Klagers en betrokkene hebben samen in een maatschap een accountantskantoor gerund. Betrokkene is na een conflict met klagers arbeidsongeschikt geraakt op 2 februari 2020. Hierna is de maatschapsovereenkomst opgezegd.
De klacht
Betrokkene heeft volgens klagers gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. Klagers verwijten betrokkene het volgende:
- hij heeft het beroep in diskrediet gebracht door zich op 2 februari 2020 ziek te melden, terwijl hij op 23 februari 2020 wel in staat bleek om tweemaal van de bankrekening van de maatschap geld aan zichzelf over te maken en tijdens zijn ziekte cliënten te benaderen en hen te laten weten niet ziek te zijn maar een conflict binnen het kantoor te hebben;
- hij heeft niet professioneel gehandeld door geen verklaring van een verzekeringsgeneeskundige te overleggen, zich niet beter te melden en niet meer voor het kantoor te werken, terwijl het de vraag is of hij ziek is/was;
- betrokkene handelt niet eerlijk en oprecht door niet de waarheid aan de rechter te vertellen tijdens een door hem jegens klagers aangespannen kort geding;
- betrokkene heeft in 2019 meer vakantie-uren opgenomen dan was afgesproken en privébezoeken geboekt als gewerkte uren voor de maatschap;
- betrokkene heeft vier conceptjaarrekeningen 2019 van de maatschap opgesteld, met telkens een andere resultaatverdeling en andere kapitaalrekeningen en alle vier niet conform het maatschapscontract;
- betrokkene heeft een jaarrekening 2020 van het kantoor opgesteld terwijl die van 2019 nog niet is vastgesteld.
De beoordeling
Ten aanzien van het eerste, tweede, derde en vierde klachtonderdeel oordeelt de Accountantskamer dat de door klagers gestelde feiten onvoldoende aannemelijk zijn gemaakt. Klagers zijn er niet in geslaagd om deze gemotiveerde stellingen van betrokkene te weerleggen. Deze klachtonderdelen zijn ongegrond.
Ten aanzien van het vijfde klachtonderdeel overweegt de accountantskamer dat partijen van mening verschillen over de juiste opstelling van de jaarrekening over 2019, maar dat dit alles te maken heeft met het conflict dat tussen hen is ontstaan en een verschil van inzicht over de wijze waarop de maatschapsovereenkomst dient te worden uitgelegd. Het is volgens de Accountantskamer echter niet gebleken dat betrokkene opzettelijk foutieve informatie heeft verwerkt. Ook het vijfde klachtonderdeel is ongegrond.
Tot slot is ook het zesde klachtonderdeel ongegrond. Er is namelijk geen voorschrift dat verbiedt dat een (concept)jaarrekening over een jaar wordt opgesteld als die van het jaar daaraan voorafgaand nog niet is vastgesteld, zo oordeelt de Accountantskamer.
De beslissing
De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant