Uitspraak: Beheerovereenkomst voor 2 panden is ook zonder schriftelijke grondslag rechtsgeldig

De heer B. is makelaar (hierna: “Makelaar B”) bij een makelaarskantoor. Vanaf 1971 heeft Makelaar B in opdracht van de vader van meneer J. het beheer gevoerd over 2 panden. Hier lag geen schriftelijke overeenkomst aan ten grondslag maar er werden door Makelaar B driemaandelijkse overzichten en afrekeningen verzonden waarin de vergoedingen voor het beheer waren opgenomen. De vader van meneer J. is in 2007 overleden. Makelaar B heeft hierna het beheer voortgezet. Makelaar B heeft namens meneer J. een aantal bezwaarschriften ingediend tegen gemeentelijke beschikkingen op grond van de Wet Onroerende Zaken voor beide panden. Hier heeft hij ook aanvullende vergoedingen voor in rekening gebracht.

Makelaar dient bezwaarschriften in zonder toestemming cliëntz

In 2013 is er een bespreking geweest tussen Makelaar B en meneer J. Hierbij heeft meneer J. verzocht tot creditering van de aanvullende vergoedingen. Dit verzoek is door Makelaar B geweigerd. De beheerovereenkomst is daarnaast door meneer J. per 1 december 2013 beëindigd. Meneer J. heeft een klacht ingediend bij de NVM en stelt dat Makelaar B zich niet als een goed makelaar heeft gedragen nu hij zonder toestemming bezwaarschriften heeft ingediend namens meneer J. en hiervoor ook vergoedingen in rekening bracht. Volgens meneer J. zou Makelaar B zijn zorgplicht hebben geschonden.

De Raad is van mening dat zij voorkeur geeft aan een schriftelijke overeenkomst wat betreft het beheer van panden, maar dat noch binnen het NVM, noch binnen het Burgerlijk Wetboek een dergelijke eis is vastgelegd. Wat betreft het indienen van bezwaarschriften zonder expliciete toestemming oordeelt de Raad dat, gelet op de omstandigheden, dit niet als klachtwaardig wordt gezien. De bezwaarschriften zijn over het algemeen, op de langere termijn, tot voordeel van meneer J. geweest. Daarnaast heeft het beheer door Makelaar B. over een langere periode plaatsgevonden en bevond meneer J. zich in het buitenland.

Makelaar zou niet gekwalificeerd zijn tot het indienen van bezwaarschriften

Als laatste klachtonderdeel behandeld de Raad de klacht dat Makelaar B. volgens meneer J. niet gekwalificeerd is tot het indienen van dergelijke bezwaarschriften. Echter, Makelaar B. heeft dit gemotiveerd weersproken aan de hand van een voorbeeld. Makelaar B. heeft destijds bezwaar gemaakt tegen de verlaging van de WOZ-waarde van beide panden. Als basis voor zijn bezwaarschrift heeft hij onderzoek gedaan naar de waarde van de door de gemeente gehanteerde vergelijkingspanden. Juist dit soort onderzoek mag worden toevertrouwd aan een makelaar. De Raad acht dus ook dit klachtonderdeel ongegrond. De Raad komt tot het oordeel dat Makelaar B. niet tuchtrechtelijk laakbaar of in strijd met de op hem rustende zorgplicht heeft gehandeld en verklaart de klacht ongegrond.

Klik hier voor de volledige uitspraak van de Raad van Toezicht.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u een geschil met uw makelaar over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? is uw opdracht niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Jamiro van de Wiel

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Monique Ebben

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant