Een schaarliftenfabriek laat haar jaarcijfers door drie opeenvolgende accountants controleren. Accountant 1 controleert de jaren 2006-2009, accountant 2 controleert de jaren 2010 en 2011 en accountant 3 controleert de jaren 2012 en 2013. In 2013 laat de nieuwe eigenaar van de fabriek een onderzoeksrapport opstellen door een forensisch accountant van een big-four kantoor. Uit dit rapport blijkt dat de omzet in de resultatenrekening voor een hoger bedrag is opgenomen dan hij werkelijk was. De omzet blijkt in werkelijkheid €2,3 miljoen lager uit te vallen. Oorzaak hiervoor is een verkeerde verrekenprijs voor staal bij een conversie die in 2007 plaatsvond. De nieuwe eigenaar van de fabriek stelt dat hij hierdoor schade heeft geleden. Hij zou namelijk eerder hebben ingegrepen bij de fabriek als hij wist hoe hoog de omzet werkelijk was.
In het rapport van de forensisch accountant komt de schade uit op €6,5 miljoen. Dit bedrag is het verschil tussen de behaalde omzet en de omzet die gerealiseerd had kunnen worden als de correcte verrekenprijs was gebruikt. Deze schade is ontstaan in de periode 2010 tot en met 2013. Voor de schadeberekening is gebruik gemaakt van een index voor metaalproductie van het CBS. Op het rapport van de forensisch accountant volgt een rapport van een contra-expert. Dat rapport stelt dat het gebruik van de CBS index niet juist was. Het big-four kantoor komt als reactie met een reactierapport dat een andere index gebruikt. De IPAF-index. Dit is een index die jaarlijks wordt uitgebracht door verhuurders van liften, de klanten van de liftenfabriek.
Controlerend accountant dient een klacht in bij de Accountantskamer
In de rapporten concludeert de forensisch accountant dat accountant 1 de schade heeft veroorzaakt. Accountant 1 dient eind 2017 een klacht in bij de tuchtrechter tegen de forensisch accountant. Hij stelt dat de rapporten van de forensisch accountant van het big-four kantoor een deugdelijke grondslag missen. Accountant 1 baseert zich hiervoor op de argumenten dat de forensisch accountant zonder verificatie is uitgegaan van de onjuiste informatie die de opdrachtgever heeft verstrekt. Daarnaast heeft de forensisch accountant een onjuiste schade berekening gemaakt die gebaseerd is op onjuiste uitgangspunten. Deze onjuiste uitgangspunten zijn opnieuw gebruikt voor het reactierapport. Ook zou de forensisch accountant zonder deugdelijke grondslag hebben geoordeeld dat de schade te verhalen was op accountant 1.
Forensisch accountant gaat uit van uitgangspunten van zijn opdrachtgever
De tuchtrechter verklaard de klacht gegrond. De tuchtrechter licht haar gegrond verklaring als volgt toe. De forensisch accountant gaat zonder meer uit van een causaal verband tussen de schade en de goedkeurende verklaring van accountant 1. De Accountantskamer stelt dat dit er toe leidt dat onderzoek kenmerken vertoond van een persoonsgerichte aspecten. In dat geval had de forensisch accountant, volgens de tuchtrechter, accountant 1 moet horen. Daarnaast had de forensisch accountant zich bewust moeten zijn van de gevolgen die zijn onderzoek had voor accountant 1. Daarom had hij de informatie zo veel mogelijk moeten verifiëren. Dit heeft de forensisch accountant niet gedaan. De Accountantskamer stelt voorts dat een rapport zonder deugdelijke grondslag een belemmering vormt voor de objectieve waarheidsvinding door de rechter. De forensisch accountant stelt dat hij voor zijn onderzoek is uitgegaan van de feiten zoals hij deze van de nieuwe eigenaar van de schaarliftenfabriek heeft gekregen.
De Accountantskamer is van oordeel dat de forensisch account dit duidelijk had moeten maken in het rapport. Hij had dit kunnen doen door zijn onderzoeksmethode te beschrijven en te vermelden dat hij voor zijn onderzoek uitging van de feiten en omstandigheden zoals hij die van zijn opdrachtgever heeft vernomen. De forensisch accountant had in het onderzoek ook moeten vermelden dat zijn opdrachtgever stelde dat hij schade heeft geleden door de onjuiste voorraadwaardering en dat de opdrachtgever deze schade wilde verhalen op accountant 1. Door dit niet te doen stelt de Accountantskamer dat de forensisch accountant in strijd heeft gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
Schadeberekening forensisch accountant gebaseerd op ondeugdelijke uitgangspunten
In zijn onderzoeksrapport heeft de forensisch accountant de schadeberekening op ondeugdelijke uitgangspunten gebaseerd, zo stelt de Accountantskamer. Voor de schadeberekening heeft de forensisch accountant gebruik gemaakt van een index van het CBS die volgens het CBS niet van toepassing is voor de fabricage van machines zoals schaarliften. In het reactierapport legt de forensisch accountant uit dat hij voor deze index heeft gekozen omdat de klanten van de fabriek in verschillende sectoren opereren. Dit heeft hij echter niet toegelicht bij zijn schadeberekening. Ook heeft de forensisch accountant niet toegelicht waarom hij geen gebruik heeft gemaakt van alternatieve indexen.
In het reactierapport stelde de forensisch accountant vast dat hij toch beter gebruik had kunnen maken van de IPAF index. Dit is informatie die accountant 1 als controlerend accountant wel wist maar de forensisch accountant niet. Dit was nog een reden voor de forensisch accountant om accountant 1 te horen. De Accountantskamer stelt dat het niet horen van account 1 er opnieuw toe leidt dat de forensisch accountant het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid heeft geschonden. Omdat de forensisch accountant pas nader onderzoek heeft gedaan naar aanleiding van het rapport van de contra-expert, is de Accountantskamer van oordeel dat de tekortkomingen van het eerste schaderapport ook kleven aan het reactierapport.
Rapport is zo partijdig dat het een accountant niet waardig is
De Accountantskamer stelt vast dat de forensisch accountant het fundamentele beginsel van objectiviteit niet heeft nageleefd. Hij is immers enkel uitgegaan van de uitingen van de opdrachtgever en heeft accountant 1 niet gehoord. Dit leidt tot een partijdig rapport van de forensisch accountant. Omdat het onderzoek en de rapportage zo partijdig zijn dat zij een accountant niet waardig zijn oordeelt de Accountantskamer tot een tijdelijke doorhaling van twee maanden. Dit betekend dat de forensisch accountant voor twee maanden geschorst wordt uit het register van de Nba.
Klik hier voor de volledige uitspraak van de Accountantskamer
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw accountant over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Heeft uw accountant uw opdrachten niet naar behoren uitgevoerd? En heeft u als gevolg daarvan schade geleden? Neem dan hier contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Zorgplicht advocaten.
Zie ook vergelijkbare uitspraken
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant