De Kamer voor het notariaat heeft geoordeeld dat de notarissen geen beroepsfout hebben gemaakt en verklaard de klachtonderdelen ongegrond.
Het procesverloop
Klager is de bedenker van een tweetal projecten. Deze projecten zijn ondergebracht in de BV. De aandelen in de BV, worden gehouden door de holding. Mevrouw X was tot 3 november 2017 de houder van alle aandelen in de holding waarvan zij ook enig bestuurder was. Klager en mevrouw X hadden een affectieve relatie tot januari 2017. In oktober 2017 heeft klager de notaris verzocht om de helft van de aandelen in de BV aan hem over te dragen.
Omstreeks juli 2019 heeft mevrouw X aan de notaris verzocht om de akte op te maken. Vervolgens is de akte constatering vervullen ontbindende voorwaarde ondertekend op 7 augustus 2019. Op 27 augustus 2019 heeft de notaris een gesprek gehad met klager, omdat klager hem had medegedeeld dat hij geen toegang had tot zijn e-mail en daardoor de e-mail van 1 augustus 2019 niet had kunnen versturen. Klager heeft de notaris daarna aansprakelijk gesteld.
In april 2020 is de notaris benaderd door mevrouw X en klager om de overdracht van alle aandelen in de holding voor te bereiden en af te wikkelen. De notaris heeft toen met de partijen besproken dat in de akte werd opgenomen dat klager rechtsgeldig een beroep heeft gedaan op het vervullen van de ontbindende voorwaarde, omdat anders niet alle aandelen verkocht en geleverd konden worden.
De klacht
Klager verwijt de notarissen dat zij beroepsfouten hebben gemaakt. De klacht valt uiteen in de volgende onderdelen:
1. De notaris had niet af mogen gaan op de e-mail van 1 augustus 2019;
2. De notaris had aan de medewerking voor terugkoop en levering van de aandelen niet de voorwaarde mogen stellen dat klager de akte van 28 april 2020 zou ondertekenen;
3. De notaris heeft het ten onrechte doen voorkomen alsof klager het kantoor van de notarissen niet meer aansprakelijk zou kunnen stellen;
4. De notaris heeft ten onrechte niet de overdrachtsbelasting teruggevraagd.
De beoordeling
Klachtonderdeel 1: afgaan op de e-mail van 1 augustus 2019
Klager stelt zich op het standpunt dat de notaris onvoldoende zorgvuldig heeft vastgesteld of klager met de e-mail van 1 augustus 2019 de opdracht heeft gegeven voor terugkoop en levering van de aandelen. Uit bepalingen uit de koopakte blijkt dat klager heeft erkend dat hij een beroep heeft gedaan op het vervullen van de ontbindende voorwaarde en dat daarmee mevrouw X op 7 augustus 2019 weer eigenaar is geworden van alle aandelen. De kamer overweegt dat klager zelf op 9 april 2020 in een e-mail aan de notaris de opdracht heeft gegeven om deze koopakte op te stellen. Het concept van die akte is ook aan hem toegestuurd, zoals hij ter zitting heeft erkend, en hij heeft de akte ondertekend. Het is daarom niet meer van belang of klager de e-mail van 1 augustus 2019 zelf heeft verzonden en of de notaris daar voldoende onderzoek naar heeft gedaan.
Door in de koopakte van 28 april 2020 te erkennen dat hij op de ontbindende voorwaarde een beroep heeft gedaan, is dat een feit geworden en kan dit niet meer aan de notaris worden tegengeworpen. Dit klachtonderdeel is ongegrond.
Klachtonderdeel 2: ten onrechte voorwaarden gesteld aan het opstellen van de akte van 28 april 2020
Uit de overgelegde stukken blijkt niet dat de notaris voorwaarden heeft gesteld aan het passeren van de koopakte. Het is klager geweest die de opdracht aan de notaris heeft verstrekt. Klager werd op dat moment bijgestaan door een advocaat,. Klager had ervoor kunnen kiezen om naar een ander notariskantoor te gaan. Hij heeft er zelf voor gekozen om aan de notaris de opdracht te verstrekken voor het opstellen van de akte. Klager heeft derhalve niet aannemelijk gemaakt dat hij door de notaris onder druk is gezet om de koopakte te ondertekenen of dat de notaris voorwaarden aan zijn medewerking heeft gesteld. Dit klachtonderdeel is ongegrond.
Klachtonderdeel 3: het doen voorkomen alsof klager de notaris en zijn kantoor niet meer tuchtrechtelijk aansprakelijk zou kunnen stellen
Dit klachtonderdeel gaat over een artikel van de koopakte waarin is opgenomen dat klager geen tuchtrechtelijke klacht zal indienen over het opmaken en verlijden van de akte. Klager verwijt de notaris dat hij een dergelijke bepaling niet in de koopakte had mogen opnemen. Ter zitting heeft de notaris erkend dat je het tuchtrecht niet kan uitsluiten in een overeenkomst of akte. De kamer overweegt dat het van de notaris niet zorgvuldig is om een dergelijke bepaling op te nemen. Dit leidt echter niet tot een gegrondverklaring van de klacht. De bepaling heeft klager er immers niet van weerhouden om een klacht in te dienen. Dit klachtonderdeel is ongegrond.
Klachtonderdeel 4: ten onrechte heeft de notaris de overdrachtsbelasting niet teruggevraagd
Deze klacht is door klager onduidelijk geformuleerd. De kamer begrijpt dat klager de notaris verwijt dat hij de overdrachtsbelasting niet heeft teruggevraagd. Uit de e-mail van de notaris blijkt dat de notaris klager heeft verwezen naar een deskundig fiscalist voor het terugvragen van de overdrachtsbelasting. Hij heeft daarin ook de termijn genoemd tot wanneer klager een dergelijk verzoek kan indienen. Daaruit blijkt duidelijk dat de notaris geen actie zou ondernemen voor het terugvragen van de overdrachtsbelasting. Dit klachtonderdeel is ongegrond.
De beslissing
De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden verklaart de klacht ongegrond.
Hier kunt u de gehele uitspraak van de Kamer voor het notariaat lezen.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een accountant, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een accountant of boekhouder. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de Accountantskamer of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant