Uitspraak: Accountant als vennoot vaktechnisch verantwoordelijk voor onjuist advies

Accountant X is vennoot bij kantoor F. Kantoor F levert verschillende diensten op het gebied van accountancy en juridische advisering. In 2014 haalt X bedrijf A als nieuwe klant binnen bij kantoor F. In de opdrachtovereenkomst staat dat kantoor F de jaarrekening gaat samenstellen, de belastingaangiften gaat verzorgen en zal adviseren of fiscaliteiten en bedrijfseconomische vraagstukken. Bedrijf A is een horeca onderneming die een restaurant heeft in een gehuurd pand. De huurovereenkomst verloopt eind september 2018 en zal automatisch worden verlengd indien deze niet tijdig wordt opgezegd. In de overeenkomst staat een opzegtermijn van één jaar. De vennoten van bedrijf A overwegen de huur op te zeggen en op een andere locatie verder te gaan. Zij vragen relatiebeheerder Y van kantoor F om advies. De relatiebeheerder legt de vraag van de vennoten voor aan jurist Z die ook werkzaam is bij kantoor F. De jurist adviseert de vennoten om uiterlijk 20 september 2017 de huur op te zeggen. Conform dit advies versturen de vennoten de opzeggingsbrief op 31 mei 2017 en wordt de einddatum van de huur op 30 september 2018 gezet. Nadat zij de huur hebben opgezegd proberen de vennoten van bedrijf A het restaurant te verkopen. Nu de huurovereenkomst is opgezegd blijkt dit lastig. De vennoten van bedrijf A zien zich genoodzaakt om het restaurant te verkopen aan de verhuurder van het pand. Het restaurant wordt verkocht voor €75.000. De vennoten ontvangen hiervan echter geen enkele euro. De verkoopprijs wordt volledig verrekend met de misgelopen huurpenningen tussen augustus 2017 en september 2018.

Onjuist advies leidt tot schade van €75.000

De vennoten van bedrijf A zijn van mening dat kantoor F aansprakelijk is voor de schade die zij hebben geleden. Op 29 augustus 2017 stellen zij het kantoor daarom aansprakelijk voor de volledige schade van €75.000. De vordering onderbouwen zij met het standpunt dat kantoor F heeft nagelaten hen te attenderen op de financiële risico’s van de opzegging in relatie tot de voorgenomen verkoop. Had kantoor F het op een juiste wijze geadviseerd dan hadden zij geen schade gelopen, aldus de vennoten van bedrijf A. Kantoor F is het niet eens met de stelling van bedrijf A en wijst de aansprakelijkheid af. Daarnaast blijft F bedrijf A aanspreken op een openstaande factuur van ruim €2.000 voor de advieswerkzaamheden. Eind november 2017 wordt in een gesprek tussen de vennoten en relatiebeheerder Y tevergeefs getracht tot een oplossing te komen. Dit is voor de vennoten aanleiding om begin 2019 een klacht in te dienen tegen accountant X bij de Accountantskamer. Hoewel accountant X niet rechtstreeks betrokken was bij de advisering kan hij als vennoot en enig accountant van kantoor F hiervoor wel verantwoordelijk gehouden worden. Accountant X heeft kantoor F al in 2016 verlaten.

Accountant als vennoot vaktechnisch verantwoordelijk voor adviezen kantoor

Bij de behandeling van de klacht overweegt de Accountantskamer in de eerste plaats dat accountant X verantwoordelijk was. In 2014 heeft X de opdracht van bedrijf A aanvaard. Nadat hij in 2016 vertrok heeft een andere accountant het werk van X overgenomen. De nieuwe accountant was echter in loondienst en droeg geen vaktechnische verantwoordelijkheid. De Accountantskamer stelt dat accountant X de enige accountant was die ook vennoot was van kantoor F. Hij is daarmee vaktechnisch verantwoordelijk voor de relatiebeheerder die onder zijn verantwoordelijkheid werkt. Het feit dat X niet inhoudelijk betrokken is geweest bij het advies neemt dit niet weg.

Relatiebeheerder tekortgeschoten in dienstverlening

Het adviseren van een bedrijfsverplaatsing of bedrijfsverkoop is een professionele dienst. In dit geval is de Accountantskamer van oordeel dat de relatiebeheerder en daarmee kantoor F tekortgeschoten is in de advisering van bedrijf A. De relatiebeheerder was op de hoogte van de voorgenomen verkoop en had de vennoten van bedrijf A moeten wijzen op de risico’s die de huuropzegging met zich meebracht. De voortzetting van de huurovereenkomst is immers van invloed geweest op de waarde van de onderneming. De relatiebeheerder stelt dat hij de vraag heeft voorgelegd aan de bedrijfsjuristen. Volgens de Accountantskamer is dit echter onvoldoende geweest om de vennoten deugdelijk te adviseren. Dit betekend naar het oordeel van de Accountantskamer dat kantoor F bedrijf A van onzorgvuldig en onvoldoende advies heeft voorzien. Hiervoor kan accountant X in zijn hoedanigheid als vennoot van kantoor F verantwoordelijk worden gehouden. De Accountantskamer is van oordeel dat accountant X als vennoot de deugdelijke advisering onvoldoende heeft gewaarborgd. Daarmee heeft X in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Accountant X krijgt hiervoor een waarschuwing.

Klik hier voor de volledige uitspraak van de Accountantskamer.

Monique Ebben

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Monique Ebben

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant