In deze zaak hebben de consumenten schade geleden door een foutieve berekening van de adviseur. In zijn berekening heeft de adviseur een aanzienlijk bedrag over het hoofd gezien, dit resulteerde in een begrotingstekort bij de consumenten.
De financiering
Consumenten zijn meerdere malen bijgestaan door de adviseur bij advies en bemiddeling over hypothecaire geldleningen. Eerst hebben de consumenten in 2012, bijgestaan door de adviseur, een lening van €265.000 afgesloten. Vervolgens hebben ze in 2019, opnieuw bijgestaan door de adviseur de lening verhoogd met €70.000.
In juli 2020 hebben de consumenten en nieuw huis gekocht voor een bedrag van €755.555. Met het oog op de financiering, hebben de consumenten opnieuw contact opgenomen met de adviseur. Zij hadden een hypothecaire geldlening nodig voor de financiering van de nieuwe woning en een overbruggingskrediet voor de verkoop van de oude woning. Daarnaast wilden de consumenten aanvullende financiering ten behoeve van de verbouwing en verbetering van hun nieuwe woning.
De adviseur heeft vervolgens een overzicht van de hypotheeklasten aan de consumenten verstrekt. Een geldverstrekker heeft hierop een offerte uitgebracht, welke door de consumenten is geaccepteerd. Dit aanbod bestond uit een geldlening van €557.000, een overbruggingskrediet van €294.000 en een bouwdepot van €75.000. In diezelfde periode is ook de oude woning van de consumenten verkocht voor een bedrag van €595.000.
In augustus 2020 hebben de consumenten via WhatsApp contact opgenomen met de adviseur. Zij vroegen zich af of zij voor verbouwing van de vloer eigen middelen dienden in te brengen of dat ze dit vanuit de hypotheek konden betalen. De adviseur heeft vervolgens een berekening aan de consumenten voorgelegd. Uit deze berekening kwam dat de consumenten nog €100.000 overhielden uit de hypotheek en hier de vloer dus mee zouden kunnen financieren. Vervolgens hebben de consumenten nog telefonisch contact opgenomen met de adviseur voor een verdere toelichting hierover. De adviseur zat tijdens dit telefoongesprek in de auto, hij was op vakantie. De adviseur heeft op dat moment bevestigd dat de consumenten daadwerkelijk ongeveer € 100.000, – zouden overhouden, minus kosten van de makelaar.
Foutieve berekening
In december 2020 ontvingen de consumenten de nota van afrekening van de oude woning. Hieruit bleek dat de adviseur het leningdeel van €70.000 was vergeten bij zijn berekening. Deze had namelijk nog van de verkoopopbrengst van de oude woning afgetrokken moeten worden. Deze foutieve berekening resulteerde erin dat de consumenten geen €100.000, maar ongeveer €26.000 zouden ontvangen.
De adviseur hielp vervolgens de consumenten bij het aanvragen van een aanvullende lening van € 70.000, zonder kosten in rekening te brengen en beloofde ook de kosten van de nieuwe taxatie te dekken.
De consumenten klagen over het feit dat de adviseur hen onjuist heeft geïnformeerd. De adviseur heeft hen medegedeeld dat er een bedrag van €100.000 ter beschikking zou komen, maar dit bleek door de foutieve berekening, slechts om een bedrag van €26.000 te gaan. Omdat de consumenten hadden gepland om de €100.000 te gebruiken voor de verbouwing, verbetering en inrichting van de nieuwe woning, is er volgens hen een begrotingstekort ontstaan en hebben zij een aanvullende lening van €70.000 moeten afsluiten.
Adviseur heeft niet zorgvuldig gehandeld
De Geschillencommissie heeft geoordeeld dat de adviseur zijn zorgplicht niet heeft geschonden. De Commissie van Beroep oordeelde hier echter anders over.
De Commissie stelt dat een adviseur bij de uitvoering van zijn opdracht de zorg van een goed opdrachtnemer in acht moet nemen. Dat betekent dat hij de zorgvuldigheid moet betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend hypotheekadviseur mag worden verwacht. Van een redelijk bekwaam en redelijk handelend hypotheekadviseur mag onder meer worden verwacht dat hij beschikt over de nodige deskundigheid en vakkennis, dat hij de financiële belangen van zijn cliënten naar beste weten en kunnen behartigt en dat hij zorgvuldigheid betracht in de advisering van zijn cliënten.
Tussen partijen staat ten eerste vast dat de adviseur een foutieve berekening heeft gemaakt. De adviseur heeft tot tweemaal toe het onjuiste antwoord aan de consumenten gegeven. Naar het oordeel van de Commissie van Beroep is deze handelwijze onzorgvuldig te noemen. Het feit dat de adviseur op vakantie was toen hij werd geconfronteerd met de vragen van de consumenten, doet daar niet aan af. Ook als de adviseur ervoor kiest om tijdens zijn vakantie inhoudelijke vragen van de consumenten te beantwoorden, kan van hem worden verlangd dat hij dat doet met de nodige zorgvuldigheid en dat hij een voorbehoud maakt ten aanzien van de juistheid van zijn advies als hij niet over een dossier beschikt of gegevens ontbreken.
Geen eigen schuld van de consumenten
De adviseur is afgegaan op de cijfers die de consumenten op dat moment aan hem mededeelden, aangezien hij zelf de feitelijke gegevens niet bij de hand had. Het gaat hier volgens de adviseur om een eenvoudige berekening, waarbij de fout is veroorzaakt doordat de consumenten niet het juiste bedrag aan resterende hypotheek noemden. Het gaat bovendien om een fout die zij volgens de adviseur, als hoogopgeleide consumenten, zelf gemakkelijk hadden kunnen opmerken.
De Commissie van Beroep is van oordeel dat dit verweer niet slaagt. Uit het feit dat de consumenten tot twee keer toe contact hebben opgenomen met de adviseur blijkt dat zij zich tot de adviseur hebben gewend omdat zijzelf op dat moment niet meer voldoende overzicht over hun financiële situatie hadden. Ook al zouden de consumenten zelf kunnen zien dat de berekening niet klopte, dan betekent dat nog niet dat de adviseur geen verwijt kan worden gemaakt. Op hem, als degene die bij uitstek deskundig is, rustte de verplichting om de consumenten op basis van het dossier en onafhankelijk van hun mededelingen, op juiste wijze van de informatie te voorzien die zij nodig hadden voor het opstellen van de begroting voor de verbouwing. Door zonder het dossier te raadplegen en zonder enig voorbehoud tot twee keer toe de gewraakte informatie te verstrekken op een expliciete vraag van de consumenten die hij adviseerde, heeft de adviseur niet aan die verplichting voldaan.
Daar doet niet aan af dat het om hoogopgeleide consumenten ging die zelf hadden kunnen ontdekken dat de berekening niet klopte. Het uitgangspunt is immers dat consumenten mogen vertrouwen op de juistheid van de informatie van hun adviseur als degene die bij uitstek deskundig is. Ook kan niet worden verlangd dat consumenten de informatie, die zonder enig voorbehoud tot twee keer toe is verstrekt, op juistheid hadden getoetst.
De Commissie van Beroep is dus van oordeel dat de adviseur zijn zorgplicht heeft geschonden.
Klik hier voor de volledige uitspraak van de Commissie van Beroep.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als gevolg van onzorgvuldig handelen van uw financieel adviseur schade geleden? Neem dan contact met ons op.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant