Meneer X heeft sinds 1 augustus 2005 een beleggingsverzekering. Deze verzekering heeft hij afgesloten met als doel zijn hypothecaire lening in de toekomst deels af te lossen. De verzekering is tot stand gekomen door bemiddeling van een tussenpersoon. In 2013 en 2014 laat de verzekeraar weten dat het resultaat van de beleggingsverzekering mogelijk tegenvalt. De verzekeraar wijst meneer X op de mogelijkheid om de verzekering te beëindigen of wijzigen via zijn tussenpersoon.
Naar aanleiding van het bericht neemt meneer X in augustus 2014 contact op met zijn tussenpersoon. Die werkt vervolgens een mogelijkheid uit om de overlijdensrisicodekking te herzien. Indien deze uit de beleggingsverzekering wordt gehaald levert de verzekering €12.000 meer op. De kosten van een losse overlijdensrisicoverzekering zijn slechts €4.800.
Een jaar later neemt meneer X contact op met zijn tussenpersoon. Het advies zou niet deugdelijk zijn geweest en hij verzoekt zijn tussenpersoon alsnog een “deugdelijk en AFM- en Wft-conform advies te geven”. De tussenpersoon wil graag om de tafel gaan met meneer X om tot een oplossing te komen. X wil dit enkel doen indien zijn vertegenwoordiger bij het gesprek mag aansluiten. Dit ziet de tussenpersoon niet zitten.
Dit is voor meneer X aanleiding om direct met de verzekeraar contact te zoeken. Hij vraagt een offerte voor de omzetting van zijn beleggingsverzekering en een gratis hersteladvies. De verzekeraar laat weten dat er twee mogelijkheden zijn voor het omzetten van de verzekering. De eerste mogelijkheid is door bemiddeling van zijn tussenpersoon. De tweede mogelijkheid is dat X zelf een kennis en ervaringstoets maakt.Meneer X weigert de toets te maken en wil dat de verzekeraar een nieuwe adviseur aanwijst. In reactie hierop laat de verzekeraar weten dat zij een andere adviseur heeft gevonden voor een hersteladvies. Meneer X krijgt hiervoor een vergoeding van €150 als tegemoetkoming in de kosten.
Hersteladvies mocht niet worden aangemerkt als hersteladvies
Meneer X dient bij het Kifid een klacht in tegen zijn tussenpersoon en de verzekeraar. De klacht tegen de verzekeraar wordt na een schikking weer ingetrokken. De klacht tegen de tussenpersoon ziet op de gebreken van het advies van de tussenpersoon. Het advies zou gegeven zijn zonder de inkomenssituatie van meneer X in kaart te brengen. Er is geen vergelijking gemaakt met concrete producten en bij de vergelijking van het voortzetten, dan wel wijzigen van de verzekering zijn de kosten niet transparant weergegeven. Ook de fiscale aspecten zijn in het advies geheel achterwege gelaten.
Naast de klacht over het advies klaagt meneer X ook over het feit dat de verzekering niet per 1 januari 2013 is omgezet in een Reaal Vermogensverzekering. Die verzekering was voor hem geschikter dan zijn oude beleggingsverzekering. De tussenpersoon had de oude verzekering dus moeten omzetten in het betere alternatief. Het niet omzetten zou hem een schade hebben opgeleverd van €11.568. Dit bedrag wil meneer X dan ook vergoedt krijgen van zijn tussenpersoon.
De tussenpersoon verweert zich tegen de klachten van meneer X. Hij is van mening dat hij niet tekort is geschoten in zijn verplichtingen. Hij heeft X volledig inzicht gegeven in de situatie en een hersteladvies gegeven. Meneer X stelt dat er niet van een hersteladvies gesproken mag worden omdat het advies niet voldeed aan de vereisten van de AFM en Wft.
Hersteladvies van tussenpersoon was niet in lijn met stappenplan van de AFM
Bij de beoordeling van dit geschil gaat het Kifid in op de vraag of het hersteladvies van de tussenpersoon voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Is dit niet het geval, dan moet het Kifid onderzoeken welke gevolgen dit heeft gehad en wat de consequenties daarvan zijn voor de beide partijen.
In de eerste plaats stelt het Kifid vast dat uit de overeenkomst tussen meneer X en zijn tussenpersoon voortvloeit dat de tussenpersoon een zorgplicht heeft jegens meneer X. Deze zorgplicht brengt mee dat de tussenpersoon zich in zijn werkzaamheden houdt aan de regels van de AFM.
Om te beoordelen of het hersteladvies voldeed aan de daaraan door de AFM gestelde eisen gebruikt het Kifid het stappenplan voor hersteladvies uit 2011. In dit stappenplan heeft de AFM de eisen opgenomen waaraan een hersteladvies voor een beleggingsverzekering moet voldoen. Hieruit valt op te maken dat in het advies moet worden opgenomen hoe de situatie van de klant nu is, welk doel hij voor ogen had bij het afsluiten van de verzekering en of dit doel nog behaald kan worden.
Het Kifid stelt vast dat in het advies gesproken is over de overlijdensrisicodekking. De tussenpersoon kan echter niet aantonen dat er nog andere mogelijkheden in het advies zijn opgenomen. Meneer X was met het advies van zijn tussenpersoon niet volledig op de hoogte van zijn situatie. Het advies voldoet daarmee niet aan de eisen die de AFM in het stappenplan heeft gesteld aan een hersteladvies.Het Kifid is van oordeel dat de tussenpersoon hierdoor niet heeft voldaan aan hetgeen van hem mocht worden verwacht. De tussenpersoon heeft daarmee zijn zorgplicht jegens meneer X geschonden.
Tussenpersoon noemt alternatieve verzekering niet
In het advies heeft de tussenpersoon niet de mogelijkheid besproken om de beleggingsverzekering om te zetten in een Reaal Vermogensverzekering. Het Kifid is van oordeel dat ook dit een schending van de zorgplicht oplevert. De zorgplicht brengt mee dat een tussenpersoon zijn klant op de hoogte stelt indien er een nieuw, voor de klant aantrekkelijker, product op de markt komt. De Reaal Vermogensverzekering was een beter alternatief voor meneer X. Door hem niet op dit product te attenderen heeft de tussenpersoon ook dit aspect van zijn zorgplicht geschonden.
Helft van de schade komt voor rekening van tussenpersoon
Bij het vaststellen van de consequentie van deze zorgplicht schending gaat het Kifid in op de rol die meneer X heeft gespeeld in dit geschil. Het Kifid is van oordeel dat meneer X een actievere houding kon aannemen. Hij is niet ingegaan op het verzoek van de tussenpersoon om het advies te bespreken zonder vertegenwoordiger. Daarnaast heeft meneer X de overlijdensrisicodekking pas veel later uit de beleggingsverzekering gehaald. Door deze omstandigheden heeft meneer X voor een deel ook zelf de schade veroorzaakt.
Meneer X heeft zelf zijn schade begroot op €11.568. Hij gaat er bij zijn berekening vanuit dat hij schade heeft gelopen vanaf 1 januari 2013. Dit is de datum waarop de tussenpersoon de beleggingsverzekering had kunnen omzetten in een Reaal Vermogensverzekering. Het Kifid oordeelt dat de tussenpersoon pas vanaf het adviesgesprek zijn zorgplicht heeft geschonden, en niet vanaf de datum dat hij de verzekering om had kunnen zetten. Daarom moet de schade berekend worden vanaf augustus 2014. Het Kifid stelt de schade in dat geval vast op €8.000. Meneer X moet 50% van deze schade zelf dragen door zijn bijdrage aan het veroorzaken van de schade. Derhalve moet de tussenpersoon nog een bedrag van €4.000 vergoeden.
Klik hier voor de volledige uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid.
Zorgplicht Advocaten
Heeft uw tussenpersoon zijn zorgplicht geschonden? Of heeft u schade geleden als gevolg van onjuiste of onvolledige advisering of bemiddeling bij het oversluiten of afsluiten van uw hypotheek? Neem dan vrijblijvend contact met ons op. Klik hier om contact met ons op te nemen.
Zie ook vergelijkbare uitspraken:
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant