Uitspraak: Accountants bereiken niets met hoger beroep zaak

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) handhaaft in hoger beroep de maatregelen die de Accountantskamer in 2019 oplegde aan twee accountants. De accountants waren verantwoordelijk voor de controle van de jaarrekening 2011 van een bedrijf.

Procesverloop

De uitspraak gaat over de tuchtklacht van de curatoren van een bedrijf tegen de opdrachtpartner en de engagement partner van een accountantskantoor (de accountants), die de controle uitvoerden. Het gaat om het verwerven van inzicht in het risico-systeem van complexe projecten en de reactie op signalen van mogelijke problemen als eventuele aanwijzingen van fraude. De accountants hebben in een 2012 een goedkeurende controleverklaring bij de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening verstrekt. In 2015 is het bedrijf failliet verklaard. De AFM heeft naar aanleiding van een onderzoek naar uitgevoerde wettelijke controles, waaronder die van de geconsolideerde jaarrekening 2011 van het bedrijf, bij besluit van 16 maart 2016 aan de accountants een boete van € 1.245.000 opgelegd.

Uitspraak Accountantskamer

De accountantskamer heeft geoordeeld dat de accountants bij de groepscontrole van de jaarrekening 2011 niet zorgvuldig hebben gehandeld. Ook zijn zij onvoldoende professioneel kritisch geweest bij het beoordelen van werkzaamheden en bevindingen van collega-accountants die de groepsonderdelen hebben gecontroleerd. Er is onvoldoende opvolging gegeven aan duidelijke (fraude)signalen die bij de controle naar voren zijn gekomen en voor zover hieraan al opvolging is gegeven, zijn antwoorden onvoldoende kritisch gewogen en zijn groepsonderdelen waarover signalen zijn opgepakt, veelal te geïsoleerd bezien.

De uitspraak van de Accountantskamer kunt u hier lezen.

Het hoger beroep

De accountants hebben hoger beroep ingesteld tegen de accountantskamer van 16 december 2019. Het hoger beroep bestaat uit een groot aantal onderdelen en verwijten. De accountants zijn het er niet mee eens dat de Accountantskamer een aantal klachtonderdelen gegrond heeft verklaard. De accountants keren zich tegen de beslissing van de Accountantskamer om enkele klachtonderdelen ongegrond te verklaren of niet in behandeling te nemen.

Oordeel CBb

In afwijking van de beslissing van de Accountantskamer verklaart het CBb de vier verwijten alsnog ongegrond. Het gaat om het verwerven van inzicht in het risico-systeem van complexe projecten van Imtech en de reactie op signalen van mogelijke problemen als eventuele aanwijzingen van fraude. Op deze onderdelen van de controle gingen de accountants wel degelijk zorgvuldig te werk, waren zij kritisch genoeg bij het beoordelen van het werk van hun collega’s en gaven zij voldoende opvolging aan signalen van mogelijke problemen.

De curatoren krijgen op twee punten gelijk. De accountants evalueerden op drie onderdelen onvoldoende of zij voldoende en geschikte controle-informatie hadden gekregen. Dit ziet onder andere op de bevindingen van de accountant van Imtech in Duitsland over geconstateerde gebreken in de interne beheersing van bepaalde risico’s en ‘oude debiteuren’. Ook ontbrak op basis van het uitgevoerde werk een voldoende deugdelijke grondslag om een goedkeurende controleverklaring af te geven. De Accountantskamer trok die conclusie ten onrechte niet, oordeelt het CBb.

Maatregel

De Accountantskamer legde de accountants de maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving in de accountantsregisters op: drie maanden voor de opdrachtpartner en één ma and voor de engagement partner. Hoewel een deel van de klachten alsnog ongegrond is verklaard, vindt het CBb de schendingen van de gedrags- en beroepsregels die overblijven, samen met de alsnog gegrond verklaarde verwijten ernstig genoeg om deze maatregelen te handhaven. Het CBb rekent de accountants met name aan dat zij op cruciale momenten niet handelden zoals van hen mag worden verwacht. Ook weegt mee dat door het veronachtzamen van hun taak bij de jaarrekening een goedkeurende verklaring is afgegeven, terwijl daarvoor onvoldoende deugdelijke grondslag bestond.

Beslissing van het CBb

Het College verklaart het hoger beroep deels gegrond en verklaart meerdere klachtonderdelen ongegrond. Daarnaast laat het College de opgelegde maatregel tijdelijke doorhaling van de inschrijving van de accountant in de registers voor de duur van respectievelijk drie maanden en één maand in stand.

De gehele uitspraak van het CBb kunt u hier lezen.

Zorgplicht advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Rob Silvertand

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Monique Ebben

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant