Deze zaak gaat over toepassing van de Meetinstructie. Gedaagde is een makelaarskantoor. Dit kantoor is als verkopend makelaar opgetreden bij de verkoop van de woning. Eisers hebben deze woning gekocht. In de verkoopbrochure van de woning was een woonoppervlakte van 465 m2 opgenomen. Daarbij waren plattegronden gevoegd die de vloeroppervlakte van de drie verdiepingen van de woning weergaven.
Eisers hebben de woning driemaal bezichtigd waarna zij op 6 april 2010 tot koop zijn overgegaan. In dit proces werden zij bijgestaan door een aankoopmakelaar. De levering van de woning vond uiteindelijk plaats op 15 juni 2010.
In 2020 besloten eisers de woning te verkopen. Alvorens de woning in de verkoop te zetten hebben zij de woning laten inmeten volgens de Meetinstructie. Uit het rapport van deze inmeting bleek dat het woonoppervlak van de woning niet 465m2 besloeg, maar uitkomt op 348,1 m2 en dat de overige ruimten een oppervlakte hebben van 50,2m2.
Het geschil
Eisers vorderen veroordeling van gedaagde tot betaling van € 179.301,90. Zij stellen zich op het standpunt dat gedaagde onrechtmatig jegens hen heeft gehandeld doordat zij de woning onjuist heeft ingemeten en daardoor onjuiste informatie heeft verstrekt aan eisers.
De beoordeling
Het niet toepassen van de meetinstructie
Eisers zijn van mening dat gedaagde de Meetinstructie had moeten toepassen. Volgens eisers geldt de verplichting de Meetinstructie toe te passen bij het inmeten van woningen namelijk sinds 18 maart 2010. Gedaagde stelt zich echter op het standpunt dat deze verplichting pas sinds 15 juni 2010 geldt, en zij zodoende niet was gebonden volgens de Meetinstructie in te meten. De rechtbank gaat in het verweer van gedaagde mee. Ten tijde van de verkoop van de woning werden woonoppervlaktes inderdaad niet ingemeten volgens de Meetinstructie. Deze verplichting geldt, zoals gedaagde stelde, per 15 juni 2010. Dit blijkt uit artikel 6 van Reglement Lidmaatschap & Aansluiting van de NVM, aldus de rechtbank. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld door een woonoppervlakte te vermelden die niet conform de Meetinstructie was vastgesteld.
Anderszins onzorgvuldig handelen bij de meting
Eisers hebben verder nog gesteld dat ook in het geval de Meetinstructie niet verplicht was, gedaagde toch onzorgvuldig heeft gehandeld. Gedaagde betwist dit. Zij stelt dat zij de, op dat moment, gangbare manier van inmeten (de bruto meetmethode) heeft gebruikt. Deze metingen vielen vaak hoger uit dan de metingen volgens de Meetinstructie, omdat, in tegenstelling tot nu, de buitenmuren werden mee berekend. De rechtbank is van oordeel dat eisers onvoldoende gemotiveerd hebben dat gedaagde de bruto meetmethode niet had moeten toepassen of deze onjuist heeft toegepast. Verder merkt de rechtbank op dat de term ‘woonoppervlakte’ op dat moment een breed begrip betrof en dit voor meerdere interpretaties vatbaar was.
Conclusie
De rechtbank komt tot de conclusie dat gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld jegens eisers. De vordering wordt dan ook afgewezen.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een makelaar, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van de makelaar. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de tuchtrechter of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 10+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant