Uitspraak: Notaris geeft onjuiste voorlichtingen tijdens afwikkeling nalatenschap

In een recente uitspraak van de Kamer voor het notariaat is vastgesteld dat een notaris onjuiste voorlichtingen heeft verstrekt over de opeisbaarheid van legitieme vorderingen, wat resulteerde in een gegrond verklaarde klacht. De notaris werd berispt wegens schending van zijn zorgplicht volgens artikel 17 van de Wet op het notarisambt.

Opeisen van de legitieme portie

Erflater heeft in december 2014 ten overstaan van de notaris beschikt over zijn nalatenschap. In zijn testament heeft erflater zijn dochter, mevrouw [A], tot enig erfgenaam benoemd. Daarnaast stelde het testament ook dat indien een nakomeling zich niet met de gemaakte beschikkingen berust en hem een legitieme portie toekent, deze pas opeisbaar is bij het overlijden van de dochter.

Na het overlijden van de erflater in april 2022, heeft de notaris klager sub 1 geïnformeerd over zijn recht op de legitieme portie. De notaris heeft hier het volgende over gemeld:

“In het testament is bepaald dat een legitieme portie pas opeisbaar wordt bij het overlijden van uw zuster. Dit betekent dat het geldbedrag pas dan aan u wordt betaald. Of het hele geldbedrag dan ook echt aan u wordt betaald, hangt er onder meer van af of de erfenis van uw zuster daar groot genoeg voor is.”

Vervolgens heeft mr. [Y], die klagers bijstaat in de afwikkeling van de nalatenschap van erflater, de notaris om afschriften verzocht, nodig voor de berekening van de legitieme portie. Vanaf juli 2022 tot juli 2023 is tussen de notaris en mr. [Y] e-mail contact geweest over de voortgang van het opvragen en opmaken van bepaalde stukken. Uiteindelijk zijn de gevraagde antwoorden en stukken aan mr. [Y] verzonden.

Daarnaast heeft mr. [Y] gereageerd op de vermelding betreffende het opeisen van de legitieme portie:

“In de toelichting op het begrip “levensgezel” van artikel 4:82 Burgerlijk Wetboek wordt vermeld dat het begrip levensgezel als zodanig een – ook voor het huwelijk kenmerkende – duurzame lotsverbondenheid tussen twee personen impliceert, waaronder in dit verband niet de band wordt begrepen met een broer, zuster of andere naaste verwant van erflater”

Klacht

Klagers verwijten de notaris dat hij hen onjuist heeft voorgelicht over de opeisbaarheid van de legitieme vorderingen. Daarnaast stellen klagers dat de notaris onvoldoende voortvarend heeft gehandeld in het verstrekken, opvragen en opmaken van de benodigde stukken.

Juridisch kader

Op grond van artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen. De tuchtrechter toetst of hun handelen of nalaten in strijd is met het bepaalde in de Wna en andere toepasselijke bepalingen. Ook kan de tuchtrechter toetsen of zij voldoende zorg in acht hebben genomen ten opzichte van de (rechts)personen voor wie zij optreden en of zij daarbij hebben gehandeld zoals een behoorlijk beroepsbeoefenaar behoort te doen.

Onjuiste voorlichtingen

De kamer acht de klacht betreffende het geven van onjuiste voorlichting gegrond. De kamer gaat mee in de stelling van mr. [Y]. De vorderingen van klagers zijn op grond van artikel 4:81 BW opeisbaar geworden zes maanden na overlijden van erflater (op 3 oktober 2022) en niet, zoals de notaris klagers heeft geschreven in zijn brief van 16 juni 2022 pas na overlijden van de erfgenaam. De notaris heeft klagers dus niet goed voorgelicht. Dit heeft de notaris nadien ook erkend.

De klacht omtrent het niet voortvarend handelen van de notaris wordt door de kamer ongegrond geacht. Weliswaar had de notaris richting de erfgenaam meer kunnen aandringen op een vlottere aanlevering van antwoorden dan wel stukken (hetgeen de notaris ook erkent), maar naar het oordeel van de kamer is dat onvoldoende om tot het oordeel te komen dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.

Maatregel

Gezien de kamer de klacht voor een belangrijk deel gegrond acht, zal de kamer de notaris daarvoor een maatregel opleggen. De kamer is van oordeel dat de notaris in strijd met zijn uit artikel 17 Wna voortvloeiende zorgplicht heeft gehandeld door klagers verkeerd te informeren over de opeisbaarheid van hun legitieme vordering. Daarmee heeft de notaris een kernwaarde van het notariaat geschonden. De kamer acht dan ook de maatregel van berisping passend en geboden.

Klik hier voor de volledige uitspraak van de Kamer voor het notariaat.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u een geschil met uw notaris over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Neem dan contact met ons op.

Monique Ebben

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Rob Silvertand

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant