De Kamer voor het notariaat legt als tuchtrechtelijke maatregel een waarschuwing op aan een notaris. Klagers stellen dat de notaris zich onpartijdig en onafhankelijk heeft opgesteld en zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden. De Kamer is van oordeel dat de notaris door het delen van de vindplaats van de uitspraak met kopers de schijn van partijdigheid heeft gewekt.
Procesverloop
In maart 2018 heeft klager tezamen met zijn broer een koopovereenkomst gesloten met de kopers. Hierbij werd een gedeelte van het perceel verkocht tegen een overeengekomen koopsom. Op 5 april 2018 heeft de notaris de akte van levering gepasseerd. In mei 2018 heeft de toenmalige gemachtigde van klager, de notaris aangeschreven met de vraag of de notaris voorafgaand aan het passeren van de leveringsakte de wilsbekwaamheid van klager en zijn broer heeft onderzocht. Dit aangezien er voor een dergelijk onderzoek voldoende indicatoren aanwezig waren. Vervolgens heeft er op 23 mei 2018 een bespreking plaatsgevonden tussen de toenmalige gemachtigde van de klager, de broer van de klager en de notaris. Deze bespreking heeft niet tot een oplossing geleid. Op 19 oktober 2018 zijn de goederen van zowel de klager als van zijn broer onder bewind gesteld bij beschikking. Daarnaast zijn er gezamenlijke bewindvoerders over het vermogen van klager en zijn broer benoemd. De bewindvoerders hebben op 21 november 2018 namens klager en zijn broer een klaagschrift tegen de notaris ingediend. De klager en zijn broer verwijten de notaris dat hij ten tijde van het passeren van de akte, onvoldoende alert is geweest op de wilsbekwaamheid van de klager en zijn broer. Er wordt gesteld dat de notaris zijn zorgplicht heeft geschonden door geen nader onderzoek te verrichten
Lees hier de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam waar er wordt ingegaan op de zorgplicht van de notaris ten behoeve van de wilsbekwaamheid.
De bewindvoerders
Op 25 september 2019 heeft de Kamer voor het notariaat bij beslissing verklaard dat de bewindvoerders in hun klacht niet-ontvankelijk zijn. Naar oordeel van de Kamer hebben de bewindvoerders op grond van de wet geen rechtstreeks belang bij het indienen van een klacht tegen de notaris. Evenmin zouden zij een indirect of afgeleid belang hebben bij het indienen van een klacht tegen de notaris. Vervolgens is er namens de klager en zijn broer op 23 oktober 2019 beroep ingesteld tegen de beslissing van de kamer van 25 september 2019. Tijdens de beroepsprocedure is bepaald dat de bewindvoerders wel ontvankelijk zijn in hun klacht tegen de notaris. Op 17 oktober 2019 overlijdt de broer van klager en vervolgens overlijdt de klager op 7 december 2021. De bewindvoerders willen de klacht van klager en zijn broer voortzetten.
De klacht van de bewindvoerders
De bewindvoerders verwijten namens klager en zijn broer dat de notaris onzorgvuldig heeft gehandeld door zich niet onpartijdig en onafhankelijk op te stellen en zijn geheimhoudingsplicht te schenden. De notaris heeft informatie uit de klachtenprocedure, waaronder de uitspraak van deze kamer dat de bewindvoerders in hun klacht niet-ontvankelijk zijn verklaard, gedeeld met de kopers. Er was geen sprake van het delen van informatie met een derde partij, want de kopers waren geen partij in de desbetreffende procedure. Aangezien de notaris er dus voor beide partijen was, stellen de bewindvoerders, namens de klager en zijn broer, zich op het standpunt dat de notaris heeft gehandeld in strijd met artikel 17 Wna. In dit artikel staat dat een notaris zijn ambt uitoefent in onafhankelijkheid en hij de belangen van alle bij de rechtshandeling betrokken partijen op onpartijdige wijze en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid behartigt. De bewindvoerders verzoeken de kamer de klacht gegrond te verklaren en de notaris een maatregel van berisping op te leggen.
De klacht van de bewindvoerders is op 28 februari 2022 behandeld bij de Kamer. Tijdens de behandeling acht de Kamer zich thans onvoldoende geïnformeerd om te kunnen beslissen ten aanzien van de ontvankelijkheid en de klacht. De Kamer stelt daarom de gemachtigden en de notaris in de gelegenheid om nadere stukken in te dienen. Hen wordt verzocht door de Kamer verschillende stukken over te leggen binnen vier weken. De Kamer houdt op 26 april 2022 iedere verdere beslissing aan voor de duur van vier weken in afwachting van aanvullende stukken.
De beoordeling van de Kamer
Op 30 juni 2022 wordt de beoordeling voortgezet. Bij brief met bijlagen van 8 juni 2022 heeft de gemachtigde, namens de bewindvoerders, de aanvullende stukken ingediend waar de Kamer om had gevraagd. Aan de hand van de ingediende stukken, bepaald de Kamer dat de bewindvoerders ontvankelijk zijn de onderhavige klacht van klager en zijn broer voort te zetten.
Op grond van artikel 93 lid 1 Wna zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen als er sprake is van handelen of nalaten in strijd met een bij of krachtens deze wet gegeven bepaling. Hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degene wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelswijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert. De notaris betwist dat er sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen aan zijn kant. Ter zitting heeft de notaris gesteld dat hij geen vertrouwelijke informatie heeft gedeeld, maar dat hij kopers enkel heeft gewezen op een in het openbaar uitgesproken uitspraak die bovendien gepubliceerd is. Naar de mening van de notaris is er geen sprake van bevoordeling van kopers in de lopende procedure tussen kopers en klagers, althans dit voordeel is niet komen vast te staan. Het effect is volgens de notaris feitelijk dat partijen op gelijke informatiepositie zijn gekomen.
De Kamer is van oordeel dat de notaris de schijn van partijdigheid heeft gewekt. Dit omdat hij, ondanks hij feitelijk geen documenten aan de kopers heeft verstrekt, de vindplaats van de uitspraak met kopers heeft gedeeld. Het feit dat de uitspraak openbaar is gedaan en voor de kopers redelijk gemakkelijk te vinden is, maakt niet dat de notaris actief deze informatie met hen had mogen delen. Er is in deze kwestie niet uitgesloten dat er op enig moment voordeel bestaat of ontstaat. Er bestond voor de notaris geen enkele noodzaak om de kopers op de hoogte te stellen van de vindplaats van de uitspraak. De notaris had zich daarvan dienen te onthouden. De Kamer verklaart daarom de klacht van de klagers gegrond. Gelet op het vorenstaande zal de Kamer de notaris een waarschuwing opleggen.
Lees hier de gehele uitspraak van de Kamer voor het notariaat.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant