
Op 22 januari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een belangrijke uitspraak gedaan over de bancaire zorgplicht in een fraudezaak waarbij een derde partij aanzienlijke financiële schade leed door een frauduleuze transactie via een rekening bij ING Bank. De kernvraag in deze zaak was of een bank aansprakelijk kan worden gesteld voor fraude die via een bij haar aangehouden rekening plaatsvindt, en in hoeverre een bank een actieve rol moet spelen bij het signaleren en voorkomen van dergelijke fraudegevallen. Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor zowel bedrijven als particulieren die slachtoffer worden van frauduleuze transacties.
Bijzondere zorgplicht
Veel mensen zijn zich er niet van bewust dat banken een bijzondere zorgplicht hebben, die in sommige gevallen ook geldt ten opzichte van derden die geen klant zijn van de bank. Dit betekent dat banken niet alleen verplicht zijn om hun eigen klanten te beschermen, maar ook om te voorkomen dat anderen schade lijden door frauduleuze handelingen via hun systemen.
De feiten van de zaak
In deze zaak speelde International Media Distribution (IMD), een Luxemburgs bedrijf dat rechten van Arabische en Italiaanse televisiezenders distribueert, de hoofdrol. IMD had een vaste zakelijke relatie met de Arab Radio and Television-group (ART). ART bankierde bij een bank in Jordanië, terwijl IMD gebruikmaakte van de diensten van EFG Bank Luxembourg.
Op 24 oktober 2019 ontving IMD een factuur van ART ter hoogte van €418.553. Later die dag volgde echter een herziene factuur, waarin een ander bankrekeningnummer werd vermeld. In plaats van de gebruikelijke bank in Jordanië stond op deze nieuwe factuur een rekening bij ING Bank N.V. in Nederland.
IMD vroeg op 28 oktober 2019 via haar advocaat om aanvullende informatie over deze wijziging en ontving een vervalste schriftelijke verklaring van ING waarin werd bevestigd dat ART een klant van ING was. Op basis van deze verklaring maakte IMD het volledige bedrag over naar de ING-rekening.
Wat IMD echter niet wist, was dat deze rekening niet op naam van ART stond, maar van Fountainebleau Invest B.V., een bedrijf dat bij de Kamer van Koophandel geregistreerd stond als een groothandel in kinderkleding. Op het moment van de transactie had deze rekening slechts een saldo van €0,92. Kort na ontvangst werd het geld in meerdere transacties overgemaakt naar verschillende buitenlandse bankrekeningen, waaronder een rekening in China waar op 29 oktober 2019 nog eens €200.000 werd bijgeschreven.
Toen IMD op 31 oktober 2019 ontdekte dat zij slachtoffer was geworden van fraude, informeerde zij direct zowel ING als haar eigen bank. ING nam als reactie de volgende maatregelen:
- De toegang tot de rekening van Fountainebleau werd onmiddellijk geblokkeerd.
- ING startte een intern fraudeonderzoek.
- De ontvangende banken werden geïnformeerd en verzocht het geld terug te storten.
Ondanks deze inspanningen was het grootste deel van het geld al verdwenen.
De rechtsvraag: had ING een zorgplicht tegenover IMD?
IMD stelde dat ING had kunnen en moeten ingrijpen om deze fraude te voorkomen. Volgens IMD hadden de transacties op de rekening van Fountainebleau duidelijke afwijkingen vertoond die het transactiemonitoringssysteem van ING had moeten opmerken. Omdat ING hier niets mee had gedaan, stelde IMD dat de bank haar bancaire zorgplicht had geschonden en daarom aansprakelijk was voor de geleden schade. ING voerde hiertegen aan dat zij niet aansprakelijk kon worden gesteld, omdat:
- De bank geen verplichting heeft om derden te beschermen tegen financiële schade door fraude, tenzij er sprake is van subjectieve wetenschap (daadwerkelijke kennis van onregelmatigheden).
- De naleving van anti-witwaswetgeving en transactiemonitoring primair gericht is op de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering, en niet op het beschermen van individuele derden tegen fraude.
- IMD zelf verantwoordelijkheid droeg voor het controleren van de wijziging in het bankrekeningnummer.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelde vast dat banken inderdaad een bijzondere zorgplicht hebben, ook ten opzichte van derden. Echter, om aansprakelijk te zijn, moet er sprake zijn van subjectieve wetenschap bij de bank. Dit betekent dat een bank pas gehouden is om in te grijpen als zij daadwerkelijk op de hoogte is van mogelijke fraude of verdachte transacties.
IMD beweerde dat ING interne waarschuwingen had moeten krijgen over de verdachte transacties, maar omdat de relevante informatie zich in het domein van ING bevond, was het voor IMD moeilijk om dit te bewijzen. De rechtbank paste daarom de domeinleer toe.
De domeinleer houdt in dat een partij die over cruciale informatie beschikt (zoals ING in dit geval) een verzwaarde motiveringsplicht heeft en verplicht is relevante stukken te verstrekken. Dit voorkomt dat een partij informatie achterhoudt om een rechtszaak in haar voordeel te laten verlopen.
De rechtbank besloot dat ING bepaalde stukken, waaronder het interne fraudeonderzoek en transactiegegevens van de rekening, moest overleggen. Daarnaast kreeg IMD de gelegenheid om bewijs te leveren dat ING al op 28 of 29 oktober 2019 kennis had van de fraude.
Juridisch advies bij bancaire zorgplicht en fraude
Bent u slachtoffer geworden van fraude en weigert uw bank verantwoordelijkheid te nemen? Wilt u weten of u uw bank aansprakelijk kunt stellen op basis van de bancaire zorgplicht? Zorgplicht Advocaten heeft ruime ervaring met zaken op het gebied van bancaire zorgplicht, fraude en de aansprakelijkheid van banken. Wij helpen particulieren en bedrijven bij het verhalen van schade en het afdwingen van de zorgplicht van banken. Neem vandaag nog contact op voor een vrijblijvend adviesgesprek en ontdek hoe wij u kunnen helpen uw schade te verhalen.

Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant