De zaak betreft een conflict rondom de nalatenschap van de ouders van klager, waarbij de notaris betrokken was. Klager verwijt de notaris onzorgvuldig handelen en partijdigheid. De notaris zou volgens klager zijn belangen niet duidelijk hebben behartigd en onjuist hebben gehandeld tijdens de afwikkeling van de nalatenschap.
Achtergrond van de zaak
De ouders van klager hadden een manege en bijbehorende boerderij. Na het overlijden van de vader in 2003, werd de nalatenschap verdeeld onder de moeder en zeven kinderen, waarbij de moeder levenslang vruchtgebruik kreeg. Klager en zijn moeder begonnen in 2006 een vennootschap onder firma (vof) om de manege te exploiteren, welke in 2010 werd ontbonden en de onderneming door klager werd voortgezet. In 2010 heeft de economische levering van onroerende goederen aan de onderneming van klager plaatsgevonden. Daarna ontstonden problemen tussen klager en de familie toen klager de juridische levering van het onroerend goed wenste. De familie van klager betwistte dat klager recht had op de boerderij, althans dat hij het recht had de boerderij en de manege over te nemen tegen een in een koopoptie genoemd bedrag.
In 2011 kreeg de notaris de opdracht te onderzoeken op welke wijze het tot de onderneming behorende bedrijfsgedeelte kon worden overgedragen aan klager. Dit lukte niet vanwege gebrek aan overeenstemming binnen de familie. Na het overlijden van de moeder in 2019, verzocht klager een advocaat om te corresponderen met de notaris, waarna een kort geding vonnis bepaalde dat alle tot de nalatenschap behorende registergoederen aan klager geleverd moesten worden. De notaris heeft het vonnis uitgevoerd in een akte, die op 28 april 2020 is verleden. Daarna is er een bodemprocedure gestart tussen klager en zijn broers en zussen over de hiervoor bedoelde koopoptie.
Nadien is ook door de notaris de aangifte erfbelasting verzorgd. Klager betwistte deze aangifte, omdat hij vond dat het onroerend goed tot zijn onderneming behoorde en niet tot het vermogen van zijn moeder. De notaris stemde in met het indienen van bezwaar tegen de aangifte. In juni 2021 schreef de notaris een brief waarin hij verduidelijkte dat er fiscale afspraken waren gemaakt over de voortzetting van de onderneming door klager, maar deze waren juridisch nooit correct uitgewerkt.
Partijdigheid en onzorgvuldig handelen
Klager verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld en zich partijdig heeft opgesteld. De klacht bestaat uit verschillende onderdelen. Ten eerste wordt de notaris verweten dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door niet duidelijk vast te leggen wiens belangen hij behartigde, geen gedegen juridisch onderzoek te doen en op basis van een onvoldoende juridische beoordeling bemiddelend op te treden en werkzaamheden te verrichten. Ten tweede is er volgens klager sprake van belangenverstrengeling en benadeling, omdat de notaris zich als diens voormalig partijnotaris anders heeft uitgelaten tegenover derden dan tijdens de samenwerking en uitvoering van de opdracht, en daarbij vergaande en onjuiste uitlatingen heeft gedaan die de belangen van klager kunnen schaden.
Daarnaast beschuldigt klager de notaris van het schenden van de geheimhoudingsverplichting ex artikel 22 Wna door derden inzage te geven in zijn dossier en onjuiste uitlatingen te doen over wat de notaris uit de contacten met klager en diens advocaat bekend is. Verder heeft de notaris volgens klager onjuiste en/of onduidelijke uitspraken gedaan. Ook wordt de notaris verweten te hebben gehandeld in strijd met de informatie- en onderzoeksplicht, wat voor verwarring heeft gezorgd en heeft geleid tot een onjuiste aangifte erfbelasting. Ten slotte heeft de notaris volgens klager toezeggingen niet nagekomen, zoals met betrekking tot de aangifte erfbelasting, waardoor klager financieel is benadeeld.
Notariële zorgplicht
Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt zijn notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.
Beoordeling
Klager verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld en zich partijdig heeft opgesteld. Klager beweert dat de notaris als partijnotaris voor hem optrad, wat de notaris ontkent, stellende dat hij de belangen van de hele familie behartigde. De Kamer oordeelt dat niet duidelijk is geworden dat de notaris als partijnotaris voor klager optrad, maar dat de notaris onvoldoende helder heeft gecommuniceerd over zijn rol, wat leidde tot verwarring. De notaris heeft voorts sommige werkzaamheden aan de familie gedeclareerd en sommige alleen aan klager. Ook dit voedt de onduidelijkheid over voor wie de notaris nu meende te werken. Omdat de kamer niet vindt dat de notaris als partijnotaris van klager moet worden aangemerkt, is geen sprake van schending van de geheimhoudingsplicht. Maar wel kon er door toedoen van de notaris onduidelijkheid over zijn rol, en de daarmee samenhangende verplichtingen jegens klager ontstaan.
Daarnaast heeft de notaris een juridische analyse gedeeld in een brief, wat ongepast was gezien de verstoorde familieverhoudingen en de lopende juridische procedures. De kamer vindt het zeer ongelukkig dat de notaris zich op deze manier in het conflict heeft gemengd. Onder de gegeven omstandigheden had de notaris zich dienen te onthouden van een inhoudelijke stellingname in deze kwestie. De kamer is van oordeel dat de notaris onzorgvuldig heeft gehandeld en de schijn van partijdigheid heeft gewekt door zijn handelwijze.
Ook de zonder nadere toelichting gedane aangifte erfbelasting, die bovendien inging tegen het inmiddels in kort geding gegeven voorlopige oordeel, is in deze zin ongelukkig volgens de kamer. Niet gebleken is dat de notaris heeft overwogen de aangifte toe te lichten of anderszins duidelijk te maken dat klager en de overige familieleden verschillend dachten over de eigendom van het onroerend goed. Ondanks een toezegging heeft de notaris geen nadere toelichting aan de Belastingdienst gegeven.
Waarschuwing
De kamer concludeert dat de notaris onduidelijkheid veroorzaakte over wiens belangen hij diende en onzorgvuldig handelde door een juridische analyse te delen en de aangifte erfbelasting zonder overleg in te dienen. De klacht betreffende de schending van de geheimhoudingsplicht wordt ongegrond verklaard.
De kamer is ervan overtuigd dat de notaris steeds als doel voor ogen heeft gehad het oplossen van het conflict binnen de familie. Het is ook niet zo dat de notaris de overige familieleden ten opzichte van klager heeft willen bevoordelen. Wel zijn er, zoals hiervoor uiteengezet, diverse momenten aan te wijzen waarop de notaris naar het oordeel anders had moeten handelen, zodat voor de betrokkenen duidelijk(er) was geweest wiens belangen hij behartigde en op welke wijze. In het licht van het vorenstaande is de kamer van oordeel dat aan notaris een maatregel van waarschuwing dient te worden opgelegd.
Klik hier voor de volledige uitspraak van de Kamer voor het Notariaat.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw notaris over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Neem dan contact met ons op.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant