Uitspraak: Ontslag tijdens de proeftijd wegens zwangerschap: juridische toetsing en uitspraak

In een recente zaak bij de kantonrechter werd beoordeeld of het ontslag van een junior belastingadviseur tijdens haar proeftijd discriminatoir was vanwege haar zwangerschap. De vraag stond centraal of de beëindiging van haar arbeidsovereenkomst in strijd was met het verbod op discriminatie, zoals vastgelegd in de wet. In deze blog bespreken we de juridische achtergrond van ontslag tijdens de proeftijd, het verbod op discriminatie en hoe de rechter tot een oordeel kwam.

De proeftijd: Wat houdt het in?

Een proeftijd is een periode die de werkgever en werknemer de mogelijkheid geeft om zonder specifieke reden de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Dit geeft beide partijen de kans om te beoordelen of de samenwerking bevalt. De werkgever kan dus binnen deze termijn de overeenkomst beëindigen, maar dit mag niet op discriminerende gronden. Discriminatie op basis van zwangerschap is expliciet verboden volgens artikel 7:646 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

Discriminatie en zwangerschap: De juridische basis

De wet stelt duidelijk dat een werknemer niet benadeeld mag worden vanwege zwangerschap. In het geval van ontslag moet de werknemer kunnen aantonen dat haar zwangerschap een rol heeft gespeeld bij het besluit van de werkgever. Als dit vermoeden bestaat, ligt de bewijslast bij de werkgever: die moet aantonen dat het ontslag om andere redenen plaatsvond. Dit zorgt ervoor dat werkgevers hun beslissingen zorgvuldig moeten onderbouwen, vooral wanneer er sprake is van een kwetsbare situatie, zoals een zwangerschap.

De beoordeling door de rechter

In de zaak van de junior belastingadviseur had de kantonrechter moeten beoordelen of het ontslag tijdens de proeftijd was ingegeven door de zwangerschap. De werkneemster stelde dat dit het geval was, terwijl de werkgever betoogde dat de beëindiging voortkwam uit twijfel over haar geschiktheid voor de functie. De werkgever gaf aan dat er al vóór haar indiensttreding twijfels bestonden over haar capaciteiten en dat deze twijfels tijdens de proeftijd werden bevestigd.

Het oordeel van de rechter

De kantonrechter oordeelde dat de werkgever voldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat het ontslag niet was ingegeven door de zwangerschap. Zo bood de werkgever de werkneemster na haar mededeling over de zwangerschap zelfs een aangepast contract aan, waarin rekening werd gehouden met haar verlof en een andere werkweek indeling. Daarnaast speelde de houding van de werkneemster tijdens haar werkuren een belangrijke rol in het oordeel van de werkgever. Volgens verklaringen van collega’s leek de werkneemster meer gefocust op secundaire zaken, zoals reiskosten en haar telefoon, dan op haar werk.

Conclusie

De rechter kwam tot de conclusie dat er geen sprake was van discriminatie op basis van zwangerschap en dat de werkgever in zijn recht stond om de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd te beëindigen. Dit oordeel laat zien dat werkgevers tijdens de proeftijd de mogelijkheid hebben om een arbeidsovereenkomst te beëindigen, maar dat ze hierbij niet mogen discrimineren. De werkgever moet kunnen aantonen dat het ontslag gebaseerd is op objectieve criteria die losstaan van bijvoorbeeld zwangerschap.

Advies en juridische bijstand

Als je vermoedt dat je ontslag onrechtmatig is, bijvoorbeeld door discriminatie, is het verstandig om juridisch advies in te winnen. Financieel Recht Advocaten kan je bijstaan om je rechten te verdedigen en mogelijke stappen te ondernemen tegen je werkgever. Aarzel niet om contact op te nemen als je twijfels hebt over de rechtmatigheid van jouw ontslag of over andere arbeidsrechtelijke kwesties.

Joost Papeveld

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Joost Papeveld

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant