Deze zaak draait om een geschil over het testament van erflater, waarbij klaagster stelt dat zij benadeeld is door de legaten van stiefmoeder aan [P]. De kamer dient te beoordelen of de notaris voldoende zorgvuldig is geweest bij het opstellen van het testament.
Achtergrond van de zaak
Erflater was gehuwd in algehele gemeenschap van goederen met stiefmoeder en had twee zonen uit dit huwelijk, [X] en [Y], en twee kinderen uit een eerder huwelijk, klaagster en haar broer. Erflater overleed op 4 maart 1989. Stiefmoeder woonde sinds 2005 met [P] samen, die kostganger en huurder was. De nalatenschap van erflater werd in 1992 verdeeld volgens een vruchtgebruik testament, waarbij stiefmoeder alle goederen kreeg behalve enkele antiquiteiten.
Stiefmoeder maakte in 2013 een testament waarin ze [P] al haar persoonlijke roerende zaken (met uitzondering van een aantal goederen) en het gebruik van het woonhuis voor twee jaar legateerde. Beide legaten zouden komen te vervallen als [P] ten tijde van het overlijden van stiefmoeder niet meer bij haar inwonend was. In 2017 passeerde de notaris een aanvullend testament voor stiefmoeder.
In 2020 deden de kinderen [X] en [Y] aangifte tegen [P] wegens psychische mishandeling en huiselijk geweld. In januari 2021 is stiefmoeder naar een verpleeghuis gegaan vanwege dementie. [P] kreeg in 2021 een contact- en gebiedsverbod ten behoeve van klaagster, stiefmoeder en de halfbroers.
Klacht
Klaagster stelt dat zij benadeeld is door de legaten in het testament van 2013. Volgens haar was de lijst met antiquiteiten, die aan stiefmoeder was toebedeeld, feitelijk eigendom van alle erfgenamen en mocht stiefmoeder dit niet weggeven. Bepaalde goederen op de lijst hadden emotionele waarde voor klaagster, omdat ze van haar eigen moeder waren geweest. Ze vraagt zich af of de notaris heeft gecontroleerd of stiefmoeder onafhankelijk advies heeft ingewonnen over de financiële en fiscale effecten van de legaten, gezien haar leeftijd en begripsvermogen. Klaagster heeft vernomen dat stiefmoeder medio 2020 niet genoeg geld had om klaagsters erfdeel uit te betalen, wat volgens haar was verduisterd door [P]. Klaagster concludeert dat ze financieel en testamentair benadeeld is door het handelen van de notaris en dat de notaris beter had moeten opletten.
Verweer van de notaris
De notaris weerlegt de klacht op verschillende gronden. Allereerst wijst hij erop dat het een bijzondere situatie betreft, aangezien de klacht betrekking heeft op een nalatenschap die nog niet is opengevallen en waarvan het testament mogelijk is herroepen.
Daarnaast verdedigt de notaris de mogelijkheid van de legaten. Hij stelt namelijk dat bij de verdelingsakte van 1992 een deel van de inboedel onverdeeld is gebleven. Daarbij was stiefmoeder voor de helft eigenaar op grond van het huwelijksgoederenrecht en voor 1/5 deel erfgenaam. Voor het overige deel was zij vruchtgebruiker. Over dit deel van de goederen kon stiefmoeder vrijelijk beschikken en dus haar aandeel legateren.
Daarnaast heeft de notaris aangegeven dat hij van de kinderen van stiefmoeder heeft gehoord dat [P] inmiddels is vertrokken. Dat betekent dat het legaat roerende zaken en het legaat recht van gebruik en bewoning woonhuis niet meer van toepassing zijn, omdat de legaten gemaakt waren onder de voorwaarde dat [P] ten tijde van het overlijden bij stiefmoeder inwonend zou zijn.
De notaris stelt dat het verwijt dat klaagster is benadeeld onterecht is. Klaagster was en is namelijk voor 1/10e deel bloot eigenaar gebleven. Bij het overlijden van stiefmoeder blijft dit zo. De vordering die klaagster heeft op de nalatenschap van erflater bestaat nog steeds.
Tenslotte betwist de notaris dat stiefmoeder is beïnvloed bij het opstellen van haar testament. Hij benadrukt dat er geen overleg was tussen [P] en hem over de testamenten, en dat stiefmoeder zelfstandig handelde. Tot slot onderstreept hij stiefmoeder haar intelligentie en haar vermogen om vrijuit met hem te communiceren over haar zaken.
Beoordeling
Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 93 Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt.
Vast is komen te staan dat stiefmoeder nog in leven is en zij en [P] niet meer in hetzelfde huis wonen. Het legaat sorteert derhalve geen effect meer. Ook is onbekend of stiefmoeder haar testament heeft herroepen. In het testament staat dat stiefmoeder al haar persoonlijke roerende zaken legateert aan [P]. De notaris heeft aangevoerd dat zij bekend was met de lijst van inboedelgoederen. Die lijst zat achter de verdelingsakte gehecht. Stiefmoeder was eigenaar van zes/tiende deel. Voor het overige deel had zij het vruchtgebruik. Alleen over het deel dat zij in eigendom had kon zij vrijelijk beschikken. De Kamer is van oordeel dat derhalve de formulering in het testament niet onjuist is. Wel ware het gelet op de bekende gevoeligheden binnen de familie, beter geweest als de notaris duidelijker tot uitdrukking had gebracht dat stiefmoeder alleen het deel kon legateren dat zij in eigendom had. De klacht is ongegrond.
Klik hier voor de volledige uitspraak van de Kamer voor het notariaat.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u een geschil met uw notaris over de vraag of hij/zij de benodigde vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en deskundigheid in acht heeft genomen bij de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden? Neem dan contact met ons op.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant