Twee vennootschappen zijn beide klant bij hetzelfde accountantskantoor. De directeur grootaandeelhouder (dga) van BV1 verricht managementwerkzaamheden voor BV2. Een accountant van het accountantskantoor verricht werkzaamheden en geeft advies aan BV2. Tot eind 2012 doet zij dit ook voor BV1. In 2008 komt de echtgenoot van de dga van BV1 met BV2 overeen dat zij 30% van de aandelen koopt. Zij betaalt hiervoor een bedrag van €180.000. De aandelen worden niet direct geleverd maar op een door haar te bepalen moment. Tot die tijd ontvangt zij een rente van 7,4%. De aandelen worden niet geleverd en dus bestempelen partijen de koopprijs als een lening.
In 2010 wordt de lening aangepast en komt deze op naam van BV1 te staan. BV1 ontvangt 6% rente en kan de lening op elk moment omzetten in 30% van de aandelen. Om fiscale redenen worden de aandelen niet echt geleverd maar doen partijen alsof dit wel is gebeurd. Daarnaast komen de partijen overeen dat BV1 recht heeft op 30% van de nettowinst voor belastingen van BV2. Ook wordt er een tweede financiering verstrekt aan BV2 door BV1 van €218.500.
In 2010 sluit BV2 een overlijdensrisicoverzekering af op de levens van de dga en zijn echtgenoot. BV2 is de begunstigde van de verzekering en betaalt hiervoor de premie. In 2014 wordt de dga ernstig ziek. Voordat hij maatregelen neemt laat hij zich bijstaan door een advocaat en vraagt hij een jurist van het accountantskantoor BV2 bij te staan. Op advies van de jurist lost BV2 de lening van €218.500 af door middel van crowdfunding. Voor de lening van €180.000 wordt afgesproken dat BV1 geen aansprak zal doen op het dividend en de lening niet zal omzetten in aandelen. BV1 zal in ruil daarvoor een rente van 13% ontvangen. Begin 2016 overlijdt de dga. Een werknemer van het accountantskantoor vraagt een afschrift van de overlijdensakte op en stuurt deze naar BV2. BV2 kan daarmee aanspraak maken op de overlijdensrisicoverzekering. Met de uitkering wordt de lening met de afgesproken rente afgelost.
De echtgenoot van de overleden dga benadert het accountantskantoor. Ze wil graag weten hoe het kantoor aan de overlijdensakte komt en welke afspraken er gemaakt zijn. De accountant legt uit dat zij als adviseur voor BV2 optrad en dat de dga geen externe adviseur wilde betrekken in de onderhandelingen met BV1.
Weduwe twijfelt aan echtheid ontvangen documenten
De weduwe dient een klacht in bij het accountantskantoor. Zij krijgt een verslag van het overleg dat plaatsvond naar aanleiding van haar klacht. Zij ontvangt dit verslag in pdf-formaat, maar wil dit graag in word-formaat krijgen. Aan de waarheid van het verslag valt volgens haar te twijfelen. De accountant weigert dit, maar via een kantoorgenoot komt het verslag toch in handen van de gemachtigde van de echtgenoot van de dga.
De weduwe dient daarna een klacht in bij de Accountantskamer. Het belangrijkste onderdeel van haar klacht houdt in dat de accountant niet objectief heeft gehandeld. Zij heeft de belangen van mevrouw en BV1 onvoldoende behartigd. Daarnaast heeft de accountant geen waarborgen getroffen terwijl het accountantskantoor ook de tegenstrijdige belangen van BV2 behartigde.
Duidelijkheid over rol accountant levert schending van fundamenteel beginsel op
De Accountantskamer verklaart de klacht van de weduwe deels gegrond. De tuchtrechter overweegt dat een accountant zijn afwegingen niet mag laten beïnvloeden door een belangenverstrengeling. Dit vormt een bedreiging voor een fundamenteel beginsel. Die bedreiging moet door een accountant geïdentificeerd en beoordeeld worden. Vervolgens moet een accountant toereikende maatregelen treffen om te waarborgen dat het beginsel wordt nageleefd.
Op de zitting die plaatsvond naar aanleiding van de ingediende klacht, stelde de accountant dat zij de bedreiging voor haar objectiviteit wel heeft gezien. Echter, zij heeft nagelaten om hierover iets vast te leggen of maatregelen te treffen. De Accountantskamer is van mening dat de accountant haar rol onvoldoende heeft duidelijk gemaakt voor de dga, zijn echtgenoot en BV1. Dit had zij moeten doen omdat zij voor beide partijen optrad. Dat de dga niet wilde dat er een extra adviseur in de zaak werd betrokken doet daar niet aan af. Bij het naleven van fundamentele beginselen is niet doorslaggevend wat de klant wil. De accountant moet zelf de verantwoordelijkheid nemen en handelen in het openbaar belang. Nu de accountant aan partijen geen duidelijkheid heeft verschaft over haar rol in de onderhandelingen heeft zij een fundamenteel beginsel geschonden.
De accountantskamer is van oordeel dat het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid is geschonden. Omdat niet aannemelijk is gemaakt dat de accountant zich daadwerkelijk ongepast heeft laten beïnvloeden vanwege de belangenverstrengeling doet de Accountantskamer de zaak af met een waarschuwing voor de accountant.
Klik hier voor de volledige uitspraak van de Accountantskamer
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan hier contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht Advocaten.
Zie ook vergelijkbare uitspraken:
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant