Uitspraak: Geheimhoudingsplicht geldt ook bij oud-advocaten oordeelt Raad van Discipline

De Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden boog zich over de vraag of een oud-advocaat nog aan de geheimhoudingsplicht gebonden was. De beoordeling daarover luidt ‘dat de geheimhoudingsplicht blijft voortbestaan na beëindiging van de beroepsuitoefening of de betrekking waarin de werkzaamheden zijn verricht.’

Het procesverloop

De oud-advocaat heeft als voormalige strafrechtadvocaat in de krant en in een documentaire gesteld dat zijn voormalige cliënt tegen hem gezegd zou hebben dat hij betrokken was bij een moord op. Hij heeft deze cliënt de jaren 90 in een moordzaak bijgestaan. De cliënt is vervolgens veroordeeld voor drie moorden. De oud-advocaat verteld dat hij jaren geleden, na overleg met de deken, deze kennis gedeeld heeft met een officier van justitie.

Dekenbezwaar

De deken van de orde van advocaten stelt dat de oud-advocaat in het interview en in een documentaire informatie, die hij als advocaat van zijn cliënt heeft verkregen, naar buiten heeft gebracht. De deken verwijt de oud-advocaat dat hij jegens zijn voormalige cliënt tweemaal zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Namelijk jaren geleden eerder ook al toen hij justitie op de hoogte bracht van de moord door zijn cliënt.

Het verweer

De oud-advocaat heeft niet betwist dat hij zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Hij stelt dat hij dit nu naar buiten brengt om de ouders van het slachtoffer duidelijkheid te verschaffen.

Juridisch kader

Op grond van artikel 10 van de Advocatenwet en gedragsregel 3 lid 1 is een advocaat verplicht om zich tot geheimhouding te houden. Op grond van artikel 11a van de Advocatenwet wordt bepaalt dat de geheimhoudingsplicht blijft voorbestaan na beëindiging van de beroepsuitoefening of de betrekking waarin de werkzaamheden zijn verricht. Het handelen van de oud-advocaat zou wellicht zelfs een schending van artikel 272 Wetboek van strafrecht kunnen opleveren, maar dat misdrijf kan slechts worden vervolgd indien degene tegen wie het is gepleegd een klacht indient. Dat is in deze zaak niet mogelijk omdat degene jegens wie de oud-advocaat zijn geheimhoudingsplicht zou hebben geschonden is overleden.

Een (voormalige) advocaat dient te zwijgen over bijzonderheden van door hem behandelde zaken, de persoon van zijn cliënt en de aard en omvang van diens belangen. De plicht tot geheimhouding behoort tot de kernwaarden van de advocatuur en doorbreking daarvan is slechts in zeer uitzonderlijke gevallen gerechtvaardigd. Daarbij valt te denken aan een directe dreiging van ernstig, toekomstig gevaar voor de advocaat zelf of een betrokkene, welk gevaar zonder het doorbreken van het beroepsgeheim niet kan worden afgewend. Ingeval de advocaat doorbreking van de geheimhoudingsplicht overweegt, dient hij volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline daarover voorafgaand met de deken overleg te plegen en diens advies in te winnen.

Beoordeling

De Raad is van oordeel dat de oud-advocaat met het interview en zijn bijdrage aan de documentaire zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Daarin heeft hij immers mededelingen gedaan over uitlatingen die zijn (voormalige) cliënt aan hem zou hebben gedaan. Voorts is vast komen te staan dat de oud-advocaat vóór deze schending van zijn geheimhoudingsplicht geen overleg met de deken heeft gehad en is aan de in gedragsregel 3 lid 3 genoemde cumulatieve voorwaarden voor afwijking van de in gedragsregel 3 lid 1 genoemde geheimhoudingsplicht niet voldaan. De oud-advocaat heeft overigens ook geen beroep gedaan op die afwijkingsgronden.

Gelet op het voorgaande is de Raad van oordeel dat de oud-advocaat heeft gehandeld in strijd met artikelen 10, 11a en 46 Advocatenwet, zoals uitgewerkt in gedragsregel 3. De Raad zal het dekenbezwaar dan ook gegrond verklaren.

Maatregel

De oud-advocaat heeft met bovenstaande feiten zijn geheimhoudingsplicht – één van de belangrijkste kernwaarden van de advocatuur – op een zeer ernstige wijze geschonden. De recente schendingen dienden geen enkel gerechtvaardigd belang meer. De Raad acht – mede gelet op het interview, waarin verweerder (ten onrechte) de indruk heeft gewekt dat hij niet meer op zijn handelen kan worden aangesproken omdat hij geen advocaat meer is – van belang dat de op te leggen maatregel in de richting van de beroepsgroep en de maatschappij ook een normbevestigend effect zal hebben.

Gelet op het voorgaande is de Raad van oordeel dat schrapping van het tableau de enige passende maatregel is.

Hier kunt u de gehele uitspraak van de Raad van Discipline lezen.

Zorgplicht advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Monique Ebben

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Rob Silvertand

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant