In juli 2016 zijn meneer en mevrouw Y naar Sleipner Financieel Advies B.V. (hierna: “Sleipner”) gegaan. Ze hadden het verzoek om 3 hypothecaire geldleningen af te sluiten. Het eerste leningdeel betrof een Nationale Hypotheekgarantie Hypotheek (hierna: NHG hypotheek”) met een hoofdsom van € 135.000,-. Het tweede leningdeel betrof een hoofdsom van € 110.000,-. Daarnaast werd er een offerte uitgebracht voor een bouwdepot met een hoofdsom van € 65.080,-. Hieruit zou de verbouwing van de nog te kopen woning worden betaald.
Adviseur kon tijdens de eerste offerte van Florius geen nieuwe offerte opvragen
Meneer en mevrouw Y hebben een renteaanbod van Florius geaccepteerd. Daaruit blijkt dat de offerte een geldigheidsduur tot en met 21 november 2016 heeft. In de offerte staat dikgedrukt: “Let op” met daarbij de mededeling dat er, terwijl het aanbod nog geldig is, geen nieuw renteaanbod kan worden aangevraagd. De hypotheekrente is vervolgens gedaald bij Florius, waarnaar meneer en mevrouw Y contact opgenomen hebben met Sleipner. Zij wilde ook profiteren van de hypotheekrente-daling. Sleipner heeft daarop meneer en mevrouw Y geïnformeerd over het feit dat er tot en met 21 november 2016 geen nieuwe offerte aangevraagd kon worden bij Florius.
Hoger hypotheekrente-tarief
Er is daarom vervolgens een offerte opgevraagd bij Nationale-Nederlanden. Het annuïtair leningdeel bedroeg hier € 125.752,-, met een hypotheekrente-tarief van 2,3 % en een aflossingsvrij leningdeel van € 110.000,- tegen een rente van 2,5%. Deze offerte was geldig tot en met 28 oktober 2016. Na acceptatie door meneer en mevrouw Y is de hypothecaire geldlening op 25 oktober 2016 gepasseerd. Naast deze hypotheek hebben meneer en mevrouw Y in december 2016 een tweede hypothecaire geldlening afgesloten bij Nationale-Nederlanden van € 77.150,- met een rente van 4,6%. Deze lening was bedoeld voor de verbouwing van de woning. Het hypotheekrente-tarief van 4,6% lag 1,6% hoger dan het tarief waarop Sleipner had gerekend.
Volgens Nationale-Nederlanden werd dit hogere hypotheekrente-tarief veroorzaakt door een passage uit de hypotheekpocket, waaruit een opslag van 1,6% volgt voor een aanvullende geldlening zonder NHG. Dit was het geval bij de geldlening die meneer en mevrouw Y hebben verzocht.
Consumenten vorderen ruim € 20.000,- schadevergoeding voor compensatie hypotheekrente
Meneer en mevrouw Y hebben vervolgens een klacht ingediend bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening. Zij vorderen een schadevergoeding van € 11.499,- en restitutie van de betaalde advieskosten van € 2.845,-. Meneer en mevrouw Y vorderen compensatie van de hypotheekrente die de komende jaren onverwacht meer in rekening wordt gebracht. Meneer en mevrouw Y stellen dat zij uit mochten gaan van een maandbedrag van € 325,26,-, terwijl ze nu € 369,02,- per maand betalen. Dit bedraagt over 20 jaar € 7.200,-.
De Commissie dient eerst te beoordelen of Sleipner het renteverschil van 1,6% dient te vergoeden aan meneer en mevrouw Y. Het staat vast dat zowel meneer en mevrouw Y als Sleipner een lagere hypotheekrente hadden verwacht bij de tweede hypothecaire geldlening. De rechtsverhouding tussen Sleipner en meneer en mevrouw Y is volgens de Commissie te kwalificeren als een overeenkomst van opdracht. Sleipner is daarbij als opdrachtnemer verplicht om bij de uitvoering van haar werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen. Dit brengt mee dat Sleipner dient te handelen zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend adviseur mag worden verwacht.
Commissie: komt voor risico van de adviseur om de kenmerken van de verschillende producten te kennen
Het uitgangspunt is dat Sleipner aansprakelijk is voor de negatieve gevolgen van het gegeven advies, indien een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur dit advies niet zou hebben gegeven. Volgens de Commissie komt het voor risico van de adviseur om de specifieke kenmerken te kennen van de producten waarvoor hij adviseert. Dat Sleipner niet wist dat de opslag van 1,6% volgde uit de Hypotheekpocket dient dus voor rekening van Sleipner te komen.
Sleipner betwist echter wel de hoogte van de schade die meneer en mevrouw Y hebben gevorderd. De Commissie oordeelt dat de schade afhankelijk is van de kansen in de toekomst. Daaronder vallen bijvoorbeeld de schaal en tarieven die grondslag vormen voor een eventueel hogere fiscale aftrek. Deze is dus niet op voorhand vast te stellen. De Commissie acht daarom een gedeeltelijke vergoeding van de gevorderde schade redelijk. Wat betreft het honorarium van Sleipner acht de Commissie dat zij het onaanvaardbaar vindt, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid, dat Sleipner aanspraak wil blijven houden op het gehele bedrag van € 2.845,-. Sleipner dient in totaal een bedrag van € 5.700,- te vergoeden aan meneer en mevrouw A.
Hier kunt u de volledige uitspraak van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening lezen.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u ook schade geleden door een te hoge hypotheekrente en bent u van mening dat uw bank of adviseur in strijd heeft gehandeld met de gemaakte afspraken? Of heeft uw adviseur, bank of vermogensbeheerder op andere wijze haar zorgplicht tegenover u geschonden? Neem hier dan vrijblijvend contact op met een van onze gespecialiseerde advocaten. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben ruime ervaring met het procederen tegen adviseurs, banken en vermogensbeheerders.
Zie ook vergelijkbare uitspraken:
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant