Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelt in hoger beroep de berisping die de Accountantskamer in 2019 oplegde aan een OKB-er. Het was de taak van de OKB-er om bij de controlerende accountants aan de orde te stellen dat opvolging van mogelijke problemen niet uit kon blijven en om te wijzen op discrepanties in de rapportage aan het centrale management.
Het procesverloop
De uitspraak gaat over de beslissing van de Accountantskamer, waarin de tuchtklacht tegen een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordelaar (OKB-er) op een aantal onderdelen gegrond en voor de rest ongegrond is verklaard. Bij het CBb zijn de ongegrond verklaarde klachtonderdelen niet aan de orde. In februari 212 is een goedkeurende controleverklaring bij de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening 2011 verstrekt. Betrokkene heeft als OBK-er in het controledossier aangegeven dat de externe accountant in redelijkheid tot het in de goedkeurende controleverklaring neergelegde oordeel heeft kunnen komen. In augustus 2015 is het bedrijf failliet verklaard. De AFM heeft naar aanleiding van een onderzoek naar uitgevoerde wettelijke controles, waaronder die van de geconsolideerde jaarrekening 2011, bij besluit van 16 maart 2016 een boete van € 1.245.000,- opgelegd.
De klacht
De curatoren hebben op 9 februari 2018 een klacht tegen betrokkene ingediend bij de accountantskamer. De klacht houdt in dat betrokkene heeft gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. Ten grondslag aan deze klacht ligt het verwijt dat betrokkene zijn taak als OKB-er ten aanzien van de controle van de geconsolideerde jaarrekening 2011 en de enkelvoudige jaarrekening 2011 met onvoldoende diepgang en met een onvoldoende professioneel-kritische instelling heeft verricht. Betrokkene heeft hierdoor onvoldoende vastgesteld of de controlerend accountant in redelijkheid tot zijn goedkeurende controleverklaring bij de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening 2011 heeft kunnen komen.
Beoordeling van de Accountantskamer
De accountantskamer heeft geoordeeld dat betrokkene niet zorgvuldig heeft gehandeld bij het uitvoeren van de OKB. Hij heeft niet in overeenstemming gehandeld met diverse voor hem geldende vaktechnische en overige beroepsvoorschriften en daarmee niet aan de voor hem relevante wet- en regelgeving voldaan. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag. Betrokkene is naar het oordeel van de accountantskamer tekortgeschoten in het vastleggen van zijn overwegingen ten aanzien van de kwaliteitsbeoordeling en is onvoldoende professioneel-kritisch geweest bij de uitvoering van de kwaliteitsbeoordeling van de wettelijke controle.
De uitspraak van de Accountantskamer kunt u hier lezen.
Beoordeling van het CBb
De curatoren zijn in hoger beroep gegaan. In het hoger beroep van de OKB-er verklaart het CBb twee verwijten alsnog ongegrond. Het gaat om de beoordeling van de controlestappen wat betreft het verwijt inzake de goodwill impairment en de toetsing van het controledossier op het significante frauderisico. Op die onderdelen hoefde de OKB-er niet meer te doen dan hij heeft gedaan, omdat hij had gezien dat de controlerende accountants voldoende opvolging hadden gegeven aan een mogelijk probleem.
De curatoren krijgen op één onderdeel gelijk. Dit ziet op de beoordeling van de controlestappen wat betreft het verwijt inzake ‘oude Duitse debiteuren’. De Accountantskamer heeft dit verwijt ten onrechte niet besproken en het CBb verklaart dit onderdeel alsnog gegrond. De OKB-er had er bij de controlerende accountants op moeten aandringen dat zij alsnog de informatie kregen van een accountant van een groepsonderdeel waar zij om hadden gevraagd. De OKB-er had geen genoegen mogen nemen met een door de controlerende opdrachtpartner zelf gemaakt overzicht.
De maatregel
De Accountantskamer legde de OKB-er de maatregel van berisping op. Hoewel één klachtonderdeel om een andere reden gegrond blijft en een ander klachtonderdeel alsnog gegrond is, handhaaft het CBb deze maatregel. Het was juist de taak van de OKB-er om bij de controlerende accountants aan de orde te stellen dat opvolging van mogelijke problemen niet uit kon blijven en om te wijzen op discrepanties in de rapportage aan het centrale management van Imtech. Door dat op belangrijke punten niet te doen, is de OKB-er tekortgeschoten in zijn objectieve evaluatie van de conclusies van de controlerende accountants. Het CBb rekent de OKB-er ook aan dat door een gebrek aan documentatie van zijn werkzaamheden achteraf niet meer valt te toetsen of hij aan alle eisen van de kwaliteitscontrole heeft voldaan.
Beslissing van het CBb
Het college verklaart het hoger beroep deels gegrond en deels ongegrond met de instandlating van de oplegde maatregel van berisping.
De gehele uitspraak van het CBb kunt u hier lezen.
Zorgplicht advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant