Uitspraak: Fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid

Betrokkene is een registeraccount die staat ingeschreven in de daartoe bestemde registers. Klager was werkzaam voor de vereniging sinds 2001. Klager was werkzaam als algemeen directeur. Sinds 2017 kent de vereniging en tweehoofdige directie. Sindsdien was klager directeur Fokkerij & Innovatie en de heer A directeur Communicatie en Bedrijfsvoering. Aan betrokkene is op 2 oktober 2017 een controle-opdracht voor de jaarrekening verstrekt.

Klager heeft in 2017 bij het bestuur melding gemaakt van de samenwerkingsproblemen met de mede-directeur. Op 9 januari 2018 heeft klager nogmaals te kennen gegeven dat hij twijfelt aan de integriteit van de mede-directeur. Klager heeft dan ook op 25 januari 2018 een lijst gemaakt met aanwijzingen die zijn twijfels kracht zouden bijzetten.

Op 26 februari heeft klager 24 vragen aan het bestuur toegezonden omtrent posten in de jaarrekening. Op diezelfde dag is betrokkene begonnen met het controleren van de balans bij het boekjaar 2017. Betrokkene heeft gedurende zijn controlewerkzaamheden contact onderhouden met de mede-directeur, die belast was met de administratieve organisatie van de vereniging, waaronder de jaarrekening. Betrokkene heeft ook contact gehad met mevrouw B (de penningmeester) en de heer C (interim hoofd financiën).

Op enig moment is de interim hoofd financiën gedetacheerd bij de vereniging. De vennootschap die de detachering regelt, is verbonden aan het accountantskantoor. Klager heeft betrokkene op 5 maart 2018 gebeld. In het gesprek is aan de orde gekomen dat klager bedenkingen heeft tegen de mede-directeur. Na dit gesprek is ook de lijst met aanwijzingen toegestuurd, evenals de vragenlijst over de jaarrekening.

Betrokkene heeft vervolgens de lijst doorgestuurd aan zijn controleleider. Alle facturen boven de 10.000 euro worden gecontroleerd. Betrokkene is in gesprek gegaan met de mede-directeur, de penningmeester en het interim hoofd financiën. De penningmeester heeft be- trokkene meegedeeld dat een factuur groter dan € 10.000 in ieder geval de handtekening van één van beide directeuren diende te bevatten.

Op 19 maart 2019 heeft het bestuur besloten om een forensisch accountant een persoonsgericht onderzoek te laten verrichten naar de tekenbevoegdheden van rekeningen en overeenkomsten en de verantwoording van specifieke kosten.

Het bestuur heeft op 27 maart 2018 de letter of representation met betrekking tot de jaarrekening 2017 aan betrokkene toegezonden. Deze is ondertekend door de voorzitter van het bestuur en de penningmeester, waarin staat geschreven dat er geen aanwijzingen zijn voor fraude, beschuldigingen van fraude of fraude met mogelijke invloed op de jaarrekening.

Betrokkene heeft op 28 maart 2018 zijn goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 2017 verstrekt. Betrokkene zou hebben gehandeld in strijd met de geldende gedrags- en beroepsregels. Daaraan liggen de volgende verwijten ten grondslag: het niet, dan wel onvoldoende, onderzoeken van de door klager overgelegde aanwijzingen voor financiële onregelmatigheden; het willens en wetens opnemen van een onjuiste verklaring in het accountantsverslag; het zich onvoldoende vergewissen van de juistheid van het afgeven van een goedkeurende verklaring; het onvoldoende vermijden van de schijn van belangenverstrengeling.

De kamer heeft het volgende overwogen. Bij een aanwijzing voor fraude mag van een accountant worden verwacht dat hij aan het bestuur vraagt elke acties zijn ondernomen. Ook moeten de uitkomsten van die acties worden gemonitord.

Een accountant moet een onderzoekende instelling hebben en alert zijn op omstandigheden van fouten of fraude. Betrokkene had meer aandacht moeten besteden aan het forensisch-onderzoek. Hij heeft de mededeling van het bestuur voor lief aangenomen. Hij heeft niet onderzocht welke opdracht het bestuur aan de forensisch accountant concreet had verstrekt en of en in welke mate dat van invloed kon zijn op de controle. Ook heeft hij de uitkomsten van het forensisch onderzoek niet afgewacht. Voordat dit onderzoek was afgerond, heeft betrokkene zijn goedkeurende verklaring bij de jaarrekening verstrekt.

Een accountant moet rekening houden met een afwijking, ongeacht of deze afwijking van materieel belang is, als deze het gevolg is of kan zijn van fraude en het management daarbij betrokken is.

Betrokkene heeft bij de controle een onvoldoende professioneel- kritische instelling gehad en hij zijn goedkeurende verklaring heeft gegeven zonder over voldoende en geschikte controle-informatie te beschikken. Daarmee heeft hij in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. De kamer vindt de maatregel van berisping passend.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Rob Silvertand

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Joost Papeveld

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant