Begin 2009 is meneer A opzoek naar een manier om veilig te beleggen. Hij heeft zijn levensverzekering voortijdig beëindigd. Hier is een bedrag van €50.500 uit vrijgekomen. Dit bedrag wil hij graag veilig beleggen. Daarvoor benadert hij B om financieel advies in te winnen. B adviseert een koopsompolisverzekering van Quantum. Dit product combineert een belegging en een verzekering. In de brochure van dit product is een garantie opgenomen dat de belegger zijn volledige inleg terugkrijgt. De financiële bijsluiter spreekt dit tegen. Daar staat dat er een risico bestaat dat de belegger zijn inleg verliest. In februari 2012 gaat meneer A akkoord met het advies van B.
Het product van Quantum doet maandelijks een uitkering. In 2012 stoppen deze uitkeringen naar aanleiding van liquiditeitsproblemen bij Quantum. Drie maanden later worden de maandelijkse betalingen gecontinueerd. In april 2016 stopt Quantum opnieuw met de betalingen en laat aan A weten dat deze stop voor onbepaalde tijd is.
In 2014 publiceerde Quantum een persbericht. Hierin stond dat er brochures in omloop waren die suggereren dat de koopsompolisverzekering gegarandeerd het geïnvesteerde bedrag uitkeert. In het bericht liet Quantum weten dat die informatie onjuist is.
Rechter oordeelt dat sprake is van eigen schuld
Meneer A stapt naar de rechter en vordert vergoeding van zijn volledige schade bij B. De financieel adviseur moet volgens meneer A de schade vergoeden omdat hij bij het geven van zijn advies in strijd handelde met zijn zorgplicht jegens A.
In eerste aanleg oordeelt de rechtbank dat B zijn bijzondere zorgplicht heeft geschonden. B had als financieel adviseur beter onderzoek moeten verrichten naar de achtergrond en de aard van het product. Zeker nu sprake was van tegenstrijdige informatie in de brochure en de financiële bijsluiter. Vanwege de schending van zijn zorgplicht moet B de schade van meneer A vergoeden. Echter, de rechter is van oordeel dat de schade mede door meneer A zelf is veroorzaakt. Voor meneer A moet duidelijk zijn geweest dat van een 100% garantie tot terugbetaling van de inleg nimmer sprake geweest kan zijn. Hij heeft immers de disclaimer en verklaring van kennisname ondertekend en teruggestuurd. In de disclaimer werd ook melding gemaakt van de risico’s die verbonden zijn aan het beleggen in het product.
Product was duidelijk niet geschikt
Meneer A is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank. Hij gaat in hoger beroep en stelt dat B hem een product heeft geadviseerd dat niet past bij zijn doelstellingen en risicobereidheid. De adviseur zou hem tevens verkeerd hebben geïnformeerd en hem onvoldoende hebben gewaarschuwd voor de risico’s van het product.
De zorgplicht die B jegens meneer A heeft brengt mee dat hij meneer A informeert en waarschuwt voor eventuele risico’s die aan het beleggingsproduct kleven. Omdat A een onervaren belegger is moest B nagaan of A het geadviseerde product begreep en zich daadwerkelijk bewust was van de daaraan verbonden risico’s. B wist dat meneer A geen risico wilde lopen zijn inleg kwijt te raken en dat het doel van de belegging een aanvulling op het inkomen was.
Het product dat B adviseerde was duidelijk niet geschikt voor meneer A. Het product was complex en B wist dat het product een vrij groot risico met zich meebracht. Het hof oordeelt dat B meneer A op een onjuiste wijze heeft geadviseerd.
Financieel adviseur baseert advies op brochure
De financieel adviseur geeft toe dat hij meneer A enkel op basis van de brochure heeft geadviseerd. De brochure is niet in lijn met de financiële bijsluiter van het product. In de financiële bijsluiter staat dat er wel degelijk een risico bestaat dat de belegger zijn inleg verliest. De financieel adviseur heeft ook niet gewaarschuwd voor de risico’s die aan dit product verbonden waren.
De financieel adviseur voert aan dat hij niet verantwoordelijk is voor de foutieve inhoud van de brochure. Het hof is echter van oordeel dat van B verwacht mocht worden dat hij meer onderzoek deed naar het product. Van een financieel adviseur mag verwacht worden dat hij meer onderzoek verricht dan enkel het lezen van een brochure. Hij is dan ook tekortgeschoten in de nakoming van zijn bijzondere zorgplicht tegenover meneer A.
Cliënt financieel adviseur hoeft niet zelf onderzoek te doen
In eerdere zaken heeft de rechter geoordeeld dat een cliënt er vanuit mag gaan dat zijn financieel adviseur zijn zorgplicht nakomt. Een cliënt hoeft dan niet zelf onderzoek te gaan doen naar de risico’s die verbonden zijn aan het aan hem geadviseerde product.
In dit geval voert de financieel adviseur aan dat meneer A al eerder een beleggingspolis heeft afgesloten. Hij wist dus zelf ook waar hij informatie kon vinden over de belegging. Dit maakt hem echter nog geen ervaren belegger, aldus het hof. Het verweer dat meneer A al ervaring had met het onderzoeken van beleggingen en dat de schade daarom mede aan hem zelf te wijten is, gaat in dit geval dus niet op.
Financieel adviseur wordt veroordeeld tot het vergoeden van de schade
Het hof stelt vast dat meneer A schade heeft geleden. Het beleggingsproduct blijkt nog slechts €19.744,93 waard te zijn. De inleg van meneer A was €50.500,-. Het hof stelt de schade vast op het verschil tussen deze twee bedragen. Dit komt neer op een schadepost van €36.184,07. De financieel adviseur wordt veroordeelt tot het betalen van dit bedrag aan meneer A.
Klik hier voor de volledige uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
Zorgplicht Advocaten
Heeft uw adviseur of tussenpersoon ook zijn zorgplicht geschonden en leidt u als gevolg hiervan schade of dreigt u schade te gaan leiden, neem dan vrijblijvend contact met ons op. Klik hier om contact op te nemen met een van onze gespecialiseerde advocaten.
Zie ook vergelijkbare uitspraken:
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant