
In 2006 was A DGA van Enki (naar het recht van Slowakije) en Klein Stokkert Beheer B.V. (hierna: KSB) met Nederlandse en Duitse dochtervennootschappen (hierna de Holterman Groep). In 2012 is A voornemens al zijn aandelen in Klein Stokkert B.V. te vervreemden aan Enki in ruil voor nieuw uit te geven aandelen Enki (hierna: de aandelenfusie). In het kader van zijn bedrijfsopvolging is A voornemens om 50% van zijn aandelenbelang in Enki te schenken aan zijn zoon B. Baker Tilly begeleidt de aandelenfusie.
Vier jaar later wordt aan Enki een aanslag Grunderwerbsteuer (belasting op de overdracht van onroerende goederen) opgelegd wegens overdracht van onroerend goed. Eén van de Duitse vennootschappen van de Holterman Groep bezit namelijk omvangrijk vastgoed in Duitsland. Enki is van mening dat Baker Tilly toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen op grond van de overeenkomst van opdracht. Zij vordert schadevergoeding.
De rechtbank heeft geoordeeld dat Baker Tilly niet in haar opdracht is tekortgeschoten. Zij heeft het gevorderde afgewezen.
De beoordeling van het hof
Het hof wil wel aannemen dat Baker zich er vóór de aandelenfusie niet van bewust was dat de Holterman groep onroerend goed in Duitsland bezat en dat de transactie op die grond kon leiden tot de later opgelegde aanslag in de Grunderwerbsteuer.
In de jaren dat Baker werkzaamheden verrichtte voor Enki is geen schriftelijke opdrachtbevestiging verzonden aan Enki. Door het ontbreken van een door de opdrachtnemer aangegeven begrenzing van de aan deze opgedragen taak kan dan gemakkelijk bij de opdrachtgever een ruimer verwachtingspatroon worden gewekt, aldus het hof. Daarnaast heeft Baker voor verantwoordelijkheid uitgesloten voor fiscale aspecten in Slowakije en Oostenrijk, maar is dit nooit gebeurd voor Duitsland Enki behoefde dit dan ook in redelijkheid niet te verwachten.
Het hof overweegt dat Baker onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat zij het is geweest die de aandelenfusie en -verhanging organiseerde en tot en met de notaris begeleidde, zodat zij in de optiek van Enki, zeker bij het ontbreken van een schriftelijke opdrachtbevestiging, moest worden aangemerkt als de daarvoor aanspreekbare eindverantwoordelijke opdrachtnemer voor dit hele traject.
Bij deze internationale herstructurering was Baker zich er, terecht, van bewust dat er bij de Duitse vennootschappen problemen konden rijzen wat betreft de schenkbelasting en verdamping van verrekenbare verliezen. Baker heeft zich dit Duitse fiscale aspect aangetrokken door daarnaar onderzoek op te dragen aan een relatie en door Enki te vragen om een second opinion van F. Er was geen rolverdeling in die zin dat Baker de Nederlandse en Enki de Duitse fiscale aspecten in de gaten moest houden. De poging van Baker Tilly om haar verantwoordelijkheid in verband met de Duitse onroerende zaak af te schuiven op F, die was ingeschakeld voor een second opinion, vindt verder ook geen genade in de ogen van het hof.
De slotsom
Het hoger beroep slaagt gedeeltelijk. Het bestreden vonnis zal worden vernietigd. De vorderingen tot verklaring voor recht en tot veroordeling tot schadevergoeding op te maken bij staat zullen worden toegewezen. Een gevraagde voorschotvordering wordt afgewezen.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant