De consument heeft een klacht ingediend tegen zijn financieel adviseur, die tekortschoot bij het omzetten van de variabele rente naar een vaste rente. Ondanks herhaalde verzoeken heeft de adviseur de benodigde documenten niet tijdig naar de kredietverstrekker gestuurd, wat resulteerde in het verlies van een gunstig renteaanbod.
Omzetten van rente
De consument heeft in het verleden een aflossingsvrije hypothecaire geldlening afgesloten bij de kredietverstrekker met een hoofdsom van €176.500. Op deze geldlening was een variabele rente van toepassing. Bij het afsluiten van de lening heeft de adviseur destijds advies gegeven en bemiddeld.
In april 2020 wenste de consument de variabele rente om te zetten naar een vaste rente. Op verzoek van de consument heeft de kredietverstrekker een renteaanbod gedaan: een rentepercentage van 1,84% met een rentevaste periode van 20 jaar. De consument heeft de adviseur de opdracht gegeven om dit in orde te maken. Nadat de consument het renteaanbod had ondertekend, stuurde hij dit via WhatsApp naar de adviseur. De rente is vervolgens echter niet omgezet naar een vaste rente, omdat de kredietverstrekker geen ondertekend renteaanbod heeft ontvangen.
Formulier niet toegezonden
Eind januari 2022 heeft de consument de kredietverstrekker verzocht om opnieuw een renteaanbod te doen. De adviseur is opnieuw betrokken bij dit proces. Het nieuwe aanbod betrof een rentepercentage van 1,59% met een rentevaste periode van 15 jaar. De consument heeft de offerte op 1 februari ondertekend en via Whatsapp naar de adviseur gestuurd. Het renteaanbod vereiste echter dat uiterlijk 10 februari 2022 een ondertekend formulier naar de kredietverstrekker moest worden teruggestuurd. Ondanks dat de consument de offerte op tijd heeft ondertekend, heeft de adviseur het renteaanbod met het bijbehorende formulier pas op 18 februari naar de kredietverstrekker verzonden.
Op 23 februari heeft de kredietverstrekker de adviseur per e-mail geïnformeerd dat het renteherzieningsformulier niet verwerkt kon worden omdat het vereiste handtekeningenformulier ontbrak. De kredietverstrekker heeft de adviseur verzocht het ondertekende formulier toe te sturen. In maart heeft de consument telefonisch contact opgenomen met de kredietverstrekker, waarbij werd aangegeven dat het benodigde handtekeningenformulier nog steeds niet was ontvangen.
In juni heeft de consument opnieuw contact opgenomen met de kredietverstrekker om de voortgang te bespreken. De kredietverstrekker gaf aan dat de juiste formulieren nog steeds niet waren ontvangen. Na dit gesprek heeft de consument de adviseur benaderd en verzocht de renteomzetting bij de kredietverstrekker in orde te maken.
Hoewel de kredietverstrekker op 11 augustus de ondertekende formulieren heeft ontvangen, heeft deze op 8 augustus per e-mail aan de consument laten weten dat het eerder aangeboden rentepercentage van 1,59% met een rentevaste periode van 15 jaar niet meer kon worden gehandhaafd.
Klacht
De consument heeft vervolgens een klacht ingediend tegen de adviseur. De consument beweert dat de adviseur niet naar behoren heeft gehandeld en zijn opdracht niet adequaat heeft uitgevoerd door de juiste formulieren niet tijdig naar de kredietverstrekker te sturen. Ondanks herhaalde herinneringen heeft de adviseur niet voldaan aan zijn opdracht. Door pas op 11 augustus ervoor te zorgen dat de benodigde formulieren bij de kredietverstrekker belandden, is de adviseur tekortgeschoten in zijn verplichtingen jegens de consument.
De adviseur verweert zich tegen de beschuldigingen van de consument. Hij stelt dat de opdracht van de consument om de rente te wijzigen niet via de gebruikelijke wijze, namelijk per e-mail, bij hem is binnengekomen, maar via Whatsapp. Hierdoor verliep de verwerking niet volgens de standaardprocedure, en werd het verzoek om de rente te wijzigen naar de kredietverstrekker gestuurd zonder het vereiste handtekeningenformulier. Daarnaast beweert de adviseur dat de verantwoordelijkheid niet volledig bij hem ligt, maar ook bij de kredietverstrekker. De adviseur is van mening dat de kredietverstrekker had moeten communiceren met de consument op het moment dat bleek dat het handtekeningenformulier ontbrak. Als de kredietverstrekker dit had gedaan, zou het verzoek niet onopgemerkt zijn gebleven.
Zorgplicht financieel adviseur
De Geschillencommissie moet beoordelen of de adviseur in de uitvoering van de opdracht om de rente om te zetten, toerekenbaar is tekortgeschoten en daarmee zijn zorgplicht heeft geschonden.
Ten eerste stelt de commissie vast dat er sprake is van een overeenkomst van opdracht tussen de adviseur en de consument. Op grond van artikel 7:401 Burgerlijk Wetboek dient de adviseur als opdrachtnemer de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen. Dat houdt in dat de adviseur bij de uitvoering van de opdracht de zorg moet betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Als uitgangspunt geldt dat van een redelijk bekwaam en redelijk handelend adviseur mag worden verwacht dat hij de voortgang van een aanvraag bewaakt en de tijdlijnen in de gaten houdt.
Adviseur verzuimt om fout te herstellen
Bovendien heeft de commissie vastgesteld dat de consument de wens had om de rente voor een periode van 15 jaar vast te zetten tegen een rentepercentage van 1,59%, en op 1 februari de vereiste documenten aan de adviseur heeft doorgestuurd met het verzoek de rentewijziging te regelen. Het was vervolgens de taak van de adviseur om deze documenten vóór het verstrijken van het renteaanbod naar de kredietverstrekker door te sturen. Echter, de adviseur heeft dit pas op een later moment gedaan, zonder het benodigde handtekeningenformulier mee te sturen. De adviseur heeft erkend dat er fouten zijn gemaakt in de verwerking van het verzoek.
Daarnaast heeft de adviseur nagelaten zijn fout te corrigeren door het handtekeningenformulier alsnog naar de kredietverstrekker te sturen. Ondanks de mogelijkheid die hem werd geboden vanaf 23 februari, heeft de adviseur pas op 11 augustus alle benodigde stukken naar de kredietverstrekker doorgestuurd. De commissie is van mening dat de adviseur in deze situatie niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en handelend adviseur mag worden verwacht.
Ten slotte wijst de commissie het verweer van de adviseur af dat de kredietverstrekker ook een rol speelde in deze tekortkoming en zelf contact had moeten opnemen met de consument. De commissie laat in het midden of er ook verwijtbaar gedrag aan de zijde van de kredietverstrekker is, maar stelt dat zelfs als dat het geval zou zijn, dit de aansprakelijkheid van de adviseur jegens de consument niet ontslaat. In dat geval zouden de adviseur en de kredietverstrekker hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade van de consument.
Concluderend stelt de commissie vast dat de adviseur toerekenbaar tekort is geschoten in zijn zorgplicht jegens de consument en dat hij verplicht is om de schade van de consument te vergoeden.
Klik hier voor de volledige uitspraak van de Geschillencommissie Kifid.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als gevolg van onzorgvuldig handelen van uw financieel adviseur schade geleden? Neem dan contact met ons op.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant