocaten

Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan hier contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Rob Silvertand

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Monique Ebben

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant