Uitspraak: Accountant doet onvoldoende onderzoek naar onderhoudsvoorziening en krijgt een waarschuwing

Accountant doet onvoldoende onderzoek naar onderhoudsvoorziening en krijgt een waarschuwing

Een accountant controleert de jaarrekening van een sportstichting over de jaren 2015 en 2016. Vanaf 2015 is deze stichting verantwoordelijk voor de beheerstaken van de sportlocaties die zij huurt van de gemeente. Voor 2015 was dit de verantwoordelijkheid van de gemeente. In ruil hiervoor krijgt de stichting een jaarlijkse subsidie en betaald zij een lagere huur. Vanwege de overdracht wordt in 2015 een voorziening groot onderhoud opgenomen in het jaarverslag. In de toelichting staat dat de voorziening zal worden ingezet ter dekking van tekorten op daadwerkelijk uitgevoerde werkzaamheden aan de sportlocaties. Daarnaast kan zonder negatieve gevolgen voor de resultaten de gewenste egalisatie van kosten worden bereikt met deze voorziening, de jaarlijkste subsidie en de realisatie van een vervangingsplan.

In de jaarrekening van 2016 wordt ook een voorziening voor groot onderhoud opgenomen. Echter wel met andere grondslagen voor waardering en resultaatbepaling. In 2016 wordt in de toelichting gesteld dat het gaat om een kostenegalisatiereserve voor het onderhoud van 29 sportlocaties. Omdat de kosten worden gespreid in de tijd kan de omvang van de voorziening fluctueren.

Om de jaarlijkse subsidie van de gemeente te verwerken komt de accountant met vier verschillende mogelijkheden. Uiteindelijk wordt gekozen voor de voorziening groot onderhoud. De stichting zou gebaat zijn bij een stabiel resultaat waarbij afwijkingen tussen de werkelijke en begrote uitgave in het resultaat worden verwerkt. Dit kan bijdragen aan de benodigde versterking van het vrij besteedbare deel van het eigen vermogen.

Als gebruik wordt gemaakt van een voorziening moeten de jaarlijkse toevoegingen aan die voorziening worden bepaald door middel van het meerjaren onderhoudsplan van de gemeente. In dit plan staat onder andere dat per onderdeel (in dit geval per sportlocatie) de toekomstige baten voor groot onderhouden gespecificeerd moeten worden. Dit wordt niet gedaan.

Daarnaast wijst de financieel manager van de stichting de accountant er in 2016 op dat de Wet Normering Topinkomens van toepassing is voor de stichting. Volgens de financieel manager omdat de stichting voor meer dan 50% wordt gefinancierd door subsidies. De accountant stelt dat dit niet het geval is omdat de Wet Normering Topinkomens pas van toepassing is als de stichting voor drie jaar voor meer dan 50% met subsidies wordt gefinancierd. In de jaarrekening nemen de leden van de raad van toezicht toch vrijwillig een specificatie op die in lijn is met de Wet Normering Topinkomens.

Financieel manager van de sportstichting dient een klacht in bij de Accountantskamer

De financieel manager stapt naar de Accountantskamer en dient een klacht in tegen de accountant. Deze klacht houdt in dat de accountant onjuist geadviseerd heeft over de voorziening. Door de voorziening in het leven te roepen worden de toekomstige uitgave voor onderhoud aangemerkt als kosten en niet als investeringen. Daarnaast is voor de voorziening een waarderingsgrondslag gebruikt die in strijd is met de wet en regelgeving en in strijd is met de feiten. Tevens is de financieel manager van mening dat ten onrechte is gesteld dat de Wet Normering Topinkomens niet van toepassing is.

Accountant correct in zijn oordeel over toepassing Wet Normering Topinkomens

Het laatste onderdeel van de klacht van de financieel adviseur is volgens de Accountantskamer ongegrond. Dat de Wet Normering Topinkomens niet van toepassing is heeft de accountant correct vastgesteld. Dat het bestuur er toch voor gekozen heeft om de beloning van de bestuurders toe te lichten is een vrijwillige keuze geweest. De accountant hoefde slechts vast te stellen dat er geen sprake was van een variabele beloning voor de bestuurders.

Accountant geeft blijk van onvoldoende besef van eisen vakbekwaamheid en zorgvuldigheid

De rest van de klacht acht de Accountantskamer echter wel gegrond. De financieel manager licht zijn klacht toe door te stellen dat de overdracht van de beheerstaken op een onjuiste wijze zijn verwerkt in het jaarverslag van 2015. Per sportlocatie had de hoogte van de voorziening moeten worden vastgesteld. De accountant had deze onderdelen niet samen mogen voegen. In zijn toelichting verwijst de accountant naar een bijlage van het meerjaren onderhoudsplan van de gemeente. Daarin zou de voorziening per sportlocatie zijn uitgewerkt.

De accountant had bij de controle van de jaarrekening echter geen beschikking over dit besluit met de daarbij behorende bijlage. De Accountantskamer is van oordeel dat de accountant bij de analyse van de voorziening voor zijn controle, onvoldoende onderzoek heeft gedaan. Omdat het gaat om een belangrijke balanspost en de accountant duidelijk laat zien dat hij te weinig besef heeft van de eisen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, krijgt hij van de Accountantskamer een waarschuwing.

Klik hier voor de volledige uitspraak van de Accountantskamer

 

Zorgplicht Advocaten

Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan hier contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht advocaten.

Zie ook vergelijkbare uitspraken:

Monique Ebben

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Rob Silvertand

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant