Uitspraak: Appellante stelt dat de Accountantskamer haar klacht tegen de accountant onjuist heeft weergegeven

De accountant heeft in juni 2013 goedkeurende controleverklaring afgegeven bij de jaarrekeningen 2012 van naam 4 en naam 5. Enig aandeelhouder van naam 4 was de Vereniging. In december 2012 heeft de vereniging de aandelen naam 4 aan naam 5 verkocht.

Uitspraak van de Accountantskamer

De accountant wordt verweten ten onrechte goedkeurende verklaringen te hebben afgegeven teneinde de betaalde koopprijs van de aandelen een schijn van redelijkheid te geven.

Appellante heeft ter zitting de klacht willen uitbreiden. Zij wees op verwijten omtrent de rol die de accountant zou hebben gespeeld bij de verkoop van de aandelen, en omtrent de tegenstrijdige belangen die de accountant zou hebben gediend en uitgebreid met de klacht dat de accountant de controlewerkzaamheden met betrekking tot de jaarrekening 2012 van de Vereniging onvolledig, dan wel onjuist heeft uitgevoerd.

De Accountantskamer heeft de klacht ongegrond verklaard en niet-ontvankelijk verklaard voor zover appellante deze ter zitting heeft willen uitbreiden.

Beoordeling van het geschil

Het hoger beroep van appellante is gericht tegen de door de Accountantskamer vastgesteld omvang van het klachtonderdeel.

Appellante voert als eerste grief aan dat de Accountantskamer het klachtonderdeel onjuist heeft verwegen. Appellante stelt dat de kern van haar verwijt is dat de accountant medewerking heeft verleend aan financiële benadeling van de Vereniging. Volgens appellante vervormt de accountantskamer deze klacht door in de weergave van dit klachtonderdeel het verwijt op te nemen dat de accountant door zijn goedkeurende controleverklaring een onredelijke koopprijs als redelijk heeft willen voorstellen.

De Accountantskamer heeft naar het oordeel van het College bij de weergave van de klacht terecht de toelichting betrokken waarin appellante de accountant heeft verweten het eigen vermogen te laag te hebben vastgesteld waardoor het aankoopbedrag een schijn van redelijkheid kreeg.

De tweede en derde grief van appellante worden gezamenlijk behandeld. In beide grieven stelt appellante dat zij met de inbreng van de waarderingsrapporten slechts toelichting bij haar klacht gaf. Ook deze grieven falen. De waarderingsrapporten houden geen naar het oordeel van het College geen direct verband met het in het klaagschrift genoemde concrete verwijt dat de accountant de jaarrekeningen 2012 van naam 4 en naam 5 heeft goedgekeurd hoewel deze een te laag eigen vermogen toonden. Naar het oordeel van het College heeft de accountantskamer zich terecht op het standpunt gesteld dat in zoverre sprake is van een ongeoorloofde uitbreiding van de klacht.

Ook de vierde grief faalt. Volgens appellante heeft de Accountantskamer onterecht een passage uit het pleidooi genegeerd. Deze passage ziet echter op de waarderingsrapporten, zoals al eerder door het College vastgesteld is dit een ongeoorloofde uitbreiding van de klacht, waardoor dit niet werd meegenomen.

De beslissing

Het College verklaart het hoger beroep ongegrond.

Lees hier de hele uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Monique Ebben

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Rob Silvertand

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant